Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 343
Van Godes deren
Godts quamen Hebr. 1. 14.
stellen:
Voorsienigheyt.
339
om
sich voor den He ere te Zijnse niet alle gedienstige
geesten, &c. V. Waer uyt bewijst ghy dat hy de quade Engelen, dat is, Duy velen regeert? A. Job 1. 12. En de Heere seyde tot den Satan: Siet al wat hy heeft zy in uwe hant, alleen aen hem en strekt uwe hant niet uyt. Matth. 8. 31. V. Kegeert Godt oock de menschen? ,
A. Ja. V. Goede, ofte quade? A. Alle beyde. V. Waer uyt bewijst ghy,
dat
de
Heere goede
menschen regeert? A. Psalm 33. 18.
Siet des Heeren ooge is over de vreesen. ende 34. 8. V. bewijst gy dat hy de boose en godtloose menschen regeert? A. Matth. 5. 45. Want hy doet sijne Sonne opgaen over boose ende goede, ende regent over rechtveerdige ende onrechtveerdige. V. Streckt Godts voorsienigheyt oock over de vrywillige actiƫn ende werckingen der menschen?
hem Waer uyt
genen die
,
A. Ja. V. Is dan des menschen wille de voorsienigheyt Godts onderworpen? A. Ja. V. Waer uyt bewijst ghy dat? A. Prov. 21. 1. Des Koninghs herte is in de hant des Heeren als waterbeken: hy neyght het tot al dat
hy
wil.
Psalm
33. 15.
V. Behoudt de mensche evenwel sijnen vrijen wil? A. Ja. V. Maeckt men soo doende geen stocken en blocken van de menschen? A. Neen. V. Wiens wille is boven, Godts wille, ofte des
menschen wille?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's