GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een Luthersch predikant tegen de Gereformeerde kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Luthersch predikant tegen de Gereformeerde kerk.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Niettegenstaande Ds. Theodorus De Hartogh in zijne »Onzijdige aanmerkingen" ter bestrijding van de Gereformeerde leer der voorbeschikking, beweerd had, dat hij welhaast zou durven verzekeren, dat van de 1600 predikanten (daaromtrent) in de Nederlanden tenminste 1000 (waren), die de algemeene genade openlijk leerden, en, moesten zij recht opbiechten, die ook wel zoo geloofden in hun hart", ondervond hijzelf, dat de door hem bedoelden niet in de classis Walcheren waren. Het volgende tenminste gebeurde met hem in den jare 1739 in het dorp Groede in Staats-Vlaanderen.

Den 25sten Januari en den isten Februari predikte hij aldaar voor de Lutherschen in het kerkgebouw der Gereformeerde gemeente. De meesten dezer Lutherschen waren Salzburgers, die in 1732 uit hun eigen erve verdreven, door de Heeren van het Vrije (zoo heette een deel van Staats-Vlaanderen) gastvrij ontvangen waren en van een leeraar voorzien, met name Johan Gotlieb Fisscher, wiens taak het was zijne gemeentenaren in de Hoogduitsche taal te leeren en te catechiseeren i). Toen

1) Sinds de i6de eeuw bestonden in Salzburg (behoorende tot Oostenrijk) Luthersche gemeenten, die door de overheid daar geduld werden, omdat zij nijvere onderdanen waren, totdat de aartsbissehop, graaf Trimianus, ze in 1729 met geweld besturen wilde. Dit lukte echter met de meesten niet, zoodat zij in 1731 uit hof en huis verdreven werden. Verscheidene Protestantsche vorsten en machthebbenden trokken zich hun lot aan. Ook, zooals wij boven gezegd hebben, de Heereü van het Vrije.

nu op bovengenoemde Zondagen Ds. Fisscher niet voor zijne gemeente kon optreden, nam Ds. De Hartogh zijne beurt waar. Van deze gelegenheid maakte de Vlissingsche leeraar gebruik, om een aanval te doen op het hem hatelijk leerstuk der praedestinatie en zijne predikers. De eerste maal koos hij tot tekst Mattheus 20 vers I —16 (de gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard, eindigende met deze woorden: Alzoo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkorenen.") en de tweede maal Luk. 8 : 4—15 (de gelijkenis van den zaadzaaierj. De godsdienstoefeningen wierden gehouden tusschen de twee ordinaire predikatiën der Gereformeerden, »raet het opluiden van de klok der publieke kerk en onder een meer dan gewonen toeloop van menschen, ook uit de Gereformeerde gemeente van Groede." Ofschoon het zijn plicht was in de Hoogduitsche taal te preeken, deed Ds. De Hartogh het in de Nederduitsche. Toen Ds. Roering van Groede, na-de eerste preek, van zijne vrienden vernomen had, dat zijn Luthersche ambtgenoot »op een stoute wijze in de Gereformeerde gemeente aldaar zaden had gezaaid van verderfelijke dwalingen en ketterijen tegen het Woord Gods en de leer van de algemeene Christelijke Gereformeerde kerk en niet zonder de leer van de publieke kerk en van de eenige ware Christelijke Gereformeerde religie smadelijk te behandelen en hatelijk af te malen, " ging hij de tweede maal zelf hooren, zonder dat Ds. De Hartogh hem kon zien. Dit een en ander wist Ds. Roering op de vergadering der classis Walcheren, den sden Februari gehouden, te verhalen, daarbij vragende, »hoe zich in dezen te gedragen, om de gevaarlijke gevolgen daarvan ook speciaal voor zijne gemeente op de beste wijze tegen te gaan en de zuivere leer van de publieke Gereformeerde kerk tegen zulke stoute indrachten veilig te stellen.”

De classis vernam met smart het gebeurde, ofschoon zij zich hartelijk verheugde over den getrouwen ijver en waakzaamheid van haar medebroeder. Zou zij echter in dezen handelen, dan moest zij een officieel, door den kerkeraad gewaarmerkt, stuk hebben, waarin het te Groede gebeurde naar waarheid was verhaald. Dat geschiedde. Toen richtten zich de broeders van Walcheren èn tot de Staten-Generaal èn tot de Staten-Provinciaal van Zeeland. Tot de eersten, om zich over hetgeen geschied was te beklagen, tot de laatsten, om er bescherming te zoeken tegen Ds. De Hartogh in zijne ondernemingen bij monde en geschrifte tegen de leere der Gereformeerde kerk en hare leeraars. De Staten-Generaal zonden het door hun ontvangen rekest der classis terstond aan den magistraat van het Vrije van Sluis, met verzoek om in-Hchting, terwijl aan Ds. Fisscher verboden werd, hangende deze zaak, Ds. De Hartogh nog voor zich te laten optreden. In Januari 1740 zonden de afgevaardigden der classis een tweede rekest op aan de Staten van Zeeland »bij gelegenheid, dat gemelde De Hartogh de stoutheid gehad had, om, bij een tweede gedrukt geschrift de leere van de Hervormde kerk en derzelver leeraren en voorstanders schendig te blijven hoonen " Dit werd door de classis goedgekeurd, tegelijk dat zij besloot een tweede rekest aan de Staten-Generaal te zenden, om dezen nog eens het gebeurde mede te deelen. Tevens nam zij een geschrift over, door Ds. Johan De Crone geschreven onder den titel :

Noodige en getrouwe waarschouwinge aan alle de gemeenten van eenige waare zuivere

Christelijke Gereformeerde kerk van Nederland en bijzonder van Zeeland tegen de allergruwelijkste lasteringen op de leere en het gansche ligchaam van derzelver leeraaren uitgebraakt door

Theodorus De Hartogh Jasp. zoon, enz., ter billijking van haaren handel tegen zoo eenen faamroovenden openbaaren Lasteraar, uitgegeven

door de E Classis van Walcheren. Zelfs wilde zij het in het licht gegeven zien, nadat het nog eens op sommige punten, beweringen van Ds. De Hartogh rakende, vergeleken was met een door den kerkeraad van Groede onderteekend schrift, waarin het voorgeven van den Lutherschen leeraar weerlegd was; Het tweede rekest aan de Staten-Generaal had tengevolge, dat aan Ds. De Hartogh niet alleen het preeken te Groede verboden werd, maar ook de bediening der heilif< e Sacramenten, h.-t trouwen en alle andere kerkelijke functiën bij en onder de Salzburgers in de Groede. Wat betrof de harde en indecente expressiën tegen de leer der Geref. kerk en hare bedienaars, verwezen de Hoogmogenden naar hunne placcaten en orders, waarmee hun duidelijk kon blijken, waar zij met klachten hierover heenmoesten. Daar Ds. Theod. De Hartogh in 1741 stierf, verviel voor de classis elke reden, om tegen zijne uitlatingen langer op ie komen. Temeer, omdat slechts weinige Lutherschen als Ds De Hartogh waren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's

Een Luthersch predikant tegen de Gereformeerde kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 november 1888

De Heraut | 4 Pagina's