GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van het belangrijke referaat, dat onze mis sionnaire dienaar des Woords Ds. Adriaanse te Utrecht hield over de Vrije Universiteit en onze koloniën, geeft de Rotterdamsche Kerkbode het volgende verslag:

Over bovenstaand onderwerp sprak Ds. Adri aanse, missionair predikant, in de jaarvergadering van het Locaal-Comité voorjde V. U., te Utrecht, op Vrijdag 20 Maart j.l.

Men heeft weleens gezegd — zoo ving Spr. aan — de Vrije Universiteit had 25 jaren vroeger moeten zijn opgericht. En inderdaad, als wij letten op hetgeen in den laatsten tijd in ons vaderland voorvalt, moeten wij het wel betreuren, dat wij nog zoo zwak staan, ook op dit terrein. Evenwel, de Vrije Universiteit - was reeds een zegen. Tal van mannen werden door haar gevormd, die thans reeds staan in de voorhoede.

Zij moet echter in steeds meerdere mate een zegen zijn, niet alleen voor Nederland, maar ook voor dat groote, schoone eilandenrijk daarginds, door God aan onze zorgen toebetrouwd Indië moet worden gekerstend Indie moet bekend worden gemaakt met het Evangelie van Jez^s Christus.

Wat nu, zoo vraagt Spr., kan de Vrije Universiteit daarvoor doen?

Prof. Kuyper roerde deze aangelegenheid reeds aan op de jaarvergadering in Groningen. Prof. WoltJT sprak er te Haarlem over, maar het is van groot belang, dat op deze aangelegenheid steeds meer de aandacht worde gevestigd.

Theologische, Juridische, Literarische faculteit, allen kunnen in dit opzicht werkzaam zijn.

Wanneer Spr. voor hij naar Indië ging, aan de Vrije Universiteit studie had kunnen maken van de verschillende godsdienstige stelsels, die daar hunne aanhangers hebben, van de natuurlijke gods Icennis, van de psychologie en paedagogie, van de land-en volkenkunde, van de Javaansche taal, dan zou hij zeker met meer vrucht hebben kunnen arbeiden.

Wanneer hij dan nog was onderwezen door middel van de Juridische faculteit in het Mohamedaansche recht en Koloniaal Staatrecht en door de Theologische goed was voorgelicht in de geschiedenis en de theorie der zending, alsook in het kerkrecht, speciaal wat aangaat de planting der kerken, dan zou hij zeker beter toegerust naar Indië zijn vertrokken.

Helaas, in 1894 bestond er voor dit al aan de V U. nog geen gelegenheid.

Thans wordt in onze kerken de noodzakelijkheid van deze dingen gevoeld. Vandaar ook dat de Synode te Arnhem in de Zendingsorde bepaalde in artikel 7, dat de aanstaande missionaire die naren bekend moeten zijn : i. met het land, het volk en de religie van het aangewezen zendingsterrein, 2. met de geschiedenis der Zending, bij zonder van Ned. Indië, 3 met de theorie der Zending, naar Gereformeerde beginselen, en 4. met de elenctiek in betrekkeling tot de pseudo-religie op het Zendingsterrein. De Synode liet echter in t midden waar deze kennis moet worden opgedaan.

Aan de V. U. nu moet hiertoe gelegenheid zijn.

Dat kan ook, z nder te groote kosten.

Spr. ontwikkelt daarom het denkbeeld, om n.l aan de V. U. één of meer lectoren te benoemen, aan wie opgedragen wordt, in een bepaald vak college te geven. Zoo kan b v. worden aangesteld een lector, die onderwijs geeft in Javaansche taal en letterkunde en in de pseudo religies in onze bezittingen heerschende.

Een der Hoogleeraren der Theol. faculteit kon voorts meer licht ontsteken in dat bepaalde onderdeel van het Kerkrecht, hetwelk betrekking heeft op de planting en de constitueering van nieuwe Kerken.

Evenwel, niet slechts met het oog op de aanstaande miss. dienaren is een en ander wenschelijk. Men heeft in Indië tal van ambtenaren noodig in verschillende bestuurs function of wel bij de Rechterlijke macht.

Uit politiek zijn deze heeren nu niet meer zoo tegen de Zending, maar sympathie vóór de Zending moet ge toch bij hen over t algemeen niet zoeken.

Nu moet Indië, ook wat aangaat zijn we geving en bestuur, worden gekerstend.

De heerschende opvattingen zijn nog beslist antichristelijk, vooral wat b.v. aangaat het huwelijk en de echtscheiding.

Het is de plicht eener Christelijke Overheid zeker niet, om het Evangelie te prediken, maar wel om alle beletselen, die den rijen loop van dat Evangelie in den weg staan, weg te nemen.

Van groot belang is het ook daarom, dat verschillende jongelieden van Christelijke levensop vatting worden opgeleid voor den Indischen dienst. Er zijn thans steUig een 6 a 700 Hollanders werkzaam in Indië als resident, ass. resident en controleur. Geen klein getal alzoo.

Spr. gaat vervolgens na de thans bestaande opleiding dezer jongelieden vopr het groot ambtenaarsexamen, hetwelk door eene Staats Commissie wordt afgenomen.

Het examen omvat o. a. geschiedenis van Indië, land en volkenkunde, godsdiensten. Staatsregeling en bestuur, Maleische en Javaansche talen, terwijl onder het huidige Ministerie ook nog is opge nomen; kennis van de geschiedenis der Zending. Mr. Heeres doceert te Leiden thans pqk dit vak, Te Leiden toch worden tegenwoordig, na de opheffiag der School te Delft, de aanstaande ambte naren opgeleid.

Door het benoemen van een paar lectoren aan onze V. U. nu zou er ook daar gelegenheid bestaan, om voor dit examen te worden opgeleid.

Jongelieden van Chr. belijdenis zouden dan zoo ook bekwaam kunnen worden gemaakt, om naar een functie als Ind. ambtenaar te dingen. Zóó zou ook in het Gouvernementsbestuur het Christelijk zuurdeeg worden ingedragen.

Ook bij de Rechterlijke macht zijn in Indie veel Europeanen werkzaam. Men heeft daar tweeërlei soort van rechtbanken, eene voor Europeanen, en eene voor de inlanders. In de eerste soort hebben alléén Europeesche rechtsgeleerden zitting, in de tweede soort zijn de leden inlanders, maar de Voorzitter en de griffier zijn wederom Europeesche rechtsgeleerden.

Spr. wijst in dit verband op den rechteloozen toestand der Inlandsche Christenen. Immers bij de zooe.en genoemde tweede soort rechtbanken wordt recht gesproken naar de beginselen van het Mohammedaansche recht en volgens den ouden Adat der Javanen. Een Christen nu kan zich hieraan niet meer gebonden achten. Moet hij als getuige op treden, met de wet in de hand, kan men hem laten zweren op den Ko an, hetgeen hij om des gewetens wille niet doen kan.

Ook het erfrecht dient geregeld te worden. Thans wordt aan een inlander, die het Christen dom heeft omhelsd, kortweg alle recht om te erven ontzegd. Men beschouwt hem, omdat hij geen Mohamedaan meer is, als niet meer behoorende tot de familie.

Ook in de wetgeving dient alzoo verandering te komen, en daarom is het van belang dat er ook Christen juristen naar Indië gaan, om straks die wetten uit te voeren, en om misstanden te helpen verbeteren

Aan de V. U. dient men daarom in de toekomst ook college te geven in het Mohamraedaansche recht. Heeft de V. U. dan voorts het recht, om graden te verleenen, dan kunnen daar — mede door het onderwijs der lectoren — rechterlijke ambtenaren voor Indië grondig worden opgeleid.

Mocht zóó de V. U. niet slechts v, .or Nederland alleen, maar ook voor het schoone Insulinde ten rijken zegen zijn.

Het kwam het Locaal Comité gewenscht voor. dat aan het door Ds. Adriaanse gesprokene meer dere bekendheid wierd gegeven. De aandacht van allen, die de V. U. liefhebben moest op deze ge wichtige aangelegenheid worden gevestigd. Wij weten het wel, daar is zooveel, dat ook in be tjekking tot de V. U. onze aandacht vraagt.

Nog altoos is zij: »arm aan geld, zeer sober be deeld met wetenschappelijke kracht en aan der menschen gunst eer gespeend dan verzadigd '. Zelfs belijders van den Naam des Heeren onthouden aan deze Stichting hun steun!

En toch, hoe gewenscht zou het zijn, een ^hensche" Universiteit te bezitten. Hoe is versterking der Juridische faculteit een onafwijsbare eisch! Hoe noodig is het. door haar te worden voorgelicht in den socialen strijd onzer dagen! Hoe roept ons Christenvolk reeds jaren om geneesheeren, die bedenken, dat de mensch niet slechts een lichaam, maar ook een ziel heeft!

Maar hoe noodzakelijk dit alles is, ook Indie heeft behoefte aan steun. De »eereschuld" moet afgelost. De Indische maatschappij moet worden gekerstend. Het Evangelie van Christus heeft de gedaante der Europeesche wereld doen veranderen.

Men stelle de V. U. in staat, om ook in de rich ting door Ds. A. aangegeven, werkzaam te zijn Allen kunnen daaraan meehelpen. Ge kunt de V. U. steunen doo uw gebed en gaven, door in steeds ruimer kring de liefde voor haar op te wekken of te versterken. O, mocht de ernst en de moeite van dezen tijd onder ons doen verstommen alle ge knibbel en kleinigheden, en mochten alle belij ders steeds meer doordrongen worden van het besef dat alle levensterrein moet worden opgeeischt voor Hem, die alle macht ontving in den hemel en op de aarde, en die Koning is ook op het gebied der wetenschappen!

Wij zijn Ds. Adriaanse voor dit ernstige woord dankbaar.

Er ligt voor de Vrije Universiteit een breed arbeidsveld open. Ook ten opzichte van Indië.

Maar zal de Vrij e'Universiteit aan deze hooge roeping kunnen voldoen, dan is meerdere steun en waardeering bij ons volk ook onverbiddelijk eisch.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's