GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Op het Synodaal Convent zijn zes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op het Synodaal Convent zijn zes

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op het Synodaal Convetit-zijn. zes Deputaten benoemd, om het oog te houden op al wat strekken kon, om hereeniging met de broederen van de eerste uittreding uit het Genootschap te bevorderen.

Het zijn de heeren Dr. W, van den Bergh, Mr. L. W. C. Keuchenius, W. Kuhler. Dr, A. Kuyper, Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman en Dr. F. L. Rutgers. Deze nu kwamen onlangs saam, om, nu de Concept-circulaire van en aan de Kerkeraden in zee was, te overleggen, of ook hun wellicht iets te doen stond.

Zich wel bewust, dat hun roeping niet was om als machthebbenden te handelen, maar om als in de quaestiën ook zelven ingewikkeld, zoo mogelijk de kerkelijke publieke opinie te leiden, spraken ze het wenschelijke uit, om zoo spoedig mogelijk in contact te komen met mannen uit de broederen der oudere uittreding, die geacht konden worden in eigen kring een niet onbelangrijk aandeel te hebben in de vorming der publieke opinie op hun terrein.

Zij wendden zich daarom tot de heeren Docenten van de Theologische School te Kampen, met de vraag, of zij allicht niet genegen zouden zijn, om eene conferentie tusschen de zes Deputaten en de Docenten der School mogelijk te maken.

Niet op eenmaal drongen zij op zulk een conferentie aan, daar voorbereiding voor zulk een conferentie altoos onmisbaar is, en het billijk en kiesch scheen, die voorbereiding niet unilateraal aan zich te trekken. Van beleefdheid en kieschheid hangt bij het op touw zetten van zulk een zaak zooveel af.

Zij verzonden daarom dit schrijven:

AMSTERDAM, 15 September 1887.

Aan de Hooggeleerde heeren Docenten . der Theologische School te Kampen.

Hooggeachte Heeren en Broederen !

Op het Synodaal Convent der Nederduitsche Geref. kerken (Doleerende) den aSsten Juni jl. en volgende dagen tej Rotterdam gehouden, kwam o. a. de hoogst gewichtige vraag te berde, of niet gestreefd moest worden naar hereeniging van alle Gereformeerden hier te lande onder éénzelfde Kerkregeering.

Door een Commissie, benoemd om het Convent desaangaande van advies te dienen, wierd daarover het rapport ingediend, dat in de Acta, waarvan een exemplaar hiernevens U wordt toegezonden, onder art. 31 is opgenomen.

Dit rapport werd blijkens art. 33 van de genoemde acta door de geheele vergadering overgenomen, en tevens de daarin voorgestelden tot Deputaten voor deze materie benoemd.

De broederen nu, die de eer hadden op deze wijze een zoo kiesch en teeder mandaat te ontvangen, hebben gemeend zich van eiken stap te moeten onthouden, zoolang niet gevolg was gegeven aan den eersten wenk van het Convent, strekkende om de Kerkeraden ernstig tot wegneming der bestaande koelheid en tot de wisseling van een broederlijk woord uit te lokken.

Nu echter hieraan, althans in zeer vele plaatsen, gevolg is gegeven, achtten zij het oogenblik gekomen, om , te overwegen, of allicht ook door hen, als Deputaten, iets in de aangewezen richting kon worden gedaan.

Zij zijn daarom saamgekomen, en hebben geconstateerd :

1°. dat hun geen last of volmacht gegeven was, om namens ééne of meerdere kerken te handelen, maar alleen om op de stemming der gemoederen en de ontwikkeling der denkbeelden zoo mogelijk verzoenend in te werken, en mogelijke latere handelingen van alsdan daartoe °te qualificeeren personen voor te bereiden en te vergemakkelijken.

2°. dat sinds het Synodaal Convent beslist den plicht tot hereeniging, als ons van Godswege opgelegd, uitsprak, blijkbaar in de gemoederen nu reeds zekere geest van toenadering viel te bespeuren en sints schier geen wanklank meer vernomen wierd;

3°. dat metterdaad nu reeds vesleer het besef aan beide zijden begint door te dringen, dat hetgeen langen tijd een illusie scheen, op weg is om, mischien spoediger dan men denkt, verwezenlijkt te worden;

en 4°. dat zij in dezen stand der-zaken aan tekortkoming schuldig zouden staan, zoo ze geheel stil zaten.

In verband hiermee spraken ze als hun gevoelen uit, dat er, naast de wisseHng van gevoelens tusschen de plaatselijke Kerkeraden, nu reeds plaats is voor vri& üé[mgya, n gedachten tusschen hen, die geacht kunnen worden, de algemeene opinie beiderzijds min of meer officieus te vertegenwoordigen, en dat het raadzaamst ware, zoo zij poogden te weten te komen, of eene geheel vrije bespreking van dit gewichtig onderwerp tusschen U en hen mogelijk en profijtelijk zou zijn.

Zij zelven konden dit niet beslissen, en een geheel onvoorbereid samenkomen treft gemeenlijk geen doel.

Het is daarom dat het hun beter toescheen, reeds deze preliminaire vraag gezamenlijk te bespreken. Zelfs de schijn moest vermeden worden, alsof zij hunnerzijds door het prepareeren van zulk een Conferentie zich zekere leiding aanmatigden.

En het is daarom dat zij besloten, U beleefdelijk en broederlijk te verzoeken, wel drie deputaten uit uw midden te willen afvaardigen, die met drie hunner op Donderdag den 22 September e.k. des namiddags te één uur in het Hotel des Pays-Bas te Utrecht konden . saam komen, ten einde:

1°. te overwegen oi eene conferentie van onze zes Deputaten met de Docenten der Theol. School raadzaam zij;

en 2°. indien ja, dan het agendum voor zulk eene Conferentie op te maken.

Onzerzijds werden hiertoe aangewezen de heeren Kuyper, Van den Bergh en Rutgers. Mogen we hierop uw gewaardeerd antwoord vóór aanstaanden Maandag te gemoet zien? U in de genade onzes Heeren Jezus Christus aanbevelende, die U en ons in deze zaak zijner Kerk leide, blijven wij met broederlijke hoogachting,

Uw dw. medebr^ Na^nens de zes B.B. voornoemd, F. L. RUTGERS.

Deze termijn was blijkbaar te kort gesteld. Althans de heer Doe. Lindeboom antwoordde per ommegaande:

Waarde Broeder !

Dinsdag a. s. vergadert D. V. het Docenten-college, ter voorbereiding van de opening der lessen. Op die eerste samenkomst zal ik uwe gewichtige missive mededeelen. In geen geval echter zou iemand uit ons de volgende week tijd hebben voor eene samenkomst, als door U is voorgesteld. Omdat Woensdag het admissie-ex. plaats heeft, Donderdag\\tX. classen-ex. der adm., en Vrijdag al de lessen beginnen.

Omdat Gij va'ar Maandag nntwoord verzoekt, zend ik U, nu ik tehuis komende uwe missive vind, dadelijk dit voorloopig bericht.

Een ex. der »Acta" S. C. heb ik niet ontvangen.

U met de broederen groetende en in alles Gode en den Woorde zijner Genade bevelend e

Uïii Dw. Broeder in Hem, die het Hoofd en de Heere is. L. LINDEBOOM.

Kampen, 17 Sept. 1887.

Toch deed dit in niets te kort aan den broederlijken en voorkomenden zin, waarin uit Kampen definitief geantwoord wierd. Immers onder dagteekening van 22 September 1887 ontving Dr, Rutgers dit kostelijk .schrijven:

Aan de Weleerwaarde en Hooggel. HH. Deputaten van het Synod. Convent (Neo^ Ger. kerken. Dol.) voor de bevordering der kerkel. hereeniging.

Hooggeachte Heeren en Broeders !

Uw broederlijk schrijven dd. 15 dezer deed ons goed aan het Irart. Het was ons een oorzaak van blijdschap der ziel en van dankzegging aan God den Heere.

Met U toch is onze bede tot God, dat het Hem behage te geven »eene hereeniging van alle Gereformeerden hier te lande onder éénzelfde kerkregeering naar zijn Woord.

Daarnaar te streven, naar eisch van Gods Woord, achten w^ dan ook niet slechts onze roeping voor God, maar het is ook naar den drang van ons hart. ^

Uw vraag, of soms ook wisseling van gedachten tusschen wederzijdsche broeders onder den zegen des Heeren daarvoor bevorderlijk zou kunnen zijn, heeft weerklank bij ons gevonden.

Van onze zijde verklaren we ons dan ook volgaarne bereid, aan zulk eene wisseling van gedachten of vrije bespreking deel te nemen. Te meer doen we dit gaarne, omdat, ook volgens uw schrijven, er omtrent aard ot karakter dier »vrije bespreking" geen misvatting kan zijn.

Van last of macht tot handelen, namens wien ook, kan onzerzijds geen sprake zelfs zijn. Niets van dien aard is ons verstrekt; en het allerminst verleent het ambt, dat we naar Gods bestel bekleeden, ons tot zoo iets het recht.

In die kwaliteit of ook als Kollege van Docenten der Theol. School kan door ons niet worden gehandeld.

Dit wordt, blijkens uw schrijven, ook niet door U verwacht. Doch om alle misverstand af te snijden, zijn wij ook zoo vrij, dit zoo duidelijk mogelijk te doen uitkomen.

Het zij een wisseling van gedachten van broederlijken aard, zonder officieel of zelfs officieus karakter. »Een vrije bespreking" van het door U gememoreerde onderwerp, waaraan v/ij deelrjemen als mannenbroeders, die ook in dezen weg naar hunne belijdenis van »de gemeenschap der heiligen" het goede voor Sion wenschen te zoeken.

Wij twijfelen niet, of daarover zijt Gij het met ons eens, dat we slechts als zoodanig a.zn de door U bedoelde wisseling van gedachten kunnen deelnemen.

Om de door U genoemde «preliminaire vraag" gemeenschappelijk te bespreken hebben we dan ook onzerzijds een drietal broeders verzocht. Het zijn de; HH. S. van Velzen, H. de Cock en D. K. Wielenga.

Aangaande den datum mogen we zeker wel nader bericht van U verwachten. Het liefst zagen we dien weder op een Donderdag gesteld.

Met broederlijke hoogachting en onder toebidding van 's Heeren zegen blijven we intusschen

UEerw. Dienstw. Brs., Het Docenten-Kollege v. n.,

L. LINDEBOOM, Rector.

C. MULDER, Secr.

Kampen, 22 Sept. 1887.

Thans is voorgeslagen en aangenomen, om op Donderdag 6 October te Utrecht saam te komen.

De saamkomenden zullen dan zijn de heeren Dr, W, van den Bergh, Doe, H, de Cock, Dr, A. Kuyper, Dr. F. L. Rutgers, Doc. S. van Velzen en Doe. D. K. Wielenga.

Vooral de tegenwoordigheid van Doe. H. de Cock kan goed in deze zaak doen.

Mogen de gebeden der kerken van nu aan zonder ophouden voor de eenheid der Belijdenis naar den Troon der genade opgaan!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Op het Synodaal Convent zijn zes

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's