GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN „WONDERKIND.”

Een onzer lezers, G. v. B. Cz. te An. deed onlangs deze vraag:

„Dezer dagen een boek in handen krijgende dat schreef over de Geografie en haar samenstelling, las ik ongeveer het volgend bijna ongelooAijke verhaal:

„In Lu beek is in het jaar 1721 een wondcrgeieerd kind geboren, dat Christiaan Henrik Heinecken of (Heineccius) heette, dat 10 maan den oud zijnde al kon spreken, op den leeftijd van 2I/2 jaar de Oude en Nieuwe historie verstond, zich met gemak in het Latijn en Fransch uitdrukte, en een uitstekend oordeel bezat doch op zeer jeugdigen leeftijd overleden is in den ouderdom van slechts 4 jaar en eenige maanden den 27 Juni 1725.”

Bovengenoemde mededeeling komt voor in het werk van Dr. Benjamin Bosma, leeraar wiskunde en wijsbegeerte; Amsterdam, 1764, Uitgave '; an J. Loveringh te Amsterdam. Zou UEd. in de Heraut hierover eenig licht kunnen geven”?

Dit laatste is ons mogelijk, al kennen we het bovenbedoeld boek niet. We zullen vertellen wat we van het bedoelde kind weten, daar het ook waarschijnlijk voor andere lezers dan de genoemde alleen belangrijk kan zijn. Het ver haal klinkt zeker ongelooflijk, toch is er geen reden om aan de waarheid te twijfelen.

Den i7en Februari 1721 werd Christiaan Heinrich Heinecken te Lubeck in Noord-Duitsch land geboren, Zijn vader was hoogleeraar aldaar in de Geschiedenis en een man van groote kennis, die daarbij bijzonder bekwaam was in het geven van onderwijs.

De geleerde heer had lang begeerd een zoon te hebben, en had vaak den Heere daarom gebeden. Eindelijk werd zijn gebed verhoord en de verheugde vader, Gode dankend, besloot Bu aan de opvoeding van dit kind alle mogelijke zorg te wijden, en alle bekwaamheid ais onderwijzer aan te wenden om zijn Christiaan tot een man van kennis te maken.

Het gevolg hiervan was verrassend en althans in het begin ook niet weinig bemoedigend. Acht maanden na zijn geboorte kon het knaapje reeds spreken.

Om het zoover te brengen had de vader geen moeite ontzien. Eerst wees hij het kind een voorwerp aan, dan noemde hij dit verscheiden malen, duidelijk, achtereen, soms tien of vijftien malen. Elk woord werd zoo noodig, lettergreep na lettergreep, langzaam voorgezegd, totdat de beweging der lippen van Christiaan aantoonde dat hij het kon nazeggen, en het geluid bewees dat hij het goed deed. Ook trachtte de geleerde vader altijd het kind de eigenschappen der dingen er bij te leeren, b. v. hard, groot, en ook waaruit zij bestonden b. v. hout, ijzer.

Deze eerste oefening was de moeilijkste en duurde het langst. Toen de kleine Christiaan eenmaal lezen kon, ging alles verrassend snel.

Het eerste waarin de kleine jongen nu werd onderwezen was Gods Woord. Vóór hij een jaar oud was was hij dan ook reeds bekend met de voornaamste gebeurtenissen vermeld in het Oude Testament. Twee maanden later, had hij, zoo wordt vermeld, de Evangeliën reeds gelezen. Terzelfder tijd begon zijn vader Latijn en Fransch met hem te praten. Zijn moeder, die niet zoo knap was, sprak altijd Duitsch met hem. Al heel spoedig kon Christiaan zich zeer wel in deze drie talen uitdrukken.

Hoe goed het nu ook zij met Gods Woord te beginnen, en hoe mooi ook vreemde talen te kannen spreken, toch was het dunkt mij, in een zoo verstandig man als de professor moet zijn geweest, niet goed zoo vroeg met dit alles te beginnen.

Vader Cats zegt niet zonder reden:

Vroeg rijp, vroeg rot.

Vroeg wijs, vroeg zot.

(Alleen moeten luie schooljongens dit niet verkeerd toepassen).

In September van 't jaar 1723, toen Christiaan dus twee en een half jaar oud was, kon hij voldoend antwoord geven op alle vragen betreffende de voornaamste gebeurtenissen uit de oude en de nieuwe Geschiedenis. Ook had hij toen reeds een „uitgebreide kennis" van de Aardrijkskunde ('t zelfde wat in bovenstaanden brief Geografie heet.)

Wat de professor wenschte dat zijn ZQOOZOU weten, onderwees hij hem door vertellen en voorzeggen, voorts had de vader op genummerde kaarten de feiten uit de geschiedenis aangeteekend, die zijn zoon moest kennen. En weldra behoefde het kind slechts even zulk een kaart te zien, om al wat er op stond in 't hoofd te hebben!

Zooals vanzelf spreekt werd dit wonderkind spoedig alom bekend. In vreemde landen werd er over gesproken en de Koning van Denemarken, dat bij Lubeck lag, noodigde Christiaan met diens vader aan zijn hof. Daaromtrent wordt o. a. dit vermeld:

Heinecken was in zijn vierde jaar, toen hij aan het Deensche hof verscheen. Zijn voorkomen was dat van een kind, 't welk veeleer toegevend dan streng wordt behandeld. Hij had niets verlegens in zijn bewegingen, zijn gang was vast en zijn kinderlijk lachen bewees bij zijn oprechte vroolijkheid, dat men geen leeren van hem vergde dat boven zijn begrip ging. 't Was bij hem een vroeg rijp zijn, niet een dwingen der natuur. Hij sprak voor den Koning een korte Latijnsche rede uit, die ongeveer tien minuten duurde. Toen het uit was, toonde elk zich verbaasd en vol bewondering, waarop Christiaan zich tot de Koningin en de Prinsessen richtte. Voor hen zei hij een zeer geestig vers in het Fransch op, door zijn vader voor deze gelegenheid opgesteld.

Na een maand kwam Christiaan te Lubeck terug, met vele geschenken en een heele ver zameling kostbare boeken. Thans wenschte hij schrijven te leeren; zijn vader, die in alles zijn wenscben volgde, gaf hem les en — in enkele d.igen kon de kleine schrijven!

Nu moest er echter, dacht de professor, een geregelde studie volgen, wat Christiaan met groote blijdschap hoorde. Zijn moeder zou nu op reis gaan en eenigen tijd wegblijven. Doch reeds over acht dagen kreeg zij van Christiaan een brief, waarin hij haar dringend vroeg weerom te komen, daar hij niet buiten haar kon. Ook de vader drong er sterk op aan.

Mevrouw Heinecken, die uit noodzaak op reis was gegaan, haastte zich terug te keeren. Doch het reizen ging destijds niet zoo snel als nu. Toen zij aankwam vond zij haar geliefd kind reeds den dood nabij. Hij stierf, het hoofdje dicht tegen haar borst gedrukt. Hij. was toen vijf jaar oud.

Uit alles blijkt, dat Christiaan een buitenge woon kind was. Dit gold niet alleen van zijn verstand, maar ook van zijn lichaamsgestel, dat zeer verschilde van dat van andere kinderen van zijn leeftijd. Dit laatste, waarvan we nu niet kunnen spreken, heeft ook waarschijnlijk zijn vroegtijdigen dood veroorzaakt. Wellicht heeft ook het al te veel en te vroeg leeren van allerlei hem geschaad j 't is de vraag of de vader het geschenk des Heeren wijs gebruikt heeft. Doch in elk geval mocht Christiaan terecht een „wonderkind” heeten.

Of het begeerlijk is dien naam te verdienen ? Dit weten we. God heeft elk de mate zijner gaven toe bedeeld. Wij zijn geroepen die gaven wel te besteden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 oktober 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 oktober 1905

De Heraut | 4 Pagina's