GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De innerlijke bewegingen der barmhartigheid.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De innerlijke bewegingen der barmhartigheid.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid. Colossensen 3:12.

Dat het reeds in de pas door Paulus gestichte erken lang niet alles goud was wat er blonk, eet ge uit Corinthe. Maar toch misleide het waad, dat te Corinthe uitbrak, uniet. Telkens och ontwaart ge, dat de apostel het geloofseven in de door hem gestichte Kerken zeer oog stelde.

Wie zou in onze dagen, om slechts op één oorbeeld te wijzen, heel een gemeente in een amelijk groote stad durven aanspreken met te eggen: „Heiligen en beminden, doet aan, als itverkorenen Gods, de innerlijke bewegingen der armhartigheid, der goedertierenheid, der oot oedigheid, der zachtmoedigheid| der lank

moedigheid, verdragende elkander en vergevende de een den ander, zoo iemand tegen iemand eenige klacht heeft. Gelijkerwijs Christus u vergeven heeft, doet gij hem alzoo. En bovenal doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.”

En toch, zoo sprak Paulus de Kerk te Colosse aan. Natuurlijk beantwoordde ook die Kerk niet ten volle aan zoo hoog ideaal, maar de toestand moet dan toch zóó zijn geweest, dat men blijkbaar naar dit ideaal op weg was, en dat het althans niet den indruk van een bespotting maakte, en zelfs niet van een opgeschroefden toon, om met zoo indringende, hoog gestemde taal de leden van de Kerk van Colosse, op den man af, te durven aanspreken.

Het springt dan ook in het oog, hoe veelszins men in onze dagen over zulke ideëele taal been leest, zonder er veel aan te hechten. Men vindt 't heerlijke woorden, en men wil wel gelooven, dat er kort na Jezus hemelvaart zulke wondervrome Kerken bestaan hebben. Maar voor ónzen tijd gaat dat niet meer op. Het geeft zelfs niet, of ge er naar taalt en er heimwee naar gevoelt. Thans zijn de lieden zoo niet meer. Misschien hier en daar zeer enkele zielen in den lande< maar in geen geval vindt ge geheele gemeenten, die ge zóó zoudt kunnen toespreken. Zoo hoog gespannen geestelijke zin is thans ook niet meer te vergen. Ge moet nu de leden uwer Kerk nemen zoo als ze zijn. Trouw en eerlijk, maar daarom in 't minst nog geen ideëele Christenen. Er valt niet te klagen, maar ook niet te roemen. En om nu te gaan spreken van „heiligen en beminden en uitverkorenen Gods, " als heel de gemeente in het Huis des gebeds bijeen is, o, ge kunt 't wel doen, of 't desnoods uit den Colossecsenbrief wel laten voorlezen, maar ieder voelt, 't heeft voor ons geen toepasselijken zin meer, en het gaat bij ons over de hoofden heen.

Toch is dat nog het ergste niet. Over het zielsbestaan van een geheele gemeente is altoos zoo moeilijk te oordeelen. Maar dat kunt ge over uw eigen zielsbestaan wèl, en nu is het 't pijnlijkste, dat zulke hooggestemde taal, als hier de apostel bezigt, zoo vaak ook in uw particulier, in uw persoonlijk leven over uw hoofd heengaat.

Dan leest men de woorden wel, ook verstaat ge ze zeer goed, en ook vindt ge ze wel overschoen, maar ze hebben voor u geen weerhaak. Ze glijden door uw gedachte heen, 't ééne oor in en het andere uit, en de gedachte dat gij persoonlijk zoo zijn moet, en zoo zijn kunt, ea indien ge het begeert, zoo worden zult, komt niet bij u op. Het staat u te hoog. Ge kunt, hoe «hoog ge ook reikt, er niet bij. Vergeven wilt ge nog wel, als de beleediging, u aangedaan, niet te hoog liep. Maar dan ootmoedig er bij, en ook nog lankmoedig, en dan nog zachtmoedig, en dan nog bovea dat alles de liefde, als band der volmaaktheid. Ge moet zelf zeggen: als het zóó was zou het prachtig zijn, maar voor gewone menschen als gij, die een druk leven hebt, en in het midden van de wereld verkeert, blijven dat toch illusiên. Al wildet ge naar dit ideaal reiken, ge greept 't toch niet. Zoo vroom is niemand onder uw huisgenooten, is niemand onder uw kennissen; brave, goede menschen, maar die niet naar het onmogelijke grijpen. En juist zoo is het ook met u. Ootmoedig, lankmoedig, zachtmoedig, goedertieren, barmhartig, gaarne vergevende, en dan nog de liefde als band van volmaaktheid — ge leest het met verwonderde oogen. Het is als een gouden glanssstraal, die voor uw oog verschiet. Maar zoo is het weer denker om u heen, en ge zet rustig uw gewone „Christelijke" leven, dat op veel lager peil staat, niet zonder zelfvoldaanheid voort.

En dit nu juist moet te keer gegaan. Want, verandert dit niet, dan ntist de Schrift op u haar uitwerking, dan wordt uw bezigheid met Gods Woord werktuigelijk, en slaat ze geen nagelen in uw ziel. Dan geeft ge wel toe, dat 't toch God zelf is, die in Zijn Woord u toespreekt; maar ook u wordt 't dan, of ge uw God al dat schoone tot enkele extra-vrome menschen hoordet zeggen, en alsof het u persoonlijk niet aanging. Gevolg waarvan dan is, dat 't Woord u niet alleen geen nut doet, maar ten slotte een getuige tegen u wordt, want ook van wat ge met Gods Woord hebt gedaan, komt 't eens ook voor u tot rekenschap.

Wen u daarom zulk averechtsch lezen van het Woord toch, met alle beslistheid, af. Lees niet te veel op eens, maar blijft bij wat ge leest staan, en zoo dikwijls ge toekomt aan zulke uitspraken, die u den eisch van het Christelijk leven steüen, let dan scherp op wat er letterlijk staat. Zie dan in dien u voorgehouden spiegel uw eigen beeld, Pas het letterlijk, pas het in vollen omvang op u zelven toe, en prent het u dan diep in: Zoo moest ik zijn, en zoo wil ik en zoo zal ik met Gods hulp worden.

Zelfs heeft 't iets goeds, zoo ge uit het Woord, ' we zouden haast zeggen geestelijke receptjens aanteekent, om te gebruiken zoo dikwijls ge voor een bepaalde verzoeking staat. Tegen elke zonde een stellige, diep indringende uitspraak van 't Woord. Als de zinlijkheid u verzoekt, als de weelde u ^okt, als het ik in u opspeelt, als het geld en goed u te zeer boeit, als ge hoogmoedig gestemd zijt, als ge geschil en moeite met een uwer broeders of zusters hebt, en zoo meer, dan telkens in de ure der verzoeking ijlings het vereischte tegengif in het Woord opslaan, en lezen en herlezen, hoe God wil dat ge in al zulke verzoeking staan zult. En dan niet uit den weg gaan, maar het Woord dat u veroordeelt, en u den weg wijst, diep in denkenj in zijn volle strekking op u zelvea toepassen, en als een kind van God overwinnaar in den strijd blijven, om er straks Hem voor te danken.

En eigenlijk komt het daarbij altoos op de innerlijke beweging aan. Of uw oog over de letters zweeft, en uw verstand den zin vat, zegt nog niets. Er moet iets van birmen geroerd worden. Het Woord moet een weerhaak in }x\f hart slaan, dat 't er niet v/eer uit kan, maar u innerlijk bewerkt.

Er moet zich iets innerlijks bij u bewegen. Ontroering kan er nietaltoos zijn. Ontroering is een te heftige beweging, die slechts een enkel maal komt. Maar altoos moet er zich iets in uw hart bewegen. Wat dood is, ligt roerloos. Al wat leeft beweegt zich. En daarom, als het geloof in uw hart leeft, dan moet en zal er beweging in uw binnenste zijn. Immers het is ondenkbaar en onmogelijk, zoo ge u persoonlijk door uw God hoort toespreken, dat er dan geea beweging zou komen in uw hart.

Gelukt u dit nu niet aanstonds, lees het dan nog eens, en lees het ten derde male, ea leg nooit uw Bijbel weg, eer die innerlijke beweging bij u, en in u, zich merken laat.

Geen sentimenteele beweging is hiermee bedoeld. Een kind van God leeft niet uit het gevoel, maar uit het geloof. Er is een tijd geweest, toen het huilen in de Kerk aan de orde van den dag was, en een predicatie niet deugde als er niet één ten minste flauw viel en begon te gillen. En juist in die sentimenteele tijden zijn onze Kerken zoo bitterlijk verachterd en verarmd.

Neen, de innerlijke beweging moet een beweging van geloofsernst zijn. God zelf u aangrijpend in uw innerlijk wezen. Barmhartigheid, niet omdat ge geen tranen kunt zien en zoo week van gemoed zijt, maar barmhartigheid omdat uw God u zegt: „Zie uw broeder! Hij is in lijden, help hem". Mede lijden in den letterlijken zin. Zelf lijden omdat hij lijdt. Gemeenschap van hart tot hart. Pijn in uw eigen hart om wat uw broeder pijn doet, omdat God hem u tot een broeder gesteld heeft.

Nu zal die innerlijke beweging de eenemaal krachtiger golven dan een ander.maal. Het leven is te druk en te veelzijdig om ons altoos even machtig aan te grijpen, Maar al golven de wateren van uw gemoed niet, ze moeten toch rimpelen. Het mag geen stilstand water in uw binnenste zijn. Als ge helpt, moet wel uw hand helpen, maar 't hart moet uw hand besturen. Bloot uitwendig en bloot werktuigelijk helpen, doet tenslotte tot een ijskorst de wateren in uw binnenste stollen. En juist dat is het wat de Heere verfoeit en wat niet mag.

Er moet wederkeerige werking zijn. Als uw broeder lijdt, moet uw hulp hem redden, en zijn lijden moet hem een zegen, een vrucht voor uw eigen innerlijk leven afwerpen. Zelfs het bezoek aan een kranke moet niet maar hem troosten, maar ook te stichten en opbouwen.

Niet de sleur, niet zekere goedgeefschheid, niet een meelijdend gevoel in uw gemoed moet u leiden. Uit het hart moet het u opkomen. En uit dat hart komt niets op, of het moet innerlijk bewogen zijn. Innerlijk be wogen niet door sentimenteele compassie, maar door de inwerking van uw God op uw hart.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De innerlijke bewegingen der barmhartigheid.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's