GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nooren, houden, doen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nooren, houden, doen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo zal het geschieden, omdat gij deze rechten zult hooren, en houden, en ze doen, dat de Heere, uw God, u het verbond en de weldadigheid zal houden, die Hij uwen vaderen gezworen heeft. Deut. 7 : iz.

„Wie niet hooren wil, moet voelen, " is geen zeggen dat aantrekt. Het past bij een slavenhouder, die zijn slaaf over het lijf striemt; bij een oaderwetschen meester, die een rakker onder zijn scholieren met de gard nazit, of hoogstens bq een wat hardvochtigen vader, die er in geniet, dat hij er nu met een vrije consciëntie eens op kan slaan. Menschelijk, want ook het ouderlijk gezag kan al te lang getergd zijn; maar niet teeder. Ook de tucht, zelfs de tucht aan den lijve, kan eisch worden; maar wie lief heeft, tuchtigt met weerzin, niet uit geërgerde passie, doch alleen uit plichtsbesef. En bij dat zeggen: „Wie niet hooren wil, moet voelen" voelt ge de drift, waarmee wordt toegeslagen, om den slag recht voelbaar te doen aankomen. Het is of de getuchtigde metzqn schreien tegen de slagen die hij krijgt protesteert, en alsof de tuchtiger nu zich zelf rechtvaardigt, door te zeggen: Ge hebt niet willen hooren, deugniet, voel het nu maar eens!

En toch, al stuit de toon die in dit zeggen klinkt, u tegen de borst, wat er in wordt uitgesproken is onbetwistbaar. Het is de groote les, die Israel in een historie van eeuwen heeft moeten leeren; het is een der grondgedachten van de zedelijke wereldorde; het is de zieiservaring, door den psalmist bezongen, toen het'van zijn harp weerklonk: „'k Sloeg eer ik werd verdrukt den dwaalweg in, maar, nu geleerd, houd ik uw wet en wegen; " kortom, het is de grondregel van heel de Schrift. Zelfs het kruis van Golgotha wordt, zoo ge dien grondregel prijs geeft, een ergernis.

Tweeërlei kan er. u brengen en kan u hooger opvoeren, omdat tweezijdig, deels uitwendig, deels inwendig het bestaan is, dat God u gaf. Inwendig nu wordt ge opgebouwd, zoo ge hoort, en hoort ge niet, dan moet ge uitwendig worden getroffen.

Beide doelt natuurlijk op uw ziel. Maar als ge hoort, ^v}Qt6.i uw ziel rechtstreeks door uw God bewerkt. Moet het daarentegen door uitwendige tucht gaan, dan leert uw ziel niet door het Woord, dat uw eere is, maar door de pijn, die u vernedert.

Daarom zette Mozes voor alle ziel, in 'sHeeren naam, dezen levensregel in: Eerst hooren dan houden, en deze twee als uitgangspunt van het doen.

Eerst hooren.

Wat toch ligt hierin anders, dan dat ge niet uw eigen heer en meester zijt, maar een Heere in den hemel boven u hebt, die over u te zeggen, die u te gebieden heeft, en naar wien gij daarom luisteren moet.

Geen eigenzinnigheid, geen eigen genoegzaamheid, geen eigen gerechtigheid! Niet gij zelf uitdenken en uitvinden, wat ge doen en laten zult. Niet een zedelijkheid van uw eigen bedenking. Geen leven naar eigen goedvinden, maar een leven van plicht en toewijding. Een plicht, niet zelf gekozen, maar u opgelegd. Geheel uw gedraging en geheel uw gang door het leven beheerscht door een hoogeren wil. God uw God, en gij zijn diep afhankelijk creatuur.

En naar wat uw God wil, zult niet gij gissen en raden, maar gij zult hooren.

Immers uw God is een God, die zich geopenbaard heeft. Hij is een God die niet zwijgt, maar spreekt. Zijn Woord is uitgegaan. En naar dat Woord hebt gij te hooren. Te hooren naar zijn Woord, dat uitgaat in de schepping; naar zijn Woord dat uitgaat in de historie; naar zijn Woord dat uitging van de profeten en apostelen; naar zijn Woord dat uitging in den Christus; naar zijn Woord dat uitgaat door den Heiligen Geest.

Dat alztjdig Woord onzes Gods moet als de lamp zijn voor onzen voet en het licht op ons pad. Naar dat Woord van uw God moet ge aldoor luisterende zijn, moet ge rus teloos hooren.

Als uw God spreekt niet te luisteren, is in zelfgenoegzaamheid uw God klein achten. Niet het oor te openen als zrjn stem uitgaat, is om uw God niet geven. Niet in stille eerbiedenis te hooren, als uw God u toespreekt, is u niet storen aan zrjn heiligen wil. En opzettelijk het oor toe te stoppen als zijn Woord tot u komt, is opstand tegen zijn heilige Majesteit.

Zooals de starren naar God luisteren, als Hij ze btj name roept, en zie, er wordt niet één gemist. Zooals de visch hoorde en Jona op het droge wierp, toen God, zooals de Schrift zegt, den visch riep. Zoo zult ook gij hooren, steeds toeluisterend of uw God ook tot u spreekt.

Luisteren, hooren, dat is erkennen dat ge een God boven u hebt, een Heere en Meester, die over u te gebieden heeft; het kind dat naar zijn vader luistert, de dienstknecht die luistert naar zijn heer.

Maar hooren is niet genoeg. Ook moet wat ge gehoord hebt, u bijblijven. Ge moet het bij u houden. Het mag niet zijn, het ééne oor in, het andere oor uit. Het moet in u bezinken. Het moet , u blijvend en duurzaam beheerschen. Het moet gegrift worden in uw hart.

