GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij uitspraak en toon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij uitspraak en toon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het slot van den brief van den heer J. V. d. Mark luide aldus;

Bij uitspraak en toon komt dan tenslotte nog jiet gebaar, de geste. Een goed gemaakte geste kan ongetwijfeld veel bijdragen, om het woord te verduidelijken en er kracht aan bij te zetten. M»at wil men het doel niet ten eenenmale voorbijstreven, dan heeft men m. i. vooral hier zich toe te leggen op soberheid. Zoodra men de gebaren van een spreker gaat opmerken, joodra ze in 't oog gaan loopen, is waarschijnlijk de grens reeds overschreden. Ik wil me echter niet wagen aan een algemeene critiek, maar jiUeen de aandacht vestigen op het onnatuurlijke, het stuitende, dat zich ook zoo dikwijls in de gesticulatie openbaart. Ik wijs allereerst op de bijna theatrale wijze, waarop velen de handen uitbreiden bij het uitspreken van den zegen. Het lokt mij niet aan ook hier in bijzonderheden af te dalen: de pen van een Dickens zou hier een uiterst vruchtbaar terrein vinden.

Dan zoekt men er zijn kracht in, het gesproken woord te begeleiden met een gezweef en gefladder van handen en vingers, met een schudden van het hoofd, met verdraaiing der oogen, enz. Men schijnt niet in te zien, dat ïl deze dingen juist den indruk van het woord verzwakken en er den ernst uit wegnemen.

Vele voorbeelden zouden nog aan de genoemde zijn toe te voegen, maar ik mag geen misbruik van uw gastvrijheid maken. Om niet misverstaan Ie worden, achtte ik het noodig eenigszios in bijzonderheden af te dalen.

Nu wordt er over deze gemaaktheid op den kansel zeer verschillend geoordeeld. Menigeen denkt er tamelijk licht over en acht haar hoogstens een klein gebrek aan den vorm der prediking. Ik heb haar steeds een groot kwaad gevonden; ik zou niet aarzelen ts een kanker te noemen, die knaagt aan den dienst des woorda in onze Gereformeerde kerken.

Want, als men vraagt naar den wortel waaruit dit kwaad opbloeit, wat kan het antwoord dan sinders wezen dan: hoogmoed? Ik wil en mag niet beweren dat elk oogenblik, