GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 353

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 353

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

341

hoe Maccovius ten opzichte van deze quaesdacht en leerde. ^) Van Caput XVI luidt quaestio 1 aldus: „an ad regenerationem dentur praeparationes internae, in homine mortuo in peccatis," en dan wordt in het beslist telijks leeren, tie

ontkennend antwoord allereerst op 1 Cor. 2 14 gewezen, waaruit toch rechtstreeks volgt, dat een mensch zich zelf niet praepareeren kan. En wel zegt Arminius dat de mensch daarom toch van Godswege kan gepraepareerd worden, maar het antwoord van Maccovius luidt, dat als God werkt met den zondaar, diens natuurlijkheid dan ophoudt, en er van Godswege dan geen sprake is van praeparatio, maar van :

regeneratio.

„Nam

ista praeparatio

sinat esse animalis, aut non;

facit, ut homo detum non est praepatum animalis manebit,

Dei

si facit,

si non facit, non poterit cognoscere quae sunt spiritus." Alsdan wijst Maccovius op Rom. 8 7, en beweert dat waar zoodanig de toestand van den natuurlijken mensch is, van praeparatio geen sprake kan zijn. In de derde plaats wijst hij op Ef. 2:1. Wij worden levend gemaakt, als wij dood zijn in de zonden en misdaden. Dus van voorbereiding geen sprake in al dergelijke teksten, alleen van een absolute onmiddellijke werking Gods. We volgen Maccovius hier in zijn Theologia Polemica, dus ligt reeds iets van de Polemiek dienaangaande hier voor ons. Een drietal obiecties,

ratio, secl regeneratio

:

et

:

tegen 1".

zijn

standpunt ingebracht, bespreekt

hij.

De wet verschrikt den mensch, en praepareert hem

dus zoodoende voor de wedergeboorte.

Doch Maccovius antwoordt, dat als de Wet den zondaar verschrikt, zij hem daarom nog niet praepareert. Integendeel, de vreeze sluit de liefde uit. „Retorquendo, imo quia terret, non praeparat, sed potius deterret: Nam metus eiicit

charitatem, ut Scriptura loquitur.'^

En wel wordt

hier weer tegen aangevoerd, dat de

toch een Tuchtmeester tot Christus

is

(Gal. 3

:

24),

Wet

edoch

dat geldt niet van de Lex Moralis, maar van de Lex Ceremonialis.

1)

Theol. Polemica, p. 136, 137.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 353

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's