GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 76

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

,

ONNATUURLIJKE VERSCHIJNSELEN.

74

spot drijven, eten, drinken en vroolijk

zijn, en zich in alles gedragen als was er geen God, en als zouden ze nooit met Hem te doen krijgen. Men noemt ze de practische Atheïsten, omdat zij feitelijk Atheïsten zijn ten aanzien van de practijk des levens. Als nu de vraag zóó gesteld wordt zijn er practische Atheïsten ? dan kan nooit anders geantwoord dan helaas, er zijn er zeer vele. Een breede schare leeft dag aan dag voort zonder God en zonder religie, nimmer hun ijdelen weg naar Zijne geboden richtend, wandelend naar het goeddunken huns harten, zich om geen eeuwigheid bekommerend. Als de Heilige Schrift dan ook hier en daar de voorstellingschijnt te geven, dat er werkelijk Atheïsten zijn, bedenke men, dat zij op die plaatsen doelt op zulke wereldschgezinde, lichtvaardige lieden, die zich aan niets laten gelegen liggen, feitelijke Godverzakers, „ goddel oozen", practische Atheïsten. Psalm 10 4 zegt: „De goddelooze, gelijk hij zijnen neus omhoog steekt, onderzoekt niet al zijne gedachten zijn, dat er geen God is." Hier wordt geteekend de goddelooze, die goddelooslijk handelt, die den ellendige vervolgt, den gierigaard zegent, den HEERE lastert. Zijn mond is vol vloek en bedriegerijen en list. Onder zijn tong is moeite en ongerechtigheid. Hij is trotsch van harte, hoogmoedig; hij steekt, als uiting van verachting, zijn neus omhoog. Van dien goddelooze nu staat er: „h?j onderzoekt niet" en dat beteekent, dat hij zóó hooghartig is, dat het hem niet in den zin komt naar God te vragen, te onderzoeken of God er is, iets van hem eischt, op hem let, hem zoeken zal. Dat onderzoek acht hij in zijn verwatenheid verre beneden zich. Hij spreekt boud: ik zal van geslacht tot geslacht in geen kwaad zijn. God telt voor hem niet mee; hij acht het niet de moeite waard, zich een oogenblik met Hem bezig te houden. Al zijn gedachten zijn, dat er geen God is. De gedachte aan God komt nauwelijks bij hem op, hij behandelt Hem als niet-bestaande. Hij leeft alsof er geen God is. :

:

:

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's