Voor Kinderen.

OUD EN NIEUW.

Zoo staan we dan al weer aan het eind van het jaar, en als dit blad bij de lezers in huis komt, telt 1894 nog maar een paar dagen van de 365, en staan we al heel dicht bij het begin van het nieuwejaar.

Zulk een tijd, zoo'n wisseling van het jaar, hebben we allen reeds meer beleefd; sommigen nog maar een keer of acht, negen, anderen veel meer malen. Maar niemand of hij weet wat oudejaar en nieuwejaar beduidt, en daardoor weet hij dan ook tevens, hoe hier niets blijvends is, hoe het eene jaar het andere volgt, de menschen ouder worden, het eene geslacht gaat en het andere komt.

Want hoevelen zijn er die 't jaar 1894 wel met ons begonnen, maar niet met ons eindigen. Haast elk van ons zou er zulk een wel kunnen noemen. Daar is maar Een, die was vóór alle jaren, die altijd is en wezen zal; Hij, de Heere, blijft Dezelfde, bij lïem is geen verandering, noch schaduw van omkeering.

Een heel jaar is omgegaan. Wat is er veel in gebeurd, ook met elk van ons. We hebben blijdschap gehad, maar ook droefheid; we hebben veel geleerd, op school en in huis, maar zijn we nu ook in dit jaar van den Heere geleerd? Zeker, Hij heeft ons onderwezen, maar hebben wij geluisterd ?

Zie, vrienden, ' de Heere God heeft ook tot u in 1894 op allerlei wijzen gesproken. Gij hebt zijn Woord hooren lezen, er is tot u gesproken uit dat \Voord, door vader en moeder, door den meester op school, door den dominé, en door nog vele anderen misschien. Ook heeft de Heere tot u gesproken door zijn zegeningen en weldaden, als Hij u gezondheid en kracht en blijdschap gaf. Of wel door droefheid, als iemand stierf, dien gij lief hadt, of als ge ziek waart of iets niet kreegt. En ook spreekt ELij tot u door het einde van.het jaar. Want dit einde zegt u, dat de tijd voorbijgaat en gij zelf ook, en heel de gedaante dezer wereld, en het roept u toe: Bedenkt intijds, wat tot uwen vrede dient. Nog is het de welaangename tijd. De Heere is nog genadig en barmhartig over u; komt tot Hem en wordt behouden!

Hebt gij geluisterd?

Het Kerstfeest, dat we pas vierden, heeft ons gesproken van de genade onzes Heeren Jezus Christus, die, daar Hij rijk was om onzentwil is arm geworden en schoon hij de Vader der eeuwigheid was, toch als een kind nederlag in • Bethlehems kribbe.

Hebt gij geluisterd?

»Zie zegt de Heiland, " »Ik sta aan de deur en Ik klop."

Dat kloppen wordt vernomen als we luisteren. Als we bedenken hoe Hij ons zondaars, kleinen en grooten, nog heeft gedragen en bij ons heeft welgedaan. Ook bij u, vrienden, maar nu staat er ook van die weldaden: »Vergeet ze niet; 't Is God die ze u bewees." En juist nu is het de tijd om die weldaden te overdenken, óm, als we gevoelen hoe onwaardig wij hen zijn, recht hartelijk te danken voor het vele dat we ontvingen.

En dat niet alleen. Maar dan ook Hem te vragen dat Hij in het nieuwejaar, 't welk ik hartelijk wensch dat voor al de vrienden en vriendinnen gezegend zij, ons geve wat we van noode hebben, naar den rijkdom van zijn genade.

We hebben allen heel veel wenschen. Sommige kinderen maken wel eens een lange »verlanglijst" van wat ze al zoo zouden begeeren. Jan zou graag een bok hebben met kromme horens, Betje een mooie pop, Kees een groot prentenboek en Jansje een nieuwe jurk. En al krijgen we op Niemvejaar ook heel veel wenschen, die brengen ons toch niet wat we graag willen hebben._ Nu, het is opzelf geen kwaad dat we voor ons wat goeds begeeren, als we er maar bij bedenken, dat toch de Heere weet wat het best voor ons is, en tevreden zijn, ook al krijgen we juist 07tsen zin niet.

Als we dan heil en zegen voor ons zelf en anderen wenschen, laat ons dan niet het eerst denken aan de dingen die men ziet, want die zijn tijdelijk, maar aan de dingen die men niet t ziet, want die zijn eeuwig. De bok gaat eens dood en de pop wordt leelijk. Maar dj dingen die eeuwig zijn verouderen niet en blijven en verblijden ons altijd. Dat zijn de heerlijke goederen en zegeningen, die God geeft in het hart van zijn kinderen, liefde, vrede, vreugde in en door Hem.

Die wil de Heere Jezus ook u geven, vrienden. Vraagt het Hem dan hebt gij het rechte sheil" en den waren szegen" in het nieuwejaar.

AAN VRAGERS.

Eer het jaar voorbij is, willen we nog even kort antwoord geven op een paar vragen. Er blijft nu, zoover we weten, niets voor het nieuwe jaar staan.

De eerste vraag is juist niet de moeilijkste om te beantwoorden. Zij luidt wat er bedoeld wordt met de broodvrucht^ of dit iets anders is dan koren.

Denkelijk zal er mee bedoeld worden de vrucht van een boom, die op de Zuidzee-eilanden groeit. De boom wordt zoo groot als onze eik en heeft bladeren van bij de 20 voet lang. Het bruingele hout dient om er allerlei voorwerpen van te vervaardigen. De bedoelde vruchten zijn een soort noten, die soms 20 i 30 pond wegen. Deze vrucht wordt in stukken gesneden, in bladen gewikkeld en dan gedroogd op heete steenen. Het merg smaakt als tarwebrood en moet een heerlijk, zeer gezond voedsel zijn.

Op de laatste vraag: wat men door parelmoer verstaat, is 't antwoord, dat die stof gevonden wordt binnen in vele soorten schelpen. Het komt vooral uit China en Japan. De schelpen vindt men in de zeeën en golven van Azië, in de wateren van Amerika en op de Zuidzee-eilanden. Men kan het echte parelmoer ook door kunst bereiden, b. v. uit de schubben van visschen.

Hiermee sluiten we, in de koop dat wie in 't nieuwejaar vragen heeft, voorsl zal letten op duidelijkheid in zijn vragen. Arders krijgt hij soms een ander antwoord d.in hij wenscht,

CORRESPONDENTIE.

P. M. K. te D. In 't volgend jaar, zoo we hopen.

HOOGENSIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen