GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 399

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 399

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HS7

Deo debitum, creaturis, quovis praetextu communicant." ^) En dit nu zoo zijnde, laat het zich volkomen begrijpen, aan Voetius schreef, naar aanleiding van diens Diatribe, „Sententiam illam praefero, quam tueris." dat

hij

En

GoMARus, de leermeester van Voetius, schreef aan zijn

leerling

vius

naar aanleiding van diens optreden voor Macco-

en tegen

Amesius, dat

mee

had, en er zich volkomen

in illius discussione observavi, tati

hij

diens

Disputatie gelezen

vereenigde. „Evolvi, nihilque

quod non accuratum

et veri-

consentaneum existimem. At sane quantum errorum

syrma, contraria D. Amesii sententia secum trahat optime

quoque observasti."

^)

Zoo zijn we dan nu eindelijk aan Voetius zelf toegekomen, hebben ten slotte na te gaan, wat deze uitnemende Theoloog in zake dit geding oordeelde. Voetius besteedt aan deze quaestie in zijne Select. Disp. niet minder daa 32 en

bladzijden.

»)

Voetius begint met er op te wijzen dat het bestaan van dit probleem aan de Socinianen en Remonstranten is te

danken. De Patres en de Christelijke Doctores hadden steeds

beweerd dat aan Christus, krachtens de

oi/^oomix

met den

Vader, goddelijke honor, cultus en adoratio toekwam. De Socinianen daarentegen waren begonnen te onderscheiden tusschen de fides, cultus en adoratio die den eeuwigen God

en

Vader toekwam,

causa prima, en die welke aan

als

Christus toekwam als Mediator qua talis, d. w. z. als causa secunda, media et subordinata van alle dingen die betrek-

king hebben op onze zaligheid, (p. 520). En de Remonstranten waren eveneens van oordeel, dat aan Christus, qua Mediator, goddelijke eer bewezen diende te worden, edoch

men had

daarbij

toekwam aan zijn natuur. „Non est necesse,

niet te vragen, of dit

goddelijke of aan zijn menschelijke

')

Rivet, Opera Omnia,

p.

131.

^)

Voetius,

Select.

Disp., I, p.

539.

'}

Voetius,

Select.

Disp., I,

520

II,

p.

— 552.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 399

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's