Is er aan de publike universiteit ten onzent plaats voor eene Faculteit der Theologie? - pagina 8

8

om

andere keuze gelaten, dan

ontwerp

óf zijn

te zien vallen, óf

de ver-

vallen verklaarde

Theologische faculteit toch weer in zijn ontwerp

op te nemen.

dezen stand van zaken sprak het vanzelf, dat een

man

Bij

de minister Heemskerk het hoofd boog; en onder deze par-

als

lementaire

pressie

is

toen een regeling tot stand gekomen, die voor

de Overheidshoogescholen de oprichting eener faculteit van zeer partijdige godsdienstwetenschap, onder den

vermomden naam van Theolo-

gische faculteit, verplicht heeft gesteld

;

aan de Haagsche Synode

is

geboden,

en waarbij van Rijkswege geld

om

aan de drie Rijksuniver-

twee hoogleeraren van kerkelijk kaliber

siteiten

wel niet

en bijwoners in haar glorie zouden deelen.

dices

te

benoemen, die

de Universiteit zouden behooren, maar toch

tot

appen-

als.

Bij plechtige gele-

—

genheden mochten zij zelfs aankomen achter den Senaat. Reeds op zichzelve maakte deze regeling vele ontevredenen. Ze hinderde de twee vijfden onzer Roomsche bevolking. Ze was een steen des aanstoots voor de Christelijke Gereformeerden.

En

orthodoxie.

ze stuitte niet

Ze kwetste de niet-ethische minder die dege echte liberalen tegen

de borst, die van zulk staatsrechtelijk geknutsel, waarbij beleden

Men

keer hadden.

alle

vroeger

schandelijk verzaakt wierd, een onverwinlijken af-

beginsel

overdrijft dus niet door te constateeren, dat

ook

deze wrange vrucht van politiek geknutsel door de kleinere helft der

tegen den zin van de

natie,

meerderheid onder het volk, wierd

doorgedreven.

Toch zou zijn,

allicht

niet zoo spoedig

Amsterdam

indien ze

weer aan deze regeling getornd had gebracht. Dezelfde wet

niet in moeite

toch, die deze hybridische Theologische faculteiten in het leven riep,

schiep ook voor

naeum om conditie,

Amsterdam de mogelijkheid om

te zetten in

mits ook

zijn vroeger

Athe-

eene Universiteit; mits, en dit was de lastige

Amsterdam zulk een

voor de Theologie organiseerde. Nu,

vleesch-noch-visch faculteit

dit kon, zoo

dacht men, op een

Amsterdam toch bestonden reeds de Luthersche en Doopsgezinde Seminariën, elk met twee hoogleeraren. Voor even duizend

goedkooj)je.

In

zouden deze vier heeren wel te bewegen zijn te nemen. Dat was reeds vier voor vier duizend gulden, en met nog twee hoogleeraren, elk ad ƒ 5000, er

gulden

in deze

bij,

's

jaars per hoofd

faculteit

was men

er

zitting

dus.

En

natuurlijk, al het verschil

tegelijk had men ook studenten, want met vroeger zou dan slechts hierin bestaan,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen