Separatie en Doleantie - pagina 26
HET AMBT DER GELOOVIGEN.
26
woord //geloovige"
alleen van //eens Christens roeping" sprake is
<lit
Er
geval niet.
het
dan ware
in dezen geestelijken zin bedoeld,
opmerking van Dr. Bavinck onbetwistbaar
<le
is
en zou er
juist,
kunnen
Maar
zijn.
namelijk nog een geheel andere
beteekenis van het woord „geloovige," die in hetzelfde verband staat tot de eerst aangeduide, als de geïnstitueerde kerk staat
het geestelijk Lichaam van Christus
tot
van
teekenis
het
woord
//geloovigen"
we bedoelen de
;
Kerkrechtelijk nu geldt in vollen zin als //geloovige" alleen die door de kerk tot het heilig
deze zijn bepaalde
rjualiteit.
Avondmaal Hiermee
is
be-
in kerkrecliieUjken zin.
is
hij,
toegelaten, en wel in
natuurlijk volstrekt niet
uitgesproken, dat zulk een /^geloovige''' ook metterdaad in geestelijken zin een geloovige
Dit han er niet in liggen, omdat
is.
Er
de kerk geen oordeel over het hart heeft.
ligt
dus alleen
dat zulk een persoon belijdenis van zijn geloof heeft gedaan;
in,
krachtens
zich
deze
nu
belijdenis
de kerk heeft aangesloten
;
ook
uit
hoofde aan
eigeji
en voor zoover de kerk oordeelen
kan, noch in zijn spreken noch in zijn wandel aanleiding geeft
om
deze belijdenis te verdenken van onwaaraclitigheid.
Toch
men
dat er
oordeel der kerk altoos feilbaar, en weet
blijft dit
altoos
hypocrieten
waarvan
kunnen
erkend
hun hart
toeleg
het
gevolg
worden,
staan.
kerk
der
woord
en
omgekeerd dat de kerk soms
als
erkennen zal personen, die geestelijk ongeloovig
,/geloovigen" in
zijn;
die kerkrechtelijk door de kerk niet als ,,geloo-
zijn,
vigen"
onder de ,/geloovigen" zullen
dat er in een stad of dorp //geestelijk geloovigen*
is,
moet
Hoezeer het dan ook het streven en de zijn,
om
deze twee beteekenissen van
//geloovigen" elkander te laten dekken, toch staat
het vast, dat dit doel op aarde nooit geheel bereikt wordt en dat
dus
de
fjeestelijke
en de kerkrechtelijke beteekenis van het
woord //geloovigen* onderscheiden
Neem
nu
ik
blijft.
//geloovige^' in kerki echtelijken zin,
dan
is
alzoo
een //geloovige" zulk een belijder van Christus, die zich door belijdenis
en stipulatiën met een geïnstitueerde kerk in een vaste
betrekking heeft geplaatst, en in die kerk de volle
worven en
vrijwillig alle plichten
op zich genomen.
zoodanig f/ef/KaliJiceenl, en waar hij optreedt
haven of
te
handelen naar wat
rec/ifen
hem
is
heeft ver-
Hij
is
dus als
om zijn rechten te hand-
opgelegd; treedt
hij
op en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's