GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 242

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 242

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

:

DE NAMEN GODS.

24O

Uwen Naam

vreezen" (Ps. 61 6), dan bedoelen deze de andere van soortgelijken inhoud, met te spreken van dien Naam, aan te duiden de openbaring van den God des Verbonds in het rijk der particuliere genade. Waar Jehovah Zich openbaart met Zijn Woord en beloften, waar Hij komt met de wondere kracht en macht van Zijn hemelsch Koninkrijk, waar Hij Zijn Goddelijk genadewerk uitvoert in en aan de uitverkorenen, waar Hij Zijn trouw houdt, die

teksten,

Zijn Zijn

:

en

Woord waarmaakt,

Zijn beloften gestand doet, kortom,

zaligmakende genade betoont,

God

Zijn

Naam

uit

daar draagt de eeuwige voor Zijn volk en in Zijn Goddelijk Rijk

op deze aarde en het ééne woord dat 's HEEREN erfvolk bezit om de volheid van alle genade uit te drukken is ;

de

Naam. Daarom

lezen wij, dat de aartsvaders den

Naam

aanriepen

voor dien Naam altaren bouwden, en voorts van Gods kinderen uit alle eeuwen, dat zij dien Naam

en

uitriepen,

dat

zij

maken, loven, prijzen en verheerlijken, er zich in beroemen en verblijden, en dat het al hun begeeren is, te vreezen en te eeren dien heerlijken Naam, waarop zij al hun hoop en betrouwen voor tijd en eeuwigheid stellen. Dat de Naam des HEEREN, zonder eenige toevoeging en alleenlijk door Naam aangegeven, doelt op de bijzondere openbaring van den God des Verbonds, blijkt uit Leviticus 24, waar de droeve geschiedenis verhaald wordt van den zoon groot

der Israëlietische vrouw, (vs.

11).

die den

Daar wordt elke

NAAM lasterde, en vloekte

letter kapitaal

geschreven, en

de eerste. Als wij nu in vs. 16 lezen: „En wie den naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden de gansche vergadering zal hem zekerlijk niet alleen

;

steenigen; alzoo zal de vreemdeling

den worden," dan als

hij

vers, dat de

NAAM

zal

blijkt uit

Naam

of de

zijn, gelijk

gelasterd hebben,

de inboorling,

hij

zal

de volkomen gelijkstelling

NAAM

is

de

Naam

des

gedood

in dit

ééne

HEEREN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 242

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's