Acta van het Zending-Congres - pagina 132

414 gelijk mede die van dezen als slaven geboren worden, zijnde zwart van vel en gekruld wolachtig haar. Dezen zijn, gelijk de ondervinding leert, wat dommer van aard en harder van begrip doch hetgeen zij eens pevat hebben onthouden zij zeer vast.

doen,

;

II.

De wijze van deze bekeerino moet

Niet slechts den bijbel van tot Christenen of ook wel in

hen eenige gebedekens

zijn:

of sprcukjes uit

buiten te laten leeren, dan te doopen en te nemen, gelijk die in het Pausdom, O. Indië, zoo men zegt, de rijst-christenen worden aangenomen. Dit zoude het getal der naam- en mond-christenen maar vergrooten, welke, onzes bedenkens, meer kwaad dan goed na zich sleept. Maar deze bekeering moet geschieden, met hen den rechten staat des onderscheids te leeren tusschen heidenen christendom, wat zij van nature zijn en wat zij kunnen worden, zoo zij Christus met waar geloof aannemen. Hen daardoor aan te zetten tot ware verplichtingen, die zij hebben, om God, die hun deze genade schenkt, hen in deze dagen des N. T. mede tot zijn volk aan te nemen, bovenal te dienen, en daarna ook wel bijzonder hunne heeren, die hen door hunne kooping aan dit geluk deelachtig maken. III.

aan

Nuttig was dan ook deze bekeering.

"

Niet alleen in vele godsdienstige opzichten, welke elk van zelf genoeg verstaat, maar ook voor de koloniën, omdat daardoor zelf de slaafsche menschen geschikter en bekwamer zullen gemaakt worden, waardoor dan ook noodzakelijk van zelf de harde behandelingen of ophouden óf verminderen, die nu veroorzaken, dat velen hunner mochten ontrouw worden en zichzelven het leven benemen of wegloopen, waardoor de bosschen vol leegloopers worden, die, zonder tegenspraak, onze vijanden worden, waardoor belet wordt, dat men de landen verder in niet durft bewonen, terwijl een ieder al bij de meest bewoonde plaatsen wil blijven. IV.

De middelen tot deze eekeering moeten

zijn

geestelijke of lichamelijke.

De geestelijke kunnen noch mogen andere zijn als die getrokken zijn uit het zuivere onvervalschte Woord Gods, waaruit zij tot opkweeking der zuigelingen en kinderen zoo in kennis als jaren een uittreksel moeten maken van de lichtste doch voornaamste plaatsen, die leeren: i. dat er een God is, die alles geschapen heeft en nog onderhoudt; 2. dat die God alles goed geschapen heeft, maar dat de mensch, door ongehoorzaamheid van God afgevallen, den vloek over zich heeft gehaald; 3. dat door den vloek het onderscheid der volkeren in de wereld gekomen is, door het onderscheid der volkeren haat en nijd ontstaan zijn, door haat en nijd, strijd en oneenigheid (onderdrukking en geweld, oorlogen en moorden); 4. dat ondertusschen die God, zijnde rijk in genade (niet lang na deze droeve verdeeldheid der volkeren) een zeker volk voor zijn volk uit al de volkeren aangenomen, door bijzondeie wetten en rechten bestuurd en voor allerlei vijanden bewaard heeft, maar dat toen dit volk Hem niet gehoorzaam en dankbaar was, maar verlaten had, en 5. dat God zijnen Zoon Christus in de wereld gezonden had, om zich zelven een nieuw volk te bereiden uit al die andere volkeren zonder onderscheid, deze, zijnde allen slaven des duivels, met zijn eigen bloed gekocht en dus tot zijn eigendom gemaakt heeft, roepende tot zich al de einden der aarde, om zich als vermoeiden en beladenen te verkwikken en eeuwig te behouden, hetzij dienstknecht, hetzij vrije, (hetzij Europeanen, hetzij Indianen, blanken of zwarten, zonder onderscheid).

Dit uittreksel, van Classis en Synode goedgekeurd en aangeprezen moet niet alleen tot leering van Indianen en negers gebruikt worden, maar ook zelfs tot onderwijs van de kinderen der blanken, bijzonder in zulke volksplantingen, waar niets anders dan de zuivere Gereformeerde Godsdienst mag geoefend worden, omdat het daar onnoodig is de kinderen te leeren het onderscheid tuschen onze religie en andere gevoelens, terwijl dikwijls gezien en aangemerkt is, dat andere gevoelens te wederleggen, dikwijls

is

ze te leeren.

moet geschieden met communicatie van het Eerw. Classis dier plaatse, waar de overheid, over de volkplantingen bewind hebbende, resideert, dewelke ook nauwkeurig zorge moet dragen, dat alles ten voordeele van de buitenlandsche Kerken, zoo in hunne ClasEdoch

alles

sicale vergadering

bezorgd wierd.

Maar deze

geestelijke middelen vereischen ook geestelijke personen, om ze aan de ellendige menschen met

vrucht te besteden. Deze personen moeten, zonder tegenspraak, zulken zijn, die niet alleen goede gegronde kennis hebben van de leere der waarheid, die naar de Godzaligheid is, maar ook door hunnen oprechten handel en wandel, door nuchter en matig leven, hunner leer weten geloofwaardigheid en gezag bij te zetten, niet het hunne, maar wat van Christus is met een oprecht gemoed, zin, hart en ziel zoekende, vooral dat zij niet den eenen of anderen, dien zij niet wel beproefd hebben aan een stuk brood zoeken te helpen, opdat hij zich beteren zal.

VOOROORDEELEN EN BELETSELEN TEGEN DEZE BEKEERING MOETEN WEGGENOMEN WORDEN.

V.

Wij weten, dat de meeste en voornaamste ingezetenen der volksplantingen van het vooroordeel zwanger gaan, dat zij door de bekeering hunner slaven geen heeren en meesters meer over hunne slaven zouden zijn, of dat zij dan veel van hun werk zouden moeten verliezen door het kerkgaan, leeren enz. Anderen meenen dat het vergeefsch weik zou zijn, daar zij al vruchteloos en onder de hunnen komende tot hunne oude drekgoden

zouden vervallen. Maar 1. het christenworden verbindt den slaaf nauwer aan hem die hem gekocht heeft, mits die hem niet meer verkoopen mag, ten minste niet aan een heer, die hem in zijn geweten zou dwingen. Zal meer werk van de slaven kunnen gedaan 2. worden als zij beschaafd worden dan als zij dom blijven. 3. Het christendom verbiedt ook den slaaf zijnen naaste, dus ook zijn meester te dooden. Hoe inniger het christendom werkt, des te minder 4. een slaaf een vijand zijn en een of vilder. zal

planter

een

tiran

5. Vooral op de kindereu der rlaven en der vrije Indianen moet gewerkt worden. Natuurlijk zullen lichamelijke middelen medewerken tot verspreiding van het l^vangelie als daar zijn: Onderhoud van school en kerk, aanleg van koloniën door Gouvernement voor Negers en Indianen, waarin 't koffie cacao en suiker verbouwd werd, waarbij een Seminarie of kweekschool (in de manier onzer weeshuizen), waar de kinderen ter opvoeding en leering besteld kunnen worden. Als dit seminarie vruchten zal afgeworpen hebben ook voor de kinderen der Indianen en dezen dus allen bekwaam zijn tot het werk, zullen zij, zich goedgedragende, hunne viijheid krijgen, een stuk lands in bearbeiding ontvangen tegen zekeren huur en alzoo dorpen vormen, waarvan of het gouvernement of de planters heeren zijn.'' Hoe doelmatig vele dezer maatregelen tot ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen