GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Groninger Kerkbode gaf Incognitus enkele opmerkingen ten beste over onze Christelijke pers, die hout snijden:

Er is een tijd geweest, dat de Christelijke pers niet hoog stond. Enkele bladen daargelaten, stonden de meeste op laag peil.

Hier en daai-dook een uitgever op, die niet al te veel werk had, en om zijn pers rendabel te doen zijn en zijne zetters zoo n beetje aan het werk te houden, op eigen gelegenheid ging zeilen, als redac teur optrad, een schoolmeester opsnorde, die, omdat hij het niet al te breed had, wel een extra dubbeltje wilde verdienen; voor een gulden heel wat deed en een «leader'' schreef zoo goed en kwaad het dan ging-

t Kwam er dan ook niet precies op aan wat men schreef, 't publiek was niet erg kieskeurig, de lezers in den regel kleine luiden, en hoe platter en gewoner men de dingen zei, hoe beter men het begreep.

Het volk stond nu eenmaal niet hooger, de ontwikkeling was heel eenvoudig niet grooter, enmen moest zich laten afzakken tot den bodem waarop de groote menigte stond, in plaats dat men pogingen aanwenden ging om het - volk wat op te heffen en ook in zijn denken te veredelen.

Die tijd is voorbij.

En van dien kant het onderwijs beschouwd mag men zeer dankbaar zijn voor al het goede, hetwelk daardoor het volk ten deel gevallen is, want het is ons volk bij lange na niet evenveel meer hoe er geschreven wordt en wat men schrijft.

En dat is goed ook.

De Christelijke pers is er in de laatste vijf-en twintig jaren dan ook belangrijk op vooruitgegaan. Elke stand heeft schier zijn eigen blad, zoowel op politiek als kerkelijk terrein. Om maar te denken aan Standaard en Nederlander, de Rotterdamsche, 't Dagblad voor Frieslarid en de N. Prov. Groninger.

Zoo ook op kerkelijk gebied. Voor onze Geref. kringen is de Heraut jaren het blad geweest, dat hoog stond en waarnaast de Bazuin een waardige plaats innam voor hen, die minder de fractie van '86 voorstonden en meer intiem kerkelijk leefden. Voor het volk deden de Kerkbladen uitnemenden dienst en velen werden zoo ingericht, dat jeugd en grijsheid er iets in vonden, dat aantrok en behaagde.

De jongelingschap vroeg zijn blad, dejongedochters kregen hun courant, zelfs voor kinderen begon men krantjes te schrijven, en in menig l uisgezin heeft elk zijn eigen lectuur.

Ke teeken van onze eeuw! Men splitst, scheidt, en lijnen en bakens werden straks getrokken en juist gezet.

Men voelt zoo spoedig en zoo fijn, en accentueert de begrippen en feiten.

In menig opzicht is dit goed. Stilstaan is achteruitgang.

Ontwikkeling doet de kunst bloeien, en hoe meer ook het huisgezin alzijdige kennis opneemt, hoe beter dit voor 't maatschappelijke en kerkelijke leven zal wezen.

Toch dreigt ook in dezen gevaar. Men heeft altoos menschen die vergeten, dat een latijnsch spreekwoord zegt: »wie goed onderscheidt, leest goed, ' en dat worde niet vergeten door hen, die geen latijn ooit leerden, maar die in deze taal niet geheel vreemdeling zijn.

Soms komt het uit, dat er in onze Christelijke pers eene zekere platheid insluipt, die men moet afkeuren en tegengaan. Zeker is het doel om populair te wezen, het volk te winnen, volksman te zijn en door den kleinen man direct en goed begrepen te worden, volkomen goed.

Dit laatste verdient alle aanbeveling, want menig schrijver en spreker bedenkt bij lange na niet genoeg, dat trots de meerdere ontwikkeling des volks, de menigte toch nog niet diep denkt, en dat in menig geval de zaken niet eenvoudig genoeg ge zegd kunnen worden. Eenvoud blijft altoos kenmerk van het schoone en ware, en zij die uitnemende schrijver-i en redenaai-s hoorden, staan immer ver wonderd over den verbazenden eenvoud van hun woord.

