GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

vragen, waarom we

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

vragen, waarom we

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vragen, waarom we nu eigenlijk in het Ambt geweest waren; want dat vatte ik nog altijd niet.

„Dan wordt het hoog tijd jongen, " zei hij. „Ge weet dat uw oom Carl is gestorven, en dat zijn huis nu onbewoond staat. Wat er eigenlijk gebeurd is weet men niet; ook zijn weduwe niet. In elk geval hij is dood en begraven, en zijn bezittingen zijn nu onder stadstoezicht geplaatst. Volgens de vroeger gemaakte bepalingen erft zijn weduwe niet van hem. De eenige naaste erfgenaam zijt gij, Jchan, gelijk heden morgen door de heeren is uitgemaakt. Ik weet niet, of oom Carl werkelijk zoo rijk was als men zei. Maar dit is zeker, wat hij had zal aan uw worden toegewezen."

Ik keek heel verbaasd op, want aan zoo iets had ik nog nooit in mijn leven gedacht. Maar oom ging voort:

„Daar ge nu nog Ie jong zijt om voor uzelf te zorgen, of uw zaken naar behooren te be sturen, moet er een voogd benoemd worden. Denkelijk zal ik daartoe gekozen worden, en benoemt de rechtbank er ook een die toezicht houdt, 't Kan dus nog wel zijn, Johan, dat ge meer in de wereld krijgt, dan uw ouders ooit bezeten hebben."

Zes maanden later was alles beslist.

Het bleek, dat oom Carl behalve zijn huis en wat daarin was, nog een aanmerkelijke som gelds had nagelaten of liever, de verkoop van zijn bloeiende handelszaak bracht veel op. Ik was, hoorde ik sommigen zeggen, al jong rijk. Dat mocht nu wat overdreven zijn, zeker is dat ik zooveel erfde, dat ik bij mijn meerde^arigheid een welgesteld man was.

Ik was alzoo plotseling, buiten mijn toedoen maar zeker onder de leiding Gods, eenige sporten hooger geklommen op de ladder der maatschappij. Wijl uitdrukkelijk bepaald was, dat ik ook meteen naar mijn stand motsi worden grootgebracht, ging ik met mijn oom en tante een gedeelte van oom Carl's huis bewonen. Het andere werd verhuurd. Mijn trouwe verzorgers kregen langs dien weg ook een leven met wat minder zorgen dan vroeger. Er werd mij daarbij voorgesteld op een koopmanskantoor te gaan, en den handel te leeren. Doch dan zou ik naar Leiptig of elders moeten en daartoe voelde ik weinig lust. Bovendien trok de kweekerij mij zoo aan, dat ik besloot daarbij nu maar te blijven. Alleen had ik nu de middelen om het vak beter en grondiger te leeren, mij in nog - vele andere dingen meei te oefenen, dan vroeger. En dat is mij later uitnemend te stade gekomen.

Juffrouw Fmkler, voor wie ook gezorgd moest worden, kwam in haar oude huis, of bever dat van oom Carl terug, maar nu om tante eiken dag eenige uren iu' de huishouding behulpzaam te zijn. Zoo kon zij haar brood winnen, ook voor haar kleinen, tot haar man uit den oorlog terugkeerde en een postje kreeg, dat hij echter niet levenslang bekleedde, zoo als blijken zal.

Toen ik meerdesjarig was geworden en zelf de vrije beschikking over de erfenis kreeg, was die door de rente vrij wat vermeerderd. Ik bleef in oom Carls huis wonen, doch hij behoefde nu niet te werken, althans niet meer dan hij wilde. Daar zorgde ik voor evenals ik het mijn plicht rekende, een paar arme bloedverwanten te ondersteunen. Dikwijls dacht ik bij mij zelf, hoe vreemd het toch in de wereld kan loopen. Oom Catl, die nu juist niet langs den besten weg zoo veel geld bad verkregen, had daarvan maar zoo kort genot gehad. Hij had zijn hart en ziel op geld gezet, en wellicht juist daardoor schade aan zijn ziel geleden. En nu was dat geld mij ten deel gevallen, die er nooit iets voor gedaan, nooit zelfs aan gedacht had. Ik voelde echter des te meer, hoe ik het voorbeeld van mijn rijken en toch armen oom niet moest volgen. Hij had nooit iets voor anderen kun nen missen, niets voor mijn moeder toen zij arm was, of voor mij. Wat had het hem gebaat? Ik gevoelde, dat nu de Heere mij zooveel had geschonken, ik ook geroepen was er een goeo rentmeester over te zijn.

Na eenige jaren besloot ik een eigen kweekerij te beginnen, 't Werd nu echter noodig de stad te verlaten, en op het land te gaan wonen. Oom en tante waren daartoe moeilijk te bewegen, doch eindelijk stemden zij toe en ik geloof niet dat zij later de verandering betreurd hebben. De man van juffrouw Finkler kwam bij mij in dienst voor allerlei arbeid in huis en hof, zoodat hij zijn postje er aan geven kon, en voortaan geen zorg voor zijn bestaan meer had, wat vroeger anders was.

Nu en dan echter, moest ik met oom naar de hem nog altijd dierbare stad, waar hij oude vrienden opzocht. Eens wachtte hem een groote verrassing.

Op de markt gekomen namelijk, bespeurden we hoe daar een groote schutting werd gesteld, en vele werklieden bezig waren, steenen op te stapelen.

„Wat moet hier gebeuren? " vroeg mijn oom.

„De kerk wordt herbouwd, " was 't antwoord.

„En de klokketoren ook? "

„Ja zeker!"

't Was alsof ooms oogen vochtig werden. Hij drukte mijn hand en fluisterde: „Den Heere zij dank, dat ik dat mag beleven 1"

Hij heeft ook nog beleefd dat de klokken weer luidden, al trok hij zelfde touwen niet meer.

En nu zeg ik: De Heere heeft alles welgemaakt. Loof den Heere, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden.

Hier eindigde de verteller zijn verhaal van den klokketoren, en allen bedankten hem vriendelijk voor 't genoegen hun er mee aangedaan, en zeiden „Het smaakt naar meer."

Ik hoop dat de lezers het ook zeggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1908

De Heraut | 4 Pagina's

vragen, waarom we

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1908

De Heraut | 4 Pagina's