Separatie en Doleantie - pagina 50
STAATSRECHTELIJKE GEVOLGEN DER SEPARATIE.
50
gewone
Vereeniging
kennen,
of
wel
door een
zich
speciale wet te laten er-
//kerkgenootschap* op
als
treden
te
men
onze vaderen niet hebben gekend. Hierbij koos
had men zich
en
bepaald tot de //plaatselijke kerken"
hierbij
ware er minder gevaar geweest. Maar ach-
dan
afzonderlijk,
om óók
ten Ie dat het toch ook wenschelijk was,
kerken" erkend te over,
om
waarvan de zijn.
toen
ging men
van
eischte de
als èé}i kerkgenootschap
aan
ure toe
te dienen,
wet van 1853 dat men beleden en het
En
zoo
kwam
reglement van 18G9 in de wereld, dat de leden der
het
met inbegrip van de gedoopten,
kerken
plaatselijke
van het ééne groote landsgenoot schap maakte, en werd geheel
van
onderdeden zouden
landsgenootschap zou aanwijzen.
dit
als //bond
er toen te kwader
plaatselijke kerken slechts de gesplitste
Immers
hesttmr
zijn,
kerken saam
alle
wat
iets
;
het laatste;
in
al zoo,
met den geest en de beginselen der aloude
strijd
kerkenordening,
Gereformeerde
leden
tot
men
zonder het
te
weten of
bedoe-
te
len, in dit opzicht collegiaal.
Deze stap ding,
maar
volgde intusschen niet uit het beginsel der Schei-
druischte er tegenin. Niet alsof
men
plaatselijk in een
//kerkelijke kas" of soortgelijke vereeniging een
Wie met
moeten zoeken.
nieuw
was opgetreden, kon zich zeer wel
instituut
plaatselijk
redmiddel had
het instituut gebroken had, en als
laten erkennen.
instituut
Dit lag
zelfs
als
nieuw
op de
lijn
Maar nooit had men bij de Overheid als bond van kerken een andere erkenning mogen zoeken, dan op den
der Scheiding.
het zelfstandig bestaan der plaatselijke kerken als
grondslag van
kerkgenootschappen, in den zin der
Wet van
1853. Of de Over-
heid hiervoor een vorm zou hebben kunnen vinden, die thans niet
kan beantwoord. Slechts
geformeerde kerk de plaatselijk
men door te
te
prijs geeft.
boven af,
gelijk
één kerkgenootschap
als
laten erkennen, het
Het
die
in
;
nieuw
en ten 2 dat
in één
den
beginsel zelf
beginsel der Scheiding toch
maar een
actie geleid in
aan te dienen
plaatselijke kerken individueel
alle
smelten en
van 1853
lijn
een vraag
der Scheiding niet verlaat door zich
kerkgenootschap
als
is
sta vast, 1" dat een
zin
kerk op der
wet
van de Scheiding
was niet een actie van
actie uit de plaatselijke kerken; en
wel deze
gehoorzaamheid aan de kerkrechtelijke beginselen,
in de
kerkenordening van 1619 belichaamd waren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's
![Separatie en Doleantie - pagina 50](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/separatie-en-doleantie/1890/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 73 Pagina's