De band des verbonds - pagina 286

VAN DE HEERLIJKMAKING.

I.

DE HEERLIJKHEID HIERNAMAALS. Gij

zult mij

zult Gij

leiden door

Uwen

mij in heerlijkheid

raad, en daarna

opnemen.

Psalm

73

:

24.

Onze behandeling van de orde des heils spoedt ten einde. Wij zijn thans toegekomen aan het laatste stuk van onze taak. De Raad Gods met zijn uitverkiezing, de Raad des Vredes met zijn eeuwige rechtvaardiging, de wedergeboorte de roeping, het geloof en de rechtvaardigmaking daarde bekeering en de heiligmaking, zijn even zoovele schalmen in de gouden keten des behouds, en zij zijn alle zoowel afzonderlijk als in onderling verband door ons, naar de mate onzer kracht, en naar het licht ons over die dingen geschonken, beschouwd en behandeld. Maar één stuk rest ons nog om te bespreken, en dan kunnen wij, wat deze stukken aanbelangt, de pen nederleggen, en wachten op den zegen des HEEREN over 'dezen onzen en

door,

arbeid, ten dienste Zijner

Gemeente

verricht.

Die laatste schalm heet de heerlijkmaking, om haar bij den meest gebruikelijken naam te noemen. En het is hiervoor, dat wij ten slotte uwe aandacht vragen. 282

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen