GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De martelaren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De martelaren.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CVI.

DE WALDEKZEN.

De kerk des Heeren werd ouder, maar niet zuiverder in belijdenis. Juist het tegendeel geschiedde ^^", 7^!, 7 verder en verder van de waarheid van Gods Woord af. De meeste belijders berustten in deze afdwaling. Maar enkele verwekte God, die tegen deze deformatie der kerk opkwamen. Onder dezen mogen wel in de eerste plaats genoemd worden de Waldenzen.

Alle berichten omtrent deze belijders des Heeren komen hierin overeen, dat hun voorganger is geweest Petrus Waldus - Pierre de Vaux - een rijk burger van Lyon. Toen deze bij zekere gelegenheid eene vergadering van aanzienlijke burgers uit zijne woonplaats bijvvoonde, werd een der aanwezigen onverwachts door den dood overvallen Dit trof Waldus, de vraag drong zich aan hem op, wat zijn eeuwig lot geweest zou zijn, indien met den andere maar hem de dood overvallen had. Onbevredigend was het antwoord zijner ziele. Daarom nam hij het besluit, om alle andere bemoeienissen te laten varen en zich geheel aan de religie te wijden. Tegelijk verlangde hij beter kennis van den weg der zaligheid dan hij uit de plaatsen der Heilige Schrift, door de toenmalige predikers aangevoerd, verkrijgen kon. Aan twee geestelijken droeg hij op de EvangeUërs en andere boeken des Bijbels in de Romaansche taal over te zetten. Daarna verzocht hij hen uit den schat der kerk een verzameling van uitspraken van kerkvaders, handelende over geloofs-en zedeleer, samen te brengen. De Heilige Schriften las Waldus met ijver. En God zegende deze lezing aan zijn hart. De begeerte werd over hem vaardig, om de Apostelen in hunne armoede te volgen. Hij verdeelde zijne goederen onder de armen, riep geestverwanten tot zich en richtte met hen eene geestelijke vereeniging op, die den naam van »Apostoliten" aannam en zich ten doel stelde onder de verwaarloosden van stad en land de kenners van Gods Woord te brengen. Van de overzetting des Bijbels liet hij afschriften maken, welke hij verspreidde, waar het zijn nut kon hebben.

Hoezeer Waldus de gebreken der Roomsche kerk en hare leer dagelijks beter inzag, dacht hij er toen nog niet aan het Pausdom te verlaten. 'Hij en de zijnen wilden zelfs eene vereeniging zijn in dienst der Roomsche kerk. Om verbetering van het leven was het hun meer te doen dan om de zuivering der leer. Wat echter de Waldenzen op dat oogenblik zich niet bewust waren, dat zij met hunnen bijbel eene geheel anderen weg opgingen dan het Pausdom, werd door de geestelijken des te beter begrepen. De Aartsbisschop van Lyon verbood hun het verklaren en prediken van de Heilige Schrift. Zij gehoorzaamden niet, omdat men God meer gehoorzaam moest zijn, dan den menschen. De Paus zou dit wel toegeven, dachten zij. Daarom beriepen zij zich op hem. Zelfs zonden zij aan Alexander III afgevaardigden die hem een handschrift hunner Romaansche Bijbelvertaling overgaven, met verzoek haar kerkelijk goed te keuren. De gezanten kwamen in 1170 te Rome terwijl het Lateraansche concilie werd gehouden. Dadelijk werden zij gehoord door eene commissie uit het concilie, wier advies verre van gunstig was voor de Waldenzen. De Paus weigerde hun de kerkelijke goedkeuring hunner Bijbelvertaling en verbood hun den Bijbel te verklaren. Opnieuw stonden deze belijders voor de vraag! »God of menschen gehoorzamen? " Het was eene moeielijke vraag. Daar echter de Waldenzen in hunne zaak eene goddelijke zagen, zwichtten zij niet voor het Pauselijk gezag. Het Pausdom wierp ze uit. Lucius lit veroordeelde ze onder den naam van warmen van Lyon" als ketters. Het volk noemde ze »klompendragers", omdat zij sandalen of houten schoenen droegen. Door steeds nauwgezetter onderzoek der Schrift legden zij later die opzichtig-armoedige kleeding ook af, zoodat van hen kon getuigd worden, dat zij zich »noch djor kostbare, noch door geheel armoedige kleeding onderscheidden."

Hadden menschen deze belijders des Heeren van zich afgestooten, God getuigde met hunnen arbeid. Daardoor breidde zich hun kring naar Italië, met name de dalen van Piëmont, waar zij zich te midden van alle vervolgingen mochten staande houden. Ook vond men steeds Waldenzen in de Rijnstreken en in geheel Duitschland.

Onder de middelen, waardoor de Waldenzen zich bij velen toegang wisten te verschaffen, behoorden in de eerste plaats de Bijbel, dien ze in alle talen overzetteden. «Onder alle sekten, die er tot hiertoe geweest zijn", schrijft een hunner tegenstanders, «is er geen zoo verderfelijk voor de kerk, als de sekte der Leonisten (Waldenzen uit Lyon), omdat deze zich het verst heeft uitgebreid; want er is schier geen land, waar men haar niet vindt, en ten andere, omdat de Leonisten, geheel onderscheiden van andere sekten, die door het lasterlijke van hunne leerstellingen de toehoorders afschrikken, eenen grooten schijn van vroomheid vertoonen, voor de oogen der menschen een godsdienstig leven leiden, in de leer aangaande God geheel rechtzinnig zijn, alle artikelen van de Apostolische Geloofsbelijdenis aannemen en alleen op de Roomsche kerk en de geestelijkheid schimpen; iets dat de leken gaarne hooren en spoedig gelooven''. Sommigen hunner trokken als handelaars in kleinoodiën de landen door. En vroeg men hun dan, als men ringen enz. van hen gekocht had, of zij nog meer te verkoopen hadden, dan was hun gewone antwoord: »Ja, wij hebben kostbaarheden, grooter dan de door u gekochte. Voor wij ze u laten zien, moet gij ons beloven, ons niet te verraden bij de geestelijken. Wij hebben een kleinood, dat zoo helder is, dat een mensch er God door kan zien, en een ander, waarvan een gloed uitstraalt, die het hart des bezitters tot liefde jegens God ontvonkt." Met deze kleinoodiën bedoelden zij de verschillende uitspraken der Schrift.

Slechts eenmaal is door de Roomsche kerk beproefd de Waldenzen weer met haar te verzoenen. Paus Innocentius III wilde de in zijn oog kettersche vereeniging der Waldenzen hervormen tot eene Roomsche. Aan het hoofd van deze onderneming stonden verscheidene geestelijken van Zuid-Frankrijk, onder welke zekere Durand de Osea, die vroeger tot de Waldenzen had behoord. Daar werd eene vereeniging opgericht, die alle Waldenzen, welke tot de Roomsche kerk wilden terugkeeren, zou bevatten. Heel veel werd hun toegestaan en toegegeven, indien zij slechts terugkwamen. Alleen de volle heerschappij van Gods Woord werd hun ontzegd. Ongetwijfeld bleef het pauselijk streven hier en daar niet zonder vrucht. Maar de eisch tot onbepaalde en onvoorwaardelijke onderwerping aan de kerk en het steeds dieper wordend inzicht in Gods Woord, deed verreweg de groote meerderheid der Waldenzen stand houden bij hunne belijdenis van de waarheid Gods naar de Schriften.

Van deze Waldenzen nu, die door de Roomsche kerk en hare geestelijkheid in alle landen bitter vervolgd werden zijn er velen als ketters gedood.

»In het jaar onzes Heeren 1180", zoo vermeldt het boek der martelaren, werden er in Frankrijk velen omgebracht en verbrand, die buiten twijfel tot Waldus' Jeerlingen behoorden.

Omtrent het jaar 1183 werden er in Vlaanderen velen, op bevel van den aartsbisschop van Reims, Guilermus en van den graaf Philippus als ketters verbrand, onder welken zonder twijfel ook aanhangers v.an Waldus zullen geweest zijn."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's

De martelaren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 november 1892

De Heraut | 4 Pagina's