Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 189
189
SOCIALE QUAESTIE.
Een tweede
II.
ik
wensch
Kerk.
Ik
punt, dat
Hervormde
der
reehtsloestand
aan
kan
roeren, betreft den
te
daarover kort
want
zijn;
wilde ik breeder uitweiden, ik zou niet beter kunnen doen, dan uit het de
Bijblad
vroegeren
discussiën gehouden.
materie
uitgeput.
ganger,
nog
het
door
over
Waar
dus
ik
wekken,
te
zaak
deze
hem
bij
man
den
bij
een
bij
Inderdaad, de welsprekendheid
reeks van
hem
door
is
in deze
niet, gelijk hij
bij
behoef aan
brengen noch
te
voor-
zijn
die altijd in de voorste rg der
voor de vrijmaking der Hervormde Kerk werd aangetroffen, kan
strijders
met eenvoudig den
ik volstaan als
Tiel
uit
eerst de kennis dezer materie
op
hart
gij,
welsprekende betoogen voor te lezen, door den
nette, juiste,
afgevaardigde
noemen, en
eisch te
hem
vragen:
te
Zijt
Minister van Justitie, thans bereid dienzelfden eisch te vervullen,
Wilt
met
dikwerf,
zoo
uzelf
gesteld?
gij
klem, aan andere Ministers
een
zulk
den Koning voorstellen de besluiten van 7 Januari 1816
en 23 Maart 1852 op de organisatie der Hervormde Kerk in te trekken Ik
vertrouw hèt.
Althans,
aandringen met voor te lezen wat zeide:
u
„Begrijpt
rekenschap van
geven?
Vraag,
pro
zaak
verkeert
Voorloopig
(Bijbl. pag.
u
voorgangers
Kunt
stel?
iets
ten deze
475a.)
Bij
gij er
vraagt,
hem ware
qiio.
Een tweede punt raakt den Deze
tot een zijner
indien ge naar
althans niet naar een utiliteitsbegrip"' dit een qui
18G9
in
hij
Begeerimj, dien eisch, dien ik
gij,
?
ik zal mijn verzoek bij dezen Minister niet
het
in
toestand der floreenplichligen in Friesland.
Daarover
ongereede.
nu heeft het mij
Verslag, en
gesproken in het
is
Avel eenigszins
bevreemd, dat
de Minister zich min of meer van de zaak afmaakte door een verwijzing-
wat
naar
de
quaestie niet. en
o'inds
Minister
de
kerkelijke
De
heeft
autoriteit
betaling
floreenen?
der
de meer juridische vraag te doen:
van verkiezing van predikanten was een
men op
dien
zich
het
Oordeelt
lust,
der floreenen, een
als
ambt
zoodanig opgelegd?
De
Dit was immers de
gij,
recht hier
thans den
dat het recht
voortspruitende uit den last
had genomen, of wel, dat de verkiezing van predikanten,
evenzeer als
gedaan.
men al dan niet naar Daarom wensch ik
quaestie is: Staakt
betalen
verplichting
was aan het
Ik behoef ook daarvan niets meer te zeggen.
Minister kent het besluit van het departementaal bestuur en
in die quaestie geheel
Een derde punt daarover
is
ook
op de hoogte. geldt het kerkelijk beheer
twee zeer korte vragen.
De
bij
de Hervormden.
Ook
Minister Pické heeft in zijn zeer
kort ministerieel leven een daad verricht,- die de tegenwoordige Minister
van Justitie zou
hebben
hem
zeker benijdt, al weet
gedaan.
Hij
heeft
het
ik,
dat deze ze beter en anders
kerkelijk
beheer
vrij
verklaard.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
![Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 189](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/eenige-kameradviezen-uit-de-jaren-1874-en-1875/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's