GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN

AAN DE KOFFIETAFEL.

XIV.

Toen Rika uit de kerk kwam en aan haar straks opgevat voornemen dacht, om mijnheer en mevrouw iets mee te deelen van hetgeen zij gehoord had, werd haar al spoedig duidelijk, dat dit kwalijk gaan zou.

Niet dat de dominee zulke moeilijke dingen had gezegd, of niet goed te verstaan was geweest, maar vlak bij zich had Rika een dameshoed bespeurd, met zooveel pluimen en linten er op, dat zij er wel naar kijken moest, en dat

meer dan eens, waarbij zij dan minder aandacht had op de predikatie. Ook waren ertweejongejuflFrouwen. die mantels droegen veel mooier dan die van Rika, die dus ook moesten bekeken worden. Verder was de voorzanger een beetje schor, en was er ergens dicht bij iemand, die zeer merkbaar valsch zong. Al deze gewichtige dingen samen, maakten dat Rika haar aandacht wel moest verdeelen, en zoo van de leerrede ook slechts gedeelten te hooren, of liever, te verstaan kreeg. Natuurlijk was het nu moeilijk, geregeld over 't gehoorde te spreken.

Doch thuis gekomen, bespeurde zij weldra, dat het er voor de huisgenooten minder toe scheen te doen, wat zij in de kerk gehoord had. Niemand vroeg er naar, en nadat zij er over begonnen was, kon zij al ras opmerken, dat naar hetgeen zij zeide, heel weinig werd geluisterd. En toen mijnheer eindelijk sprak: „Wel Rika, 't is of je de heele preek uit het hoofd kenti wat heb js oplettend geluisterd; we weten het nu alsof we er geweest waren" — toen begreep Rika dat niemand verlangde er meer van te hooren, hoe weinig zij ook had gezegd. En was het vol? " vroeg mevrouw, „on^e plaatsen waren zeker nog onbezet, " „Ja, heel vol, " zei Rika.

„Natuurlijk, ” sprak mijnheer, „deze dominee is een groot redenaar. Hij spreekt heel sierlijk en heeft een prachtig talent. Dat zal je ook wel opgemerkt hebben, niet waar? " Rika kon hier gerust ja op zeggen; zij had zelf aanleg om aangenaam voer anderen te spreken, bezat een fraaie, heldere stem, en hoorde ook gaarne, dat iets schoon en welluidend werd gezegd. Ook dat is een gave des Heeren, alleen maar, het is in de kerk volstrekt niet de hoofdzaak. We komen daar niet om allereerst schoone woorden te hooren, maar de waarheid Gods, die ook in eenvoudige taal dezelfde blijft als in sierlijke. Zoo is het ook zeer goed welluidend te zingen. Maar toch had zekere vrouw gelijk, die eens van haar burin te hooien kreeg: „U moest liever niet meedngen dan zoo valsch." „Och, " was het antwoord, „de Heere God hoort even goed het geroep van de raven als het gezang van de nachtegalen.”

Nu ontstond er, terwijl men smakelijk en overvloedig zat te eten en te drinken, een lang gesprek over schoone voordracht, welsprekendheid, mooie gezegden enz. Daarna kregen nog de voorzanger en het orgel en zoodoende muziek en zang een beurt. Ja eindelijk zelfs de gebeeldhouwde preekstoel en de fraaie lichtkronen in de kerk, ware kunstwerken. Doch over de preek sprak niemand meer. Eigenlijk schenen mijnheer en mevrouw Brandwijk te denken, de preek is iets waarnaar een fatsoenlijk mensch als hij in de kerk is, moet luisteren zoo lang het duurt. Daarna mag hij het gerust weer vergeten.

Ook Rika bemerkte dat zeer goed. Al waren haar ouders nu niet menschen, van wie men zeggen kon, dat het hun lust was God te vreezen, toch was het in het ouderlijk huis, vooral door grootvaders invloed, heel anders toegegaan dan hier. Doch haar arglistig hart zei: 't zijn hier toch ook goede menschen, en men kan toch niet heel den Zondag over de kerk en de preek praten. De waarheid was, dat Rika zelf, gelijk haar huisgenooten, vervuld was van de dingen dezer wereld, en niet met die van het koninkrijk Gods.

Des middags gingen mijnheer, die nu niet meer moe was, en n evrouw, die geen hoofdpijn meer had, naar een concert. Rika bleef thuis om 't een en ander te verrichten, en ging toen een brief schrijven naar de Zandhoeve. Toen ze 't papier daarvoor uit de kast nam zag ze daar haar mooien, nieuwen Bijbel liggen, die al die dagen dat ze hier was, nog niet gebruikt was geworden. Ze schaamde zich bij die gedachte, want ze had grootvader beloofd eiken dag een woord uit de Schrift te lezen. Doch weldra stelde zij zich weer gerust. Want, zoo redeneerde zij, mijnheer leest eiken morgen uit den Bijbel voor. En of ik 't nu lees of hoor lezen, zal toch wel op hetzelfde neerkomen. Nu, dit was ook zoo. En toch — toch bewees die gesloten Bijbel veel meer dan Rika aan zich zelf wou bekennen.

Kort na den eten kwam er bezoek en weldra werd Rika gevraagd ook binnen te komen. Ze werd aan eenige heeren en dames voorgesteld, en voelde zich eerst niet weinig verlegen. Doch de lieden waren zoo vriendelijk, dat het meisje zich al spoedig niet meer schuchter voelde. Een van de heeren, die verzen maakte, had zijn nieuwste gedicht meegebracht, om dat aan den heer Brandwijk te vereeren. Deze dankte vrien delijk, en vroeg toen aan Rika of ze 'i eens voor wou lezen. Eerst aarzelde zij, doch weige ren ging moeilijk, en toen zij eenmaal begonnen was, duurde het niet lang of het nieuwe ge dicht vervulde haar zoo geheel, dat zij al 't andere vergat. Met haar fraaie, klankrijke stem, vol gevoel las zij het vers voor, zonder eenig haperen, ten einde toe.

De dames en heeren klapten in de handen, en de dichter zei, dat het hem nog zelden gebeurd was, iemand, onvoorbereid, zoo schoon een van zijn verzen te hooren voordragen. Rika werd dan bleek, dan rood bij al de loftuitingen, 't was soms als voelde zij zich dui zelig. Dat ging echter gauw weer over. Doch er was iets anders, helaas, dat bleef, al kon niemand dat nu opmerken.

CORRESPONDENTIE.

Zij die vragen inzenden, gelieven er aan te denken, dat we die zelden aanstonds kunnen D beantwoorden, wijl dit tot versnippering aanleiding zou geven. Als de ontvangst van den D brief hier vermeld is, krijgt hij zijn beurt, zoodra die komt. Duidelijke opgaaf van naam en woonplaats blijft zeer gewenscht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's