Samenvloeiïng en Samenwerking.

Geachte Redactie !

Reeds lang had ik begeerte om óók eens naar de pen te grijpen en iets te zeggen in zake de kwestie der opleiding. Maar de veelheid der beschouwingen, zoowel in Bazuin als Heraut, hield mij tot nu toe terug.

Toch meen ik niet te mogen zwijgen waar mijn conscientie er mij telkens weer toe dringt, niet alleen om het gewicht der zaak die ons allen bezig houdt, maar ook omdat de verdeeldheid zoo te betreuren is, die uit al dat geschrijf is openbaar geworden.

Laat mij toch mogen herinneren aan dei spreuk onzer Vaderen, dat Eendracht Macht W maakt! Bedenke men toch dat de wereld zich ermaakt over onzen onderlingen strijd. Laat Satan toch in deze niet zegevieren!

Mij kwam een beeld voor den geest, dat ik wel aan alle broeders die D. V, ter Generale Synode zullen gaan, zou willen voorhouden. ergun mij dit thans reeds door middel van w Blad te mogen doen.

Ik dacht aan de samenvloeiing van de wateren van Rijn en Moesel, Wie dit van een der omiggende bergen met eigen oogen heeft aanschouwd, zal mij te beter begrijpen. Elke rivier eeft haar eigen kleur, maar straks, als de wateren ijn ineengevloeid, gaan die wateren onder één leur en toch nog steeds als water in één stroom erder, Alzoo tweeërlei water en tweeërlei kleur, aar toch één rivier!

Het beeld is dunkt mij duidelijk. Neem voor en Rijn de Kerkengroep van 1834, de Kerken er scheiding, en voor den Moesel de Kerkenroep van 1886, de Kerken der doleantie, en e toepassing volgt vanzelf.

In 1892 zijn deze Kerken vereenigd. Thans aat het om de gemeenschappelijke opleiding arer leeraren en voorgangers. Is het niet duielijk, dat uit die vereeniging der Kerken ook e vereenigde opleiding volgen moet?

De broeders der scheiding spreken steeds van e Eigen Inrichting. Maar is de Vrije Universi­ T eit dan óók niet een eigen inrichting van ons ereformeerde volk? Dragen Modernen, Ethischen n welke andere nietgereformeerden men nog oemen wil, bij tot hare instandhouding? Im­ F ers neen. Het is alleen ons gereformeerde H olk dat beide inrichtingen in stand houdt. Zou et dan niet dwaasheid zijn, op deze kostbare ijze voort te gaan. Een stel Hoogleeraren te msterdam en een stel Hoogleeraren te Kamen ? En dit alleen nog maar voor de theologie, I erwijl ook de andere faculteiten zoo hoognooig moeten worden bezet, zullen onze beginselen ok doorwerken in het maatschappelijk leven. m

Neen, broeders, zóó mag het niet blijven! aat men toch alle partijschap ter zijde stellen. erdeeldheid brengt ons den vloek. Samenerking zal ons zegen brengen. Tot die samenerking moge de a.s. Generale Synode de juiste ormule vinden. Dit geve de Heere! Men stelle F ich voor, dat de beide inrichtingen ontbonden orden en make van de twee één. En ons ereformeerde volk zal op die wijze toch een igen inrichting behouden. Eendracht maakt acht!

oud-ouderling.

Tilburg 7 Juli 1902.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen