GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„En de bergen zijn niet gevonden!”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En de bergen zijn niet gevonden!”

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet gevonden. (Openb. 16 : 20).

De bergen der aarde zijn voor ons menschen het indrukwekkendste, het meest majestueuze, het meest aangrijpende, dat zich denken laat, en wie ooit tot in het hart van de hoogere bergwereld mocht doordringen, staat nergens meer verbaasd en verplet door de entzaglijke majesteit des Heeren HEEREN, dan als hij den donder beneden zijn voet hoort roiieu en de eeuwig witte kruinen naar den hemel ziet rijzen met hun wanden van ijs en graniet.

Als daarom de Psalmist wil uitspreken, hoe, tot in het diepst zijner ziel geroerd, hij onder de Heiligheid des Heeren verplet ligt, dan roept hij uit: „Uw gerechtigheid is als de Ier gen r Als de ontzaglijke tegenstand moet aangeduid waarmee Satan tegen Sion strijdt, dan heet Satan i> een bultige berg van JBasan", die zich tegen Sion verheffen wil." Als de bangheid der ziele drukt, om niet uit te vallen uit de Wet des Heeren, dan vraagt de godvruchtige zanger: > Wie zal opklimmen tot den berg des Heeren ? " Als de psalmist ons de mogendheid des Heeren HEEREN wil toonen, zegt hij ons »dat de bergen in het hart der zee verzet worden." En als de hoovaardij der menschen in haar onmetelijke schuld moet gebrandmerkt, dan heet het: »Wie zijt gij, o groote berg!'\ of bij Jeremia: »Ziet, ik wil aan u, gij verdervende bergen!”

Of ook, als de Heere zijn volk troosten wil, en Hij ziet het in angst voor de hooge en machtige personen der wereld, die zijn volk verschrikken willen, dan doet Hij het hun aanzeggen, »dat alle, hooge berg, en alle heuvel door Hem zal vernederd worden"; dat Hij »de bergen dorschf'; ze doet »smelten als was" en fvervlieten voor zijn aangezicht." En dat omgekeerd, zijn lieve kinderen op aarde, indien ze maar »geloof hadden als een mosterdzaad, tot dezen berg zouden zeggen: Word opgenomen en in de zee geworpen!, en dat het alzoo zou geschieden.”

Maar toch Hij heeft nóg rijker vertroosting, want op Pathmos heeft Hij den doorluchten dag verkondigd, - D waar op de bergen zelfs niet meer zouden gevonden worden.”

Niet meer gevonden !

Nergens, nergens een berg meer, die zich tegen u opmaken, zich op u werpen en u benauwen kan.

Weg alle hooge personen, en alle man die zich in ongerechtigheid gesterkt had, en de verdrukker der weduwen en der weezen, en de benauwer van de kleinen op aarde; en voor een ieder een vrije weg en een open pad, om niets dan dien éénen Berg, den berg van de heiligheid des Heeren, over te laten.

Hier moet die druk er zijn; hier kan het niet anders of telkens moeten we de hoogheid der menschen en der menschelijke machten zich als een berg tegenover ons^ zien verheffen. Maar daar zal dat uit zijn.

Dáár zal geen hoogheid der menschen, zal geen bultige, geen groote, geen hooge berg, en geen heuvel zelfs, meer onder menschen worden gevonden.

Geen berg meer gevonden!

En dus ook niet meer die hooge, die drukkende, die benauwende berg van uw levenstaak, die daar eiken morgen weer voor u ligt, ' en dien ge bestijgen moet, en waar ge bijna niet tegen op kunt. Bij eiken voetstap dien ge opwaarts op het pad zet, glijdt die voet weer uit. »Heere, roept ge, help mij, ik zou in het stijgen nederzijgen, leid mij op die hooge rots!”

En de Heere hoort u, en Hij helpt u, o, zoo ontfermend!

Maar met dat al, eiken morgen staat die

berg er weer, en eiken Maandag als de Sabbath uit heeft, rijst hij weer voor u op.

