GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Paap.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Paap.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik was dan Gereformeerd, zooals ik mij verbeeld'; Ziet hoe de wereldling zich in dit stuk nog streelt. Hij schuwt het Roomsch' geloof, hij gaat het vonnis strijken, Hij kan den afgodsdienst geheel en al bekijken; Wat zijn die menschen blind, die 't Pausdom hierin eert; "Wat 'B mijn geluk dan groot, ik ben toch Gereformeerd. Kom, Gereformeerde mensch! gaat eens aan 't onderzoeken, AU God u oogen geeft, dan komt het uit de hoeken, Want anders zijt gij blind, met al uw Gereformeerd, En gij voelt nooit dien Paap, die in uw hart verkeert. Uw naam, die is genoeg, daar gaat gij maar op voort, Maar weet het, Gereformeerde! dat gij uw ziel vermoord. Gij ziet den blinden Paap langs gracht en straten loopen, Maar weet niet, dat hij in uw hart is ingeslopen.

Weet gij wel, anfie Mensch! wat 't ie te wezen Gereformeerd? Ik antwoord: als de ziel tot God toe wordt bekeerd; Want daarvan is hij los, vervreemd en dood in zonden, Nu wordt hij Gereformeerd, als God hem heeft gevonden; Dan wordt hij opgewekt uit zijner zondenslaap, En roept luidruchtig uit: van binnen zit de Paap.

Dat wist ik — worm — niet, ik was toch Gereformeerd? Want mijn belijdenis, die had ik goed geleerd; Ik ging toch naar de kerk, en nam mijn plichten waar; Één ding ontbrak! 't gezicht van m' innig zielsgevaar.

Daar was ik voor verblind, dat kon ik niet bekijken, En daarom kon ik wel der roomschen vonnis strijken; Maar nu Gods Heiige Geest mij anders heeft geleerd, Gij blijft een blinden Paap, zoo God u niet bekeert.

Weet gij niet, dat Gods Woord u duideljjk doet hooren, Gij komt niet in Mijn Rijk, als gij niet zijt herboren ? Xu, Gereformeerde mensch! vraag nu eens waar gij staat; Dien naam Blechts baat u niet, dat is maar lippenpraat. Kom, Gereformeerde mensch! ik zal u laten hooren, Wat 's menschen ziel bevindt, als zij wordt weêrgeboren :

God vindt den zondaar dood, verloren in den grond; Maar Gods ontdekkend licht geeft hem een zielewond. Die wond veroorzaakt pijn, brengt hem tot innig kennen ; Xu roept de arme ziel: och, wilt U toch ontfermen! Want zwijgen kan zij niet, haar loop heeft God gestuit; Komt Jezus in de ziel, dan moet de Paap er uit.

Xu zegt de arme mensch: wat heb ik mij bedrogen! Xu Christus op Zijn schaal mij even heeft gewogen.

Hij voelt zich al te licht, maar God heeft hem gevonden, Die brengt 't geloove meê; o, vlucht naar Jezus wonden, Hij wil u, zoo gij zijt, verloren in den grond, Gij stondt op 't perkament van 't eeuwig trouw verbond". Zoo wordt hij Gereformeerd, door Gods ontdekkend licht, Xu niet meer door een bril, maar door een klaar geaicht. "Wilt gpij, naam-Gereformeerde, meer van 't ontdekken weten? Wat volkje dat het is? zij worden uitgekreten Vocfr fijnen, kwezelaars, en voor een scholtiaan; Men mag hun adem niet, weg dus met zulk bestaan.

Zij worden steeds vervolgd, bespot en uitgelacht, Maar Jezus roept hun toe: voor u heb Ik 't volbracht. Xu kan naam-Gereformeerd, dat volk niet meer verdragen, Zij worden voor hun vleesch de innerlijkste plagen, Maar 't blijft het echt bewijs, gegrond op 's Heeren Woord Als God de ziel ontdekt, dan blaast de satan moord.

Als hij dan zelf niet komt dan zend hij helsche. honden Die bijten in zijn wol, maar kunnen 't hart niet wonden Daar staat Borg Jezus voor, daar zijn zij door geleerd; God heeft ze door zijn Geest veranderd en bekeerd.

Kom dan, arm Adamskind! val God toch in de handen In Christus zijnen Zoon rom'len zijn ingewanden, Als Hij 't gekerm hoort van een arm en weerloos schaap Geloof op Godes Woord, dan vlucht onze eigen Paa Probeer het, arme mensch, gij kunt hier niets verliezen Want gij bezit geen aas; wil dan ten eerste kiezen.

Val, zoo gij zijt, voor God, verloren in den grond; Houd aan, houd aan; pleit op Zijn trouwverbond; Wat baat u dezen naam; ik ben toch Gereformeerd! Als God uw adem eischt, en gij zijt niet bekeerd; Gij weet toch wel de plaats waar gij dan aan zult landen, In 't eeuwig helsche vuur, daar zult gij eeuwig branden; Gods waarheid toch staat pal: wat niet is weêrgeboren, Dat hoort niet in Mijn stal, maar gaat gewis verloren. Och, arme wereldling! bedenk toch eens de kosten; Val brullend voor Gods troon; och, of Hij u verloste Van 't helsche zondenzeer, daar wij zijn in geboren; Bij Jezus is genade, als 't met u is verloren.

Verloren moet het zijn, eer dat het wordt gevonden; Gezond, toch innig krank; en zuiver, schoon vol wonden, Dat wordt het kenmerk dan, als God de ziel ontdekt, En met zijn liefdekoord het uit een afgrond trekt; En dan zal Gereformeerd het met mij ondervinden, Die hier dat stukje schrijft, ach, wat was ik een blinde, Wat deed ik niet mijn best met zwoegfen en met werk; Zoo bleef ik Gereformeerd, in eigen krachten sterk, Ik hield dien ouden Paap, gestadig aan de hand, Totdat die trouwe God het alles heeft verbrand.

Druk van H. .1. WINTK», Ooudsbloemstr. 41. Ams

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

DNK | 84 Pagina's

De Gereformeerde Paap.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

DNK | 84 Pagina's