GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 343

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 343

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEILIGE DRIEËENHEID.

341

nomen, noch ook de Heilige Geest, maar alleen de Zoon." Wij zouden hieraan kunnen toevoegen: de Vader is niet uitgestort, noch ook de Zoon, maar de Heilige Geest.

De

ontzaglijke moeilijkheid, verbonden aan de keuze van

het juiste woord, hebben

Calvijn zegt en

:

Augustinus en Calvijn

„Ik mocht wel lijden, dat ze

bewoordingen)

begraven waren,

(n.1.

maar

gevoeld.

die

namen

van weten dat de Vader en de Zoon en de Heilige Geest zijn een éénig God, en dat nochtans de Zoon niet is de Vader of de Heilige Geest, maar dat ze door eene bijzondere eigenschap zijn onderscheiden (Instit. I, 13, 5), en hij voegt er deze mededeeling aan toe: „Gelijke verontschuldiging doet ook Augustinus, zeggende, dat dit woord door nood opgedrongen is, te weten, vanwege dat er geen andere woorden waren voor als

iedereen

dit

zoo

een

groote en gewichtige zaak, niet

dat

woord

te

vast

wierd

volkomenlijk

verzwijgen,

geloofd,

uit

te

slechts

te

om

drukken,

dezelve door

maar om

niet

hoe dat de Vader, Zoon en Heilige Geest

drie zijn."

De Kerk is tot hare formuleering van het Drieëenheid gekomen door ernstigen en zwaren

dogma strijd

der

tegen

de ketters. De inzet van dien strijd was de waarachtige Godheid van den Christus. Arius en de zijnen wilden Christus wel, in den zin van Joh. 10 35, „God" noemen, maar Hem niet eeren als een Goddelijk Wezen, dientengevolge Hem niet belijden „eenswezens" met den Vader te zijn, want zij beschouwden Hem als het eerste en voornaamste Schepsel des Vaders. De Macedoniërs, volgelingen van den Ariaanschen :

Patriarch MACEDONIUS, loochenden de eigen persoonlijkheid des Heiligen Geestes, bewerende, dat onder dien naam niet anders verstaan moest worden dan de genade, die van God

afdaalde op deze aarde. Zoo leerden de Arianen, dat er één God was, de Vader; maar zij bestreden de Godheid des

Zoons en loochenden de persoonlijkheid des Heiligen Geestes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 343

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's