GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 37

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

25

machinis coUegas

et

siios siipplantare

Acaclemiam tnrl)atam

habere hacteniis studuerit." Lubbertus laat dan ook niet na, onmiddellijk aan Curator Saeckma van deze supralapsarische Theses melding te ^)

maken, met een „horresco referens" „ut palam DECERNERE

peccata".

vaart

Vooi'al

hij

heftig

dicat,

uit

Deum

tegen de

van Hidding: „Sine peccato nuUa futura erat non erat futura misericordia. 1. gratuita peccatorum remissie." ^) Id April 1617 had Lubbertus een bondgenoot gekregen in den nieuw aangestelden Hoogleeraar Jo hannes Acronius, broeder van den bekenden Ruardus Acronius. En uit een brief, dato 8 October 1617, van Lubbertus aan Saeckma blijkt dan ook, dat de Bestuurderen en Verzorgeren der Academie zich dezen hooggaanden tv^ist begonnen aan te trekken. „Superiores evocarunt J. Acronium, ut ex eo sta4'3e

stelling

miseria; sine miseria

tum

scholae cognoscerent.

*)

Acronius was pas Hoogleeraar geworden en

men meende

hem het meest onpartijdig verslag te kunnen ontvangen. Lubbertus voegt er dan ook aan toe: „Est vir

terecht van

minime fucatus." Een paar maanden later schijnen Gedeputeerden wederom informaties genomen te hebben en wel bij Johannes Acronius en Adriaan Metius (Hoogleeraar in de Wiskunde te Franeker.). Althans in een brief van 8 December 1617, waarbij

de Theses van Maccovius en

hij

hem

zelf

over de

quaestie: „Quoraodo se Dei voluntas habeat circa peccata"

aan Saeckma zendt, heet het: „D. D. Deputati evocarunt duos professores. D. Acronium et D. Metium, ut ex illis cognoscant,

quo loco

in principio

res Academiae? Hac occasione remedium afferri posse. Etsi enim

fuit

spero etiam huic malo

non accusabunt eum turbatae Academiae,

*)

Edema

*)

Archief Gabbema, pak M.

'}

Collectie brieven N". 38. In het Rijks-Archief te

V.

D.

TuuK,

1.

vio-

c, p. 304.

Leeuwarden wordt het Archief

der Franeker Academie bewaard. Daar vindt men ook een grooten foliant: „Stukken en Brieven der Professoren van de Academie te Franeqner van 't begin 1713."

Gemakshalve, op voorbeeld van Boeles, „Collectie brieven" genoemd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's