GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TEBUGVALLEN.

Eens Christen altijd Christen" geldt voor velen als een vaste waarheid, zoo het betreft heidensche volkeren, die tot het Christendom zijn overgebracht. Men vergeet te licht hoe de verdorven natuur des menschen er, vooral bij een nieuw geslacht toe neigen zal om weder te keeren tot het eens prijsgegevene, wijl het de harten en zinnen streelt. Men vergeet nog meer.

Toch wordt in den Zendingsarbeid te vaak te weinig met het bestaande gevaar gerekend Zelfs bekeerde stammen en volkeren hebben altijd nog langen tijd noodig in levensgemeenschap te blijven met de moederkerk. Men kan hen niet alleen laten. Hun hoofd en hart als 't ware moet nog geruimen tijd kloppen in de kerk, waaraan voor hen 't leven uitging. Het Zendingswerk gaat niet als bij aanbesteding. Het is geen afleveren, maar de nieuwgeborenen moeten gezamenlijk, gelijk elk voor zich, opwassen.

We hebben vaak gehoord van de wonderen — en die zijn groot — doOr het Evangelie gewrocht op de eilanden der Stille Zee. De Nieuwe Hebriden b. v zijn lang beschouwd als reeds Christelijke streken. Maar het oude verderfelijke zaad sterft niet spoedig.

De vrije kerk van Schotland deelt in haar jaarverslag meê, hoe onlangs op die eilanden een man stierf, die jaren lang een Christen was geweest. Wat bleek nu? Dat hij drie heilige steenen had bezeten; de eene om storm te verzachten, de tweede om regen te maken, de derde om ziekte te verwekken. En bovendien waren er een aantal menschen die hem verachtten wijl hij met die steenen kwaad stichtte, en getuigden in hun macht te gelooven.

Een ander voorbeeld geeft een jong man, zoon van een ouderling der kerk. In zijn bezit werden gevonden stukken bamboesriet, gevuld met een soort hars of teer met zekere bladeren en oorspronkeUjk bestemd als middel ter verleiding van jonge vrouwen. Bedoelde persoon wendde het bovendien daartoe aan. Ook zijn de oude heidensche dansen en zangen onder de jongelieden, die zelfs nooit het heidendom hebben gekend, meer algemeen geworden.

Hij die deze dingen meedeelt, merkt er bij op:

»Ik geloof vast, dat elk geslacht dezer inboorlingen wordt geboren met sterk heidensche neigingen en er is groote wijsheid noodig om dit tegen te gaan en hun de beginselen van Gods Woord te leeren."

Zoo ook hebben zendelingen in Indië bevonden, dat eenige inlandsche Christenen in 't geheim de heidensche huwüjksgebruiken behielden en hun dochters veel te vroeg uithuwlijkten. Nu ligt juist het hart en de ziel van het Hindoe-isme in de kinderhuwlijken, waartegen in den laatsten tijd zooveel stemmen opgaan. De Baptistische zending in Delhi heeft de ontmoedigende ervaring opgedaan, dat een groot deel der laatste bekeerlingen, die gedoopt waren, weer terugvielen tot het heidendom.

Een geheele menigte, in 't geheel een duizend, zijn verleid geworden door een zonderlingen dweper, die hen eerst overhaalde deel te nemen aan ettelijke onschuldige gebruiken, zonder dat zij het christenduii. behoefden te verzaken. Maar toen hij eenmaal invloed op hen had, voerde hij deze zwakke lieden terug tot het Hindoe-isme. Eenzelfde ervaring had het genootschap tot verspreiding des Evangelies twee jaar geleden. Afval van enkelen en op zeer opmerkelijke wijs heeft elders in den laatsten tijd geheele gemeenten in Indië beroerd.

Dat het ook elders zoo gaat, blijkt om een sterke tegenstelling te nemen, in Groenland De Moravische zendelingen aldaar, zijn in groote verlegenheid over den staat van zaken en dat onder een volk, dat »al meer dan honderd jaar" Christelijk heette. Zij zeggen, dat de Groenlanders het oude gedachtelooze, zorgelooze leven Jeiden en alleen denken aan het heden.