Moeite na moeite; verdriet bij verdriet; teleurstelling na teleurstelling; o, een berg van levensbenauwing om niet over te komen.

Het benauwt u tot op uw legerstede. Het schrikbeeld drukt u tot zelfs in uw oogenblikken van verademing.

o, Die groote Berg van uw levenstaak hij werpt op uw leven zoo diep donkere schaduw!

Maar nu, houd moed, arme worstelaar! Eens heeft ook dat hopeloos u afpijnen uit.

Eens wordt ook die berg niet meer gevonden!

Of zaagt ge bergenhoog minder nog die levenstaak, maar meer uw schuld, uw ontzaglijke doemschuld voor uw God voor u oprijzen?

Dat ge eerst dacht op een effen veld te wandelen, en geen schuld zaagt, zooals het voor u uit in wolken en nevelen gehuld lag; maar dichter bijkomend die nevelen zaagt optrekken, en toen allengs uit die nevelen, die bergenhooge opeentassing van uw zonde en uw schuld voor uw God zaagt opdoemen.

o. Dat is banger nog, dan het komen voor de bergen der verdrukking en de bergen van moeite en zorgen.

Als ge ingesloten raakt, en schuld van alle kant ziet, en van alle zijde die grauwe, sombere bergen van uw doem en uw oordeel voor den Heilige ontwaart.

Als ge die hoogte uwer ongerechtigheid eerst nog voor heuvelen hadt aangezien, maar nu al nader tredend, tot uw schrik en ontzetting merkt, wat bergen, en wat hooge bergen het zijn.

En dan boven op den top dier bergen, als eens op Sinaï, de verschrikking van de stemme des donders, en van het geluid der bazuin en van het vuur!

Zeg het mij, wie beeft, wie siddert dan niet?

Wat kind des menschen zou dan bestaan?

Maar nu ook hier zijn de vertroostingen uws Gods zoo ondoorgrondelijk rijk in ontferming.

Want hoor, ook die bergen van nw schuld en die bergen van uw zcmde. Hij heeft ze door genade als was doen smelten.

Hij heeft ze in de diepte der zee geworpen.

En eens, eens komt de dag dat voor uw een verschrikte conscientie ook die bergen niet meer worden gevonden !

Maar dan ook, stem uw ziele tot ernst, gij die dit leest.

Want ook zijn er bergen om u heen, en onder u, waarop ge uw hope hebt gesteld.

Soms bergen van goud en goed; bergen van macht en invloed; bergen van schat en van talent, waarop ge uw huis hadt vastgezet.

En als ge dan anderer hut met den waterstroom zaagt afdrijven, en anderer geluk door het verschuiven van het oeverzand verwoest; maar gij bleeft de rijke, de machtige, de ongedeerde, dat ge tot uw ziel zeidet: Mijn berg is staande gebleven! o, vertrouw dan niet te vast.

Ook »de gedurige bergen", zegt de profeet, zullen eens als kaf voor den wind verstuiven.

En ook deze uw berg, hij zal eens niet meer worden gevonden.

Ja, laat dit woord nog dieper in u doordringen.

Misschien, wie weet, misschien voelt ge u zelven als een berg,

In u veel kracht van persoonlijkheid; veel hoog zelfvertrouwen; meerderheid in velerlei opzicht; dat, ja, waarlijk velen als tegen een berg tegen u opzien, en ge in uw zelfgenoegzaamheid, u zelven vast voelt staan, gelijk de bergen vaststaan.

En dan ware dit zoo, bedenk het dan wel.

Alle berg, zegt de Heere HEERE, en dus ook uw berg, zal vernederd worden.

En ook van u zal het woord eens waarheid zijn: Deze berg wierd niet meer gevonden.

En wat dan alleen gevonden zal worden, het is het wormpje Jacobs voor zijn God!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's

„En de bergen zijn niet gevonden!”

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1887

De Heraut | 4 Pagina's