Naar men ons uit goede
Naar men ons uit goede, volkomen vertrouwbare bron mededeelde, heeft Dr. G. J. Vos zelf in Ï886, meer dan eens verklaard, dat het Classicaal bestuur van Amsterdam opzettelijk de Beheersquaestie voor de Avondmaalsquaestietiadgeschoven.
Hij verklaarde dit zóó, dat het Classicaal bestuur zeer goed inzag, hoe de kerkeraad van Amsterdam in zake de Avondmaalsquaestie onmogelijk kon toegeven, maar misschien nog wel in zake de Beheersquaestie. En dat men daarom de geestelijke quaestie op den achtergrond had geschoven, en de Beheersquaestie op den voorgrond had geplaatst.
In hoeverre dit nu oprecht gemeend was, laten we in het midden.
Slechts wijzen we op dit feit, om te doen uitkomen, hoe zelfs Dr. Vos alzoo feitelijk erkend heeft, dat het Conflict door de Avondmaalsquaestie opkwam.
En als nu de Banier uit onze kolommen een zinsnede afdrukt, waarin we er op wezen, hoe de afzetting plaats had, omdat leden van den kerkeraad hun stem aan een ingediend voorstel hadden gegeven, en acht dat dit met onze voorstelling van het Conflict als uit de "Avondmaalsquaestie ontstaan, in strijd is, dan zij toch gevraagd, of haar redactie dan elk onderscheidingsvermogen verloor.
Anders toch weet zelfs een kind onderscheid te maken, tusschen hetgeen ge zegt als uw eigen gevoelen., en hetgeen ge zegt naar het gevoelen van uw tegenpartij.
Zou nu de Banier heusch dit verschil jniet gevoelen ?
En toch moet dit wél zoo zijn.
Anders toch ware ze door en door oneerlijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 29 maart 1891
De Heraut | 4 Pagina's