»Het wantrouwen in hun natuur zoo diep geworteld, doet hen soms het Christendom zelf beschouwen als iets uit Europa ingevoerd, welks aanneming hunnerzijds strekt tot voordeel van de vreemdelingen die in hun land wonen.'' Zij zijn niet meer zoo nauwgezet als vroeger. De robbenvisscherij met haar aankleve heeft hen grootelijks bedorven, en maakte hen ruw. Het gewone visschen is bijzaak geworden. De weelde uit Europa sluipt zelfs daar binnen. Zij worden traag; verplicht ver van huis te gaan voor hun levensonderhoud, draagt die ver strooide, afgezonderde wijs yan leven niet bij tot hun geestelijke vorming. Het ontbreekt aan zedelijk karakter. De mannen dragen minder zorg voor het onderhoud van hun gezinnen en het helpen hunner betrekkingen. Zij vervallen tot hulj behoevendheid en hangen meer en meer van den bijstand der Zending af Zeker zullen zij in den tegenwoordigen toestand niet allen Christenen blijven, maar afvallen. Meer wijsheid dan tot nog toe kan-noodig zijn om hen te bewaren om behoeftig en weer heidenen te worden.

Deze voorbeelden spreken. Eeuwen van heidendom, met zijn oude gebruiken, zijn onzedelijkheid en bijgeloof, worden niet in eens weggevaagd, en wat bleef hangen trekt ligt velen weder af Hoe vele sporen van het heidendom toonen zich nog in sommige gebruiken van Christelijke Europeesche volken. Zijn niet het Spiritisme en het in Europa doordringend Boeddhisme bewijzen er voor, hoe de eens geschiede kerstening niet bewaart voor afval, wanneer de gemeenschap met Christus niet blijvend is ?

In woeste streken merkt men in de ehkele verspreide nederzettingen van blanken op, hoe weinig het Christendom dier zoogenaamde Christenen, beduidt en gaat het soms volkomen heidensch, ja duivelsch toe.

De nu zoo diep vervallen Christ.; lijke kerken in het Oosten waren eens lichten, schijnende in een duistere plaats. Doch toen uit oorzaken, hier nu niet aan te geven, de stroom over hen kwam, en enkelelals zoovele eilanden in den oceaan bleven, duurden het niet lang of ook hier stierf het leven weg Aan zichzelf overgelaten vervielen zij en zijn nu vaak hinderpalen voor de verbreiding van het Christendom naar de Schriften.

»Het uitnemendst en krachtigst Christendom ter wereld", schreef eens Ds. Gracey, skan toch niet geheel de verantwoordelijkheid van zich afwerpen, voor de leiding en het toezicht op volken of geslachten, die betrekkeUjk kort geleden tot het geloof in Christus kwamen.-" Zoo is het.

Wij moeten daarmee rekenen, om voor illusie en verkeerde stappen bewaard te blijven. Vooral nu het vraagstuk der vorming van inlandsche gemeenten in onze Oost aan de orde komt en is ej te meer wijl men in onze Indien te doen heeft met volkeren, die, wat het verstandelijke betreft, niet hoog staan; die niet door den loop der tijden zijn »opgevoed"; wier begeerte slechts uitgaat tot het alledaagsche en die voor het hoogere, al is het ook niet Christelijk, meest volstrekt onverschillig zijn.

Met dezulken kan men niet handeltn als elders. Worden er gemeenten gesticht, dan hebben die althans zeker patronaat beslist noodig, en zal vooral wat de opzieners betreft, voor nog langen tijd de moederkerk de zorg wellicht moeten blijven dragen. Anders toch doet men vruchteloos werk. De sterken zijn hier allereerst schuldig de zwakken te dragen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 februari 1892

De Heraut | 4 Pagina's