De Joden plakten kleine stukjes van de wet op hun deurposten of naaiden ze op den zoom van hun kleed. Maar wat waarde dit ook als zinnebeeld had, het is het eigenlijke niet. Niet de post van uw deur en niet de zoom van uw kleed, maar uw hart is de gevoelige plek, waar het Woord van uw God zich op af moet drukken. Men heeft thans spreek-en zangbuizen met platen erbij, waarop in fijne insnijding staat uitgedrukt wat een spreker sprak, of een zanger zong. Brengt men nu later die platen weer met de buis in aanraking dan geeft die buis de stem van den spreker of zanger weer, en zoo dikwijls ge wilt, laat ge altoos weer het woord er uitkomen. En zoo nu moet uw hart zulk een plaat met buis zijn, waarin God zrjn woord voor u afdrukt, en waaruit telkens weer datzelfde woord van uw God u kan tegenklinken.

Zulk een zang of spreekbuis kende men in de dagen van Mozes nog niet. Thans is het gevonden. En daarom kunnen wij het als beeld gebruiken, om dat houden van wat we gehoord hebben toe te lichten. Zulk een plaat van de spreekbuis houdt het woord vast. Het staat er in gegrift. Het spreekt er telkens opnieuw uit. En zoo moet ons kouden van het Woord onzes Gods zijn, dat we ^^^ÖÖ^Ü? hebben. Ons hart moet het vasthouden. Het moet in ons hart zijn ingedrukt. Het moet uit dit ingrifsel in ons hart ons onopzettelijk weer toespreken, zoo dikwijls wij het opwekken.

Zoo alleen komt er vastheid van gedraging, vastheid van beweging, vastheid van zin en bedoelen in ons. Zoo worden er sporen gelegd, waarlangs ons hart zich voortbeweegt. Zoo weten we waar we komen, waar we zijn, en waar we heengaan.

De valsch-mystieke denkt zoo niet. Hij leeft bij ingevingen. Nu hoort hij dit, morgen hoort hij weer iets anders. Hij luistert even, en hoort iets. Maar morgen is 't weer weg; tot er straks weer iets tot hem komt. Hij is als een ballon die danst en op en neer wipt. Hij hoort bij tijden, maar hij houdt niet. En wat God wil is, dat we hooren én houden zullen. c J l

Een afgebakende weg voor onzen voet. Een vast spoor waarlangs we ons voortbewegen. Nooit aarzelen. Altoos weten waar 't pad ligt, waarlangs we treden zullen.

De herder die vooruit gaat, en wij volend in den voetstap, dien Hij heeft gezet.

En nu komt het derde. Na het hooren et houden en na het houden het doen. s w

Vanzelf gaat dit niet. Eigen neiging, erleiding van buiten, verzoeking van den ooze, het gaat er alles tegen in. Op het etsstandpunt komen we daarom niet verer. Wie waant, dat als hij weet wat God il, hij het dan ook wel volbrengen kan, rekent met een idealen mensch, die er niet is; en rekent niet met zijn gebroken natuur en met den onheiligen kring waarin hij te handelen heeft.

Wat ge van uw God gehoord hebt, en wat ge houdt, kunt ge niet doen, of diezelfde God moet naar u luisteren, u hooren; en u houden.

Hij moet u zijn wil aanzeggen; gij moet dit zijn Woord hooren; dan moet ge verstaan, dat ge 't niet doen kunt; en uit die pijnlijke onmacht moet het gebed opgaan, of God u kracht ter volbrenging wil ver­ c kenen. Dat gebed is dan uw antwoord op wat uw God u hooren deed. In dat gebed wordt het valsche standpunt van de wet overwonnen. Gij zegt dan niet: God wil dit en dat. Welaan dan zal ik dit en dat doen, en mijn loon op het volbrachte werk van mijn God inwachten. Neen, omgekeerd, zegt gij dan: Ik kan niet, o, mijn God, kom met uw kracht mij te stade en volbreng het in mij. En als dit in oprechtheid door u wordt afgesmeekt, dan luistert God naar u, dan hoort uw God uw roepen, en de heerlijke uitkomst is, dat God het in en door u volbrengt, en dat gij niet eischt loon, maar dankt dat ge het doen mocht.

En ook hierbij zij hel geen mystiek vlinderleven. Een dartelen van bloem naar W S D bloem. Maar gestadigheid, maar vaste gang. Zóó dat uw God niet maar u hoort als ge bidt, maar ook u houdt en u niet loslaat. En dan komt het doen bij u. Niet uit u. Het komt u toe uit uw God. Maar uw God werkt het in u en door u, en zoo wordt Hij verheerlijkt in zijn kind,

„Leid mij. Heer; Ik zou in 't stijgen, nederzijgen; leid mg op _ een hooge rots. Wil mij tot een toevlucht wezen, als voordezen", zóó teekent de psalmist u de gemoedsstemming van het kind, dat naar God hoort, zich bij zijn God houdt, en op zijn God wacht.

En dezulken zijn het bij wie het door Gods genade van het hooren tot h'et houden, en van het houden tot het doen komt.

VERBETERING. In de vorige meditatie, pagina 2, kolom I, regel 24 van onderen af staat: »Hij beheerscht den toekomenden dag." Dit moet zijn: Hij belacht den toekomenden dag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1908

De Heraut | 2 Pagina's

Nooren, houden, doen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 juli 1908

De Heraut | 2 Pagina's