Op last der

Amsterdam, 11 Juli 1890.

Op last der voorloopige Synode van Utrecht heeft Dr. Wagenaar van Leeuwarden een tractaat opgesteld over het ambt aller geloovigen, dat dezer dagen bij den uitgever Jongbloed aldaar het licht zag.

Dit tractaat is met kalmte geschreven, en dringt tot het hart der quaestie door.

Het is niet een kleingeestig uitpluizen van oude citaten, maar een frisch en flink opvatten van geheel het vraagstuk, dat dogmatisch en historisch door hem wordt toegelicht.

Het doet ons genoegen, dat Dr. Wagenaar daarbij tot gelijke beschouwing gekomen is, als wij indertijd èn in onze opstellen over den Catechismus, èn in onze artikelen over het ambt der geloovigen gaven.

Tusschen hem en ons bestaat blijftbaar eenheid in beginsel en eenparigheid in theologische overtuiging, en het ambt in Gods kerken wordt ook door hem niet langer beschouwd als een uitwendig en tijdelijk instituut, maar als een rechtstreeksch uitvloeisel van onze schepping.

Moge dan ook dit tractaat een goeden opgang maken.

Het is zoo glashelder en zoo bezielend geschreven.

Lezing van zulk een boek sticht tienmaal meer dan de lectuur van onze Engelsche methodistische en daarom wortellooze geschriftjes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen