GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Fi; ankrijk. Een redevoering van den Franschen minister van eeredienst.

De socialistische minister van eeredienst, Briand, heeft in de Kamer van afgevaardigden eene groote rede uitgesproken over de uitvoe ring van de wet op scheiding van kerk en staat.

Hij sprak o. a.: „Ik zal u dadelijk zeggen, hoe de regeering de wet denkt uit te voeren. Maar het is noodig niet alleen voor u, maar ook voor het land, dat men wete, welke de positie is der Regeering tegenover de kerk.

Wat moet de „leekenstaat" voor u zijn ? Wat zij u, Katholieken geven moet, is de vrijheid van geweten.

Maar zij moet u meer geven. Zij moet u de bevoegdheid geven, in volkomen onafhankelijkheid uw godsdienstig geloof uit te spreken, door de uiterlijke handelingen die den eeredienst vormen. Dat recht moet de wet u geven, en de Staat moet het u verzekeren. Indien de wet het u niet gaf, zou het eene slechte wet zijn. een vervolgingswet. En wanneer gij zegt, dat wij den oorlog verklaren aan de kerk en aan den Godsdienst, dan begaat gij eene dwaling.

De leekenstaat moet onzijdig blijven, ten aanzien van alle Godsdienstige gezindten. Hij kan niet „anti-religieus" zijn, hij heeft daartoe niet het recht; hij is a-religieus (dat is zonder Godsdienst). Als hij de kerk voor zich ziet, moet hij die van twee zijden beschou wen, omdat de kerk twee zijden heeft, omdat haar optreden twee vormen heeft.

„De leekenstaat moet, om zijn veiligheid en zijn overwicht te verzekeren, beslist anti clericaal zijn. Het is zijn taak, zich er tegen te verzetten, dat de kerk, haar Godsdienstig terrein verlatend en zich op politiek terrein begevend, het overwicht van den staat in gevaar brengt. Maar als de kerk op haar terrein blijft, als de geloovigen zich tevreden stellen met het toonen van hunne Godsdienstige gevoelens in den vorm van den eeredienst, is de Staat gehouden voor dit geheiligde domein te blijven staan. Indien hij er wilde binnendringen, met de wet in de hand, om den eeredienst te belemmeren, zou hij een onverdraaglijk tyran worden.”

„Vcor sommigen moet de scheiding, waarover reeds zoo lang gesproken is, iets buiten gewoons zijn, iets verwonderijks, iets wat niet kan worden toegepast in dit land zonder een soort van omverwerping van den staat van zaken. Er behoort bliksem bij, en donder; de elementen moeten worden ontketend, om den indruk te verkrijgen, dat de Kerk gescheiden is van den Staat. De heer AUard zeide: „Onze anticlericale kiezers begrijpen er niets meer van; men had de scheiding aangekondigd als een buitengewone gebeurtenis, en er is niets veranderd; als wij uw stelsel toelaten zal er evenmin iets veranderen op 11 December. Zullen dan op 11 December de kerken 'openblijven als voorheen; zullen de geloovigen er heen gaan, en de priesters ook; zal men blijven voortgaan er de mis te zeggen, en zal zelfs de ritus niet gewijzigd worden ? Waartoe dient dan de scheiding?

„„Omdat de zaken zoo zullen gaan moest gij iets toestaan aan de in hun verwachting teleurgestelden.... door onmiddellijk beslag te leggen op de kerkelijke goederen, en die aan de gemeenten te geven...

„Deze opvatting wordt bij vele anticlericalen gevonden...

„Maar als wij tegenover een verkeerde opvatting staan, moeten wij, als Republikeinsche vertegenwoordigers van het land, die onjuistheid bestrijpen en tot de kiezers zeggen: De Republiek wil, door de scheiding tot stand te brengen, geen oorlog of vervolging; zij bevrijdt zichzelf, maar bevrijdt tevens de katholieken. Dat is de ware opvatting van de scheiding.”

Zeer handig wist de minister aan te toonen, dat de paus de wet op scheiding van kerk en staat niet heeft verworpen, maar de eerste geweest is om haar aan te nemen. „Het concordaat", zoo sprak Briand „stond niet toe bisschoppen te benoemen. Zoodra de wet was uitgevaardigd, heeft hij de bisschoppen voor de vacante zetels benoemd, en deze hebben hun post dadelijk ingenomen. De Paus kon tot deze benoemingen niet overgaan, zoo hij het Concordaat niet als opgeheven beschouwde, en gebruik maakte van het stelsel der scheiding!

„Maar dat is niet alles. Ook de bisschoppen hebben van dat stelsel gebruik gemaakt. Onder het Concordaat hadden zij niet het recht te vergaderen, te beraadslagen, zonder vergunning... en ik ken vele regeeringen - die deze zouden hebben geweigerd. Maar zij hadden nu geen vergunning noodig. Dank zij de wet van ty ƒ rannie en vervolging, de wet van 9 Decembe"^ 1905, hebben zij uit eigen beweging, totaal onafhankelijk, kunnen doen wat in een aantal jaren in dit land niet mogelijk was geweest. Zij konden vrijelijk bijeenkomen en beraadslagen

„En ook dit is nog niet alles. Er zijn in deze wet, zegt men, bezwarende formaliteiten, maar ik ken er, waaraan de Fransche ptiesteis zich dadeUjk met prijzenswaardigen ijver hebben onderworpen; dat waren de formaliteiten die door de wet waren voorgeschreven om hunne pensioenen en uitkeeringen te krijgen....

„Ik vind het heel natuurlijk en heel wettig, dat zij dit deden; ik constateer slechts de feiteu, zooals deze zijn; ik neem den toestand zooals die is; dat is mijn recht”.

Het is niet te loochenen, dat de minister hier een lichtzijde van de scheiding op kerken staat heeft laten zien. Doch als het hun gevraagd werd, zouden de bisschoppen der Roomsche kerk in Frankrijk zeggen', dat zij den toestand, dien het concordaat schiep, voor geen ideaal toestand hielden.

Merkwaardig was het ook te vernemen, hoe de Fransche minister de instelling der „associations cultuelles" verdedigde. Hij sprak er over dat de wet van 1901 aan de vereenigingen slechts een beperkt vermogensbezit toekent. De „associations cultuelles" kunnen groote vermogens bezitten. Dus zou men kunnen aannemen dat die cultus vereenigingen een weldaad zijn voor de Kerk. Doch de aap kwam daarna uit de mouw, toen de minister sprak:

„Maar in die „associations" kunt ge u nooit beschouwen als de eigenaar van dat vermogen. Gij zijt eigenaar van een zeer bijzondere soort. De eigendommen hebben een speciaal doel. Gij kunt er niet mede doen wat ge wilt, ze niet gebruiken naar uwe wenschen. Zij zijn geschonken door geloovige kathoUeken, met het oog op den godsdienst, en gij moet ze voor deze bestemming bewaren. Gij kunt ze niet gebruiken voor den politieken strijd, gij kunt er geen werktuig van politteke overheersching van maken.

sHiertoe bepaalt zich onze bemoeiing. gij ons daarvan een grief maken? ” Wilt

Daar is het, gelijk het in het begin van de rede van den minister bleek. De kerk moet zich onthouden van alles wat op politiek gelijkt. Wanneer de dienaren der kerk zich critiek op de handelingen der regeering veroorloven, dan kan de regeering optreden en zijn gendarmes zenden, en wat er dan verder volgt. - Dit alles gaat dan onder de vlag dat de Kerkelijke goederen bewaard worden voor den Godsdienst.

Wij zien dat al aankomen.

Het Fransche ministerie moet de anti-clericalen in het gevlij komen; anders verliest het spoedig zijn meerderheid in de Kamer van afgevaardigden. Het ministerie Clémenceau heeft, toen het zijn program afkondigde, gezegd, dat de minister van eeredienst reeds aan den arbeid toog om een wetsontwerp op te stellen, waarbij den staat het monopolie van het onderwijs gegeven wordt. Alle Roomsche scholen en de weinige Protestantsche inrichtingen van onderwijs moeten daardoor vervallen. Wanneer nu daartegen ook in de Roomsche kerken geprotesteerd wordt, zal de regeering zeggen: gij misbruikt de kerken en daartegen moeten wij waken. De Staat moet zich verdedigen tegen de pogingen tot overheersching van de zijde der Roomsche kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 december 1906

De Heraut | 4 Pagina's