Officieele berichten uit de Ned. Geref. kerken.

KAMPERVEEN. De kerkeraad der Ned. Ger, kerk te Kamperveen bericht door dezen aan al de zusterkerken, dat hij in zijne vergadering van s Nov. j 1. onder voorzitterschap van den consulent Ds. L. Spoel, predikant te Kampen, voor zijn geheele kerk gebroken heeft met de Synodale Organisatie van 1816/52 en tot de nooit wettig afgeschafte Kerke norde van 1618/19 is teruggekeerd.

Namens den Kerkeraad.

L. SPOEL, Consulent.

De kerkeraad te Kampen van rouwbeklag ingediend. heeft een adres

HEINENOORD, 16 Nov. Het was heden voor onze gemeente een , _.. gewichtigen „ t.— dag. "' Leeraar en gemeente, door zoo teedere banden aan elkander verbonden, moesten van elkander scheiden. De vertrekkende leeraar. Ds. R, J. W. Rudolph, te Leiden beroepen, had tot tekst zijner afscheidsrede Num. 6:24—26. In zijne inleiding uit Hand. 20 ! 32—38, wees ZEw. er op hoe leeraar en gemeente op soortgelijke wijze scheiden moesten, waar zij Aoor geestelijke banden aan elkander verknocht waren. Maar juist daarom moest bij het afscheid alle vleeschelijke aandoening geweerd worden, die zich toch vaak het meest openbaart bij diegenen, die in onbekeerlijkheid volharden en het woord van den dienaar verwerpend om zijn heengaan op vleeschelijke wijze bewogen zijn.

Ook thans zij het in de afscheidsrede toepasselijke bediening des Woords. Daartoe bepaalde ZEw. de gemeente bij dien zegen, waaraan alles gelegen is, waardoor ook in den dienst des Woords de gebrekkigste middelen gedijen, voor dat gezegend volk, dat den vloek recht heeft leeren kennen en Hem, die een vloek geworden is voor zijn volk en alzoo dat gezegende Abrahamszaad, waarin al de geslachten des aardrijks gezegend zijn, ja zoo gezegend., dat alle dingen hun ten goede moeten medewerken, n.l. tot dat goede, dat zij eens zullen hooren: „Komt in, gï] gezegenden des Vaders en beërft het Koninkrijk, dat u weggelegd is voor de rondlegging der wereld." Daartoe ontvangen ij hier genade en vrede als den grootsten zegen, enade als de bron des vredes, de geestelijke rede als de vrucht der genade in de ziel. Die rede is het rusten door genade in den Drieenigen Verbondsgod, den Alzegenaar, uit Wien, oor Wien, en tot Wien alle dingen zijn, het iddelpunt en de bron des levens voor zijn olk, dat bij alles in Hem eindigt, en niet in et schepsel, van Hem alleen alles wacht, ook u, waar het donker wordt voor de_ gemeente ie haren herder en leeraar moet missen

Een groot gemis, in een gemeente als deze, ' waar het veld wit is, waar zooveel te winnen Il °, °itv°"^^^ diegenen die niet raedegaan met. ae zaaK der reformatie, waar geregeld circa ! 5°° menschen kerken, en waar de begonnen arbeid zoo noodzakelijk moet worden voortgezet. Storte de Heere den Geest der genade en gebeden uit, opdat Hij zich ontferme en ons een herder en leeraar toeschikke, die onder zijnen zegen, door zijne genade voortbouwe op de gelegde fundamenten tot uitbreiding van het rijk van dien grooten Vredekoning, die met de zijnen blijft tot aan de voleinding der wereld. De gemeente zong haren vertrekkenden leeraar de bekende zegenbede uit Psalm 134 vers 3 toe.

Namens den kerkeraad:

G. DE VROET, Voorzitter.

A KLUIT, Scribi.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen