GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zonderlinge redder.

Slangen hebben zich in de wereld niet bemind gemaakt en daar is wel reden voor. We hebben van hen een afschuw als van valsche, soms vergittige dieren, en ontvlieden hun zoo veel mogelijk.

Toch schijnt ook soms een slang beter te zijn dan men denken zou, zooals blijkt uit een geschiedenis, die onlangs in Amerika moet gebeurd zijn. Daar woonde, en wel in Brevard, een gezin, Belden genaamd. Daarin nu was een dochter van 11 jaren oud, die een bijzondere liefde had voor eene groote ratelslang, welke, als zij 't dier riep, in haar schoot kwam liggen. De slang had ook groote genegenheid voor het meisje, en liet haar toe haar te streelen en te rollen zooals zij wilde.

Onlangs speelde het meisje in de bosschen nabij het huis, met de slang op haar schoot. Een neger zag het kind, en meenende dat zij onbeschermd was, snelde hij toe, greep het meisje in zijn armen en wilde haar de bosschen in dragen, terwijl hij met de hand haar mond toehield om haar 't schreeuwen te beletten. Maar dat liep mis, want de slang kroop uit de vouwen van haar jurk te voorschijn, draaide zich om den arm van den neger, en beet hem in zijn nek, terwijl zij van woede siste. De neger liet daarop het kind vallen, greep de slang, en wierp haar tegen een boom. Het meisje liep schreeuwende naar huis, doch de neger was pas eenige stappen ver, toen het slangengift begon te werken; kort daarna stierf hij onder groote smarten.

Dat de dieren, ook die van welke men het 't minst zou verwachten, genegenheid kunnen toonen is wel bekend. Evenwel zou ik den lezeressen niet raden om tot proef daarvan een slang te huren. Houdt u liever bij den hond en de poes, en denkt bij de slang aan wat vader Luyken van haar zegt:

»Als ik u aanzie met mijn oogen, Dan denk ik hoe die oude slang Mijn moeder Eva heeft bedrogen. En maakte 't al haar kindren bang."

Een vers uit Afrika.

Uit Zuid-Afrika —-waar de Iferaut ook geitzen wordt — ontving ik voor eenigen tijd een boek, dat van buiten fraai was en evenzoo van binnen. Het bevat verscheidene gedichten, die gemaakt zijn door een heer die Hubertus Elffers heet. Vóór eenige jaren ging hij uit Haarlem naar Afrika om er onderwijs te geven in de Nederlandsche taal en doet dit nog.

Onder zijn gedichten zijn er ook verscheidene voor de jongelui. Een daarvan volgt hier, en zal, hoop ik, den vrienden lust geven er meer te lezen. Het boek is wel waard geheel gelezen te worden, ook door oudere menschen.

NESTJES BOUWEN.

Zegt eens, lieve, kleine vogels. Waar hebt gij uw kunst geleerd? Zegt, met wat bekwamen meester Hebt gij jaren lang verkeerd. Dat gij hier in twee, drie dagen Zulk. een nestje bouwen kunt; Dat ge schikt, en bindt, en strengelt Enkel met uw snavelpunt? Wie wees u, hoe gij het mandje Zacht met pluimpjes voeren zoudt. Dat de kleintjes warmpjes liggen; Zich niet schaven aan het hout ? ' »Beste jongen, kunst en kennis Brengt de vogel mee uit 't ei; Onder ons is geen, die d' ander Iets van dit geheim ooit zei! Geen, die ooit eens bij zijn buren Stilletjes een kijkje nam; Die van ouders of van vrienden Ooit een wenk of raad bekwam! Onze Schepper, Die met wijsheid 't Al bestuurt, heeft liefderijk Deze kunst ons ingeschapen, Zijner trouwe zorg ten blijk!"

Vogeltjes, och, gij begrijpt niet, Wat de goede God u gaf! Ik zit daag'lijks op de schoolbank, Tel mijn sommen op en af! Lees en schrijf om knap te worden. Half maar uit liefhebberij ! En gij, lieve, kleine vogels, Kruipt volmaakt al uit het ei!

»Knaapje, wees toch niet ondankbaar! Wij zijn groot in één jaar tijd; Gij in twintig, of soms meer nog: Denk eens, wat een onderscheid! Wil uw tijd getrouw besteden Aan 't vervullen van uw plicht: 't Moeielijkste werk van heden Valt u later zeker licht!"

AAN VRAGERS.

X. — Hoewel we meenen reeds vroeger uitvoerig over de maan te hebben gesproken en daarheen verwijzen, willen we tot duidelijkheid nog gaarne iets zeggen, dat makkelijk te onthouden is. "

De maan staat onder alle hemellichamen 't dichtst bij ons. Als men met een flinken sneltrein den weg van de aarde daarheen kon afleggen, zou men echter nog ruim »5Ï^ maanden noodig hebben. Daar er op de maan geen lucht is, zoover men weet, kan daar ook niets leven; er zijn ook geen wolken, geen regen of sneeuw, ja er is geen enkel geluid te hooren. Veertien dagen lang gaat de zon er niet onder, zoodat de hitte rijzen moet tot 300 graden boven kookpunt, — een flinke warmte voorzeker! Maar daarop volgt een nacht van veertien dagen, even bitter koud, als de lange dag fel heet is geweest.

CORRESPONDENTIE.

Filólogus te R. — Voor de zooveelste maal zeggen we wederom : Alleen wanneer de vrager zijn naam noemt, kan er op de vraag worden geantwoord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1887

De Heraut | 4 Pagina's