Het mag in onzen tijd niet uit het oog verloren, dat onze kinderen minstens vijf jaar vroeger vol wassen schijnen, dan voorheen. Dingen waar wij op vijf en twintigjarigen leeftijd schier vreemd aan waren en er totaal niets van af wisten, weten menschen van nog geen twintig in onzen tijd in de puntjes. En zaken waarover wij in vroeger tijd ons geneerden om in een kleinen kring over te spre ken, worden nu als zeer gewone zaken publiek beredeneerd.

Of dit vooruitgang is?

Ook onze Christelijke pers moet niet vergeten, dat de lectuur van thans niet maar in handen van vader en moeder komt, maar ook in handen van nog jonge kinderen.

En als een knaap van tien of twaalf jaren de bladen in ontvangst neemt, dan moet het toch niet noodig » ezen, dat de ouders met zekeren schroom het toelaten, dat zijn oog in een Christelijk blad ziet.

Of wanneer eene moeder dit of dat artikeltje ge lezen heeft, dan moet het niet noodig zijn dat zij het blad dicht vouwt en voor 't oog der dochteren verborgen houdt.

En zulks komt voor in onze Christelijke pers.

Dit moet bedacht, inzonderheid door wie schrijft.

Men zij ook kiesch en kuisch in wat men het publiek voorlegt. Al wordt het in verband tot zeer ernstige dingen gezegd.

Men kwetst ter eener zijde en prikkelt anderzijds. Wat destijds een Kerkeraad deed, die den Dienaar des Woords over eene preek interpelleerdé, in welke hij de «wedergeboorte" behandeld had en tot in nuances de geboorte der menschen ter sprake bracht, was alleszins goed

Niet alles is voor den kansel geschikt, maarevenmin voor een blad, al is het of wil het Christelijk wezen.

Men mag geen blos jagen op de wangen der schuchtere maagd, die ter stichting en leering een Christelijk blad openslaat.

Populair zijn is goed, is noodig; zoo spreken en schrijven, dat een ieder ons verstaat, is eisch en elk bevlijtige zich om daarin de meeste vordering te maken en hoog te staan.

Maar platte taal en ruwe; lompe uitdrukkingen voorkome men; men zegge in gekuischte taal wat men meent te moeten zeggen, maar kwetse geen gevoel, noch prikkele de zenuwen.

Al wordt de schrijfstift gebruikt voor populaire geschriften en al weet men vooruit, dat het lezend publ ek niet zoo fijngevoelend is en het niet zoo erg opvat, omdat een welmeenend hart het zei en schreef, er zijn ook anderen, die het onder de oogen nemen en den schrijver dikwerf bij lange na zoo hoog niet waardeeren en op verre na niet zoo goed kunnen vergeven wanneer hij dergelijke perszonden bedrijft. Daar moet mede gerekend, terdege op gelet, en het moet bedacht worden, dat de liefde sticht. Men schrijft niet om iets verkeerds, maar iets goeds te bereiken, en wat men neerlegt voor de oogen der menigte, moet zoo wel in het paleis der Koningine als in de schamele woning der armen eene plaats kunnen ontvangen.

Hier wordt metterdaad de vinger gelegd op een wonde plek.

Da nieuwere letterkunde, die naar Zola's voorbeeld bij voorkeur den zinnelijken kant van het huwelijksleven schildert en dat doet in woorden, die zelfs een i uw soldaat een schaamte blos op de wangen zouden jagen, heeft ook bij ons volk een achteruitgang in kieschheids gevoel ten gevolge gehad, die wel diep te betreuren is.

Des te ernstiger is de roeping der Christelijke pers, om naar het woord des Apostels alleen „wat welluidt en liefelijk is" aan haar lezers voor te zetten.

Waar het teere waas der kieschheid wijkt, ligt de zonde van onkuischheid voor de deur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juni 1903

De Heraut | 4 Pagina's