GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Aartsbisschop en zijne Moeder.

In den jare 1194 leefde Ludolph, aartsbisschop van Maagdeburg, die van eene onaanzienlijke afkoinst was; zijne moeder woonde op eene eenvoudige wijze in een dorp, niet ver van de stad.

Eens gaf hij een maaltijd, waarop hij met een groot aantal aanzienlijke lieden tevens zijne moeder uitgenoodigd had. Verscheidene der genoodigde heeren vonden het onbetamelijk dat de moeder des aartsbisschops te midden van dat schitterend gezelschap in de kleeding eener boerin verschijnen zou, en besloten daarom, haar met het gewaad van eene adellijke vrouw uit te dosschen; waartoe de goede vrouw zich gemakkelijk liet overhalen. Toen de genoodigden de zaal binnentraden, begroette de aartsbisschop hen allen met de grootste hartelijkheid; maar hij ging zijne moeder voorbij, als of hij haar niet herkende.

Door aoodanige minachting getroffen, verliet zij bitter weenende de zaal, en zij zoude zich terstond uit het paleis verwijderd hebben, als de dienaars van den geestelijke geene order ge.had hadden om haar terug te houden, en haar verzocht hare gewone kleederen aan te trekken. In dien tusschentijd doet de aartsbisschop onderzoek naar het oponthoud zijner moeder en vernemende dat zij had willen vertrekken, doet hij haar in de zaal terugkeeren, ontvangt haar met [de teederste hoogachting en vraagt haar naar de oorzaak harer verwijdering. Nadat zij hem bekend had, geloofd te hebben dat hij zich over haar schaamde, antwoordde hij haar: iNeen, lieve moeder! maar ik herkende u in uwe fraaie kleeding niet; want ik weet dat gij geene aanzieidijke vrouw zijt; in dit gewaad echter ken ik u en zal u gedurende mijn geheele leven, als mijne zeer beminde moeder vereeren."

Weinig kinderen zijn er, die, nadat zij zich van de armoede tot eenen hoogeren stand in in de maatschappij verheven hebben, even als deze vrome aartsbisschop te werk gaan; de meesten schamen zich over hunne arme ouders en willen ze nauwelijks herkennen, indien zij zïch in hun nederig gewaad vertoonen.

Maar het was de Heere Jezus de opperste herder, die Ludolph van Maagdenburg geleerd had. De Heece heeft zelf de teekenen der armoede aangenomen, toen Hij op deze aarde gekomen is. > Hij heeft de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen" en thans, gezeten aan de rechterhand Gods, schaamt Hij zich. over zijne arme en geringe broeders niet. In-• tegendeel als Hij terug zal komen om de wereld te oordeelen zal Hij voor zijne moeder, broeders en zuster erkennen allen die in ootmoed en nederigheid gewandeld hebben; terwijl Hij tot de hoogmoedigen en de eigengerechtigen zeggen zal: > Ik heb u nooit gekend." Daarom, vrienden! laat ons afleggen alle geest va»hoogmoed en eigengerechtigheid en laat ons van den Heere Jezus leeren om nederig van harte te zijn, opdat Hij ons eens als de zijnen erkennen moge.

De dwaasheid der heidenen.

Onlangs schreef een zendeling uit Afrika.

ïVan morgen kwam een vrouw met een vreemd verzoek van haren man.

»Kunnen wij, " vroeg zij, sop de rivier uw station voorbijgaan met een doodkist in ons schuitje f"

Daar ik vroeg waarom zij zulk een vreemd verzoek deed, antwoordde zij :

ilndien de anderen op het station ons met een doodkist zien, en zij van geen doode in de stad hooren, zullen zij u kOmen vertellen dat wij den een of ander gedood hebben." Ik zeide haar indien dat alles was, wij ér niet tegen waren.

Na hrt ontbijt werd het geklank van hun elonsa of bel op de rivier gehoord, en toen wii uitkeken zagen wij het schuitje naderen. Bom, bom, bom, klonk de elonsa, gelijk de doods' klok m ons land.

Langzaam met den stroom op, kwamen zii in onze nchtmg, en toen zij tegenover onze landingplaats waren, stuurden zij naar den oever.

Daar m het schuitje was de doodkist, uit hard hout gesneden, van buiten prachtig beschilderd met verschillende soorten krijt. Aan elk einde was een opening, kunstmatig uitgesneden.

Toen ik vroeg om eenuitlegging van zulk een wonderlijke handelwijze, nl. het begraven va.n een doodkist zonder een lijk er in! werd mij verteld dat het gedaan werd om den toorn te stalen van een zuster van den kapitein, die

langen tijd geleden gestorven en zonder kist begraven was.

Haar toorn vertoonde zich daarin dat zij trachtte den kapitein te dooden door rheumatiek in de beenen; daarom had hij om zijn leven te behouden, de kist laten maken, en stuurde die om naast haar graf begraven te worden.

Een korten tijd tevoren verkreeg ik de verlossing van twee zijner broeders, die hij vastgebonden had, en die hij vergift wou ingeven, omdat zij naar zijn zeggen bezig waren hem te betooveren en trachtten hem te dooden."

Zop zijn de dwaasheden des heidendoms. Wel. leeft het in de schaduw des doods. Bidden wij de Heere dat Hij het licht doe opgaan.

DE KAT VAN DANTE.

De grooter Italiaansche dichter Dante had eens een zeer langen redetwist met vriend Cecco d'Ascoli, over de vraag wat sterker was, natuur of kunst, D'Ascoli hield vol, dat de natuur het krachtigst was, Dante daartegen geloofde, dat de natuur geheel door gewoonte of door kunst kan veranderd en ten onder gebracht worden.

ïlk kan ü daarvan een voorbeeld geven, " sprak hij, > namelijk mijn kat. Ik heb dat dier geleerd — 't heeft lang geduurd — de kaars vast te houden als ik het avondeten gebruik of bij jyond zit te lezen; en zeker strijdt zulk een werk tegen de natuur van de kat."

'i »Dit moet ik toch eens zien !" riep Cecco, en nog denzelfden avond begaf hij zich naar Dante. Hij vond den dokter in een kamer gezeten met een boek in de hand. Poes zat op een tafel en hield bedaard een brandende kaars tusschen de voorpooten.

D'Ascoli zag het een oogenblik aan. Toen haalde hij behendig onder zijn-mantel een doos te voorschijn, deed er 't deksel af en — meteen sprongen er vier muizen over de tafel. Op 't zelfde oogenblik viel de kaars neer, want de poes had niet zoodra de muizen bespeurd of ze vergat haar plicht om tot kandelaar te dienen, sprong de muizen achterna en zat er weldra met groot genoegen een op te kluiven, zonder er zich om te bekomm^en, dat haar meester in 't donker zat.

Dante keek lang niet vriendelijk, toch moest hij bekennen, dat D'Ascoli gelijk had.

't Blijkt dus, dat de schoone dierentuin te Amsterdam wel terecht heet: Natura Artis Magistra, dat wil zeggen: De natuur is meer dan do kunst. (Ook blijkt, dat de Amsterdammers niet erg knap in 't Latijn zijn, want ze zeggen meestal: We gaan naar »Artis" en dat is juist niet zoo, daar zij de natuur gaan zien.)

Toch is er een kracht, die ook de natuur kan veranderen, vernieuwen. Weet gij wel, bij wien die te vinden is ?

HOOGENEIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's