Ingezonden Stukken.

{Buiten verantwoordelghheid van de Redactie).

Geëerde Redacteur!

Van wege eene »vereeniging" of wel van de »Ger. kerken" uitgaande; alzoo was de vraag de vorige week op eene vergadering door de heeren L. Lindeboom c. s. belegd: wie is geroepen om eene ziekenverpleging in het leven te roepen op Gereformeerden grondslag? Met 43 stemmen werd eene motie van Ds. Barger aangenomen, waarin gezegd werd: »door de Gereformeerde Kerken"; 41 stemmen waren voor vereeniging. Deze 41 waren gedeeld tusschen een voorstel van Ds. de Gaay Fortman, dat inhield, dat het terstond door eene vereeniging moest worden begonnen en zoo spoedig mogelijk door de Kerken overgenomen; en een van Prof. Lindeboom, die voorstelde om gelijk »Veldwijk" het door eene vereeniging te beginnen en voort te zetten. Daar beide deze voorstellen gelijk in stemming werden gebracht tegenover het voorstel Barger, was de stemming onzuiver, daar van die 41 stemmen zeker nog velen waren, gelijk die van steller dezes, die tegen «vereeniging" waren,

indien de Kerken het wilden aanvaarden. Zoodat men veilig kan zeggen, de groote meerderheid was van gevoelen dat de kerken het behoorden ter hand te nemen. De bezwaren tegen het voorstel Barger waren hoofdzakelijk, dat het geen werk was van de Kerk als instituut, maar als organisme; dat het moeielijk was om diakenen met ziekenverpleging te belasten; dat het bezwaarlijk zoude zijn dat de gezamentlijke Kerken eigendommen bezaten en eene opleiding voor ziekenverpleegsters instandhielden en beheerden, etc. Het komt mij voor dat het bedenkingen en bezwaren waren die heel wel op te lossen zijn. Van meer gewicht is dunkt mij, of, daar de diakenen het werk der barmhartigheid te beoefenen hebben voor de armen, die de Heere in zijne plaats naliet en zoo er dus eene ziekenverpleging zou zijn die de armen alleen ten goede komt, of er dan niet veel ongedaan zou blijven, daar ook niet onvermogenden daaraan dikwijls groote behoefte hebben.

Zij die meenden, dat het door de Kerken moest geschieden, hadden tegen eene particu­

liere vereeniging bezwaren van meer principieelen aard, meenende, dat de Kerk dit werk van barmhartigheid zelf moet beoefenen, en vooral had men ernstig bezwaar, zoo dit werk niet door de Kerken werd gedaan, dat dan ook door de opzieners der gemeente niet kon worden toegezien hoe en op welke wijze men de geestelijke belangen der kranken behartigde, en dit toch de eisch des Heeren is, daar zij als ambtsdragers te waken hebben voor de gezonde leer.

Naar het mij voorkomt is dit eene zoo gewichtige zaak, dat daarom alleen de Kerken met kracht dit werk behoorden aan te vatten.

Men ziet het nu reeds aan »Veldwijk" hoe deze uitnemende inrichting geheel aan het toezicht der Kerken is onttrokken. Wie zal heeren bestuurders eene belijdenis afnemen, of er toezicht op houden ? Heeft men in de Herv. Kerk niet gezien dat men met het onderteekenen van de belijdenisschriften, de loochenaars dier schriften niet keert. Wat heeft en wie heeft er als opzieners der Kerk toezicht op Veldwijk ? Wie stelt daar een predikant aan ? Alles is zoo onkerkelijk mogelijk en ik vrees dat de oprichters hun »vereeniging"systeem zich te laat zullen beklagen. Hoe het zij, er moet, en wel spoedig, handelend worden opgetreden. De geschiedenissen te Utrecht en nu weer in Haarlem, zijn eene aanklacht tegen de Gereformeerden, dat zij, die geholpen moeten worden, noch zij, die roeping om ziekenverpleegster te worden gevoelen, niet kunnen slagen, tenzij er gebruik worde gemaakt van tegenstanders der Gereformeerde waarheid.

Met vriendelijken dank voor de opname, hoogachtend

üEd. dienaar JN. V. Z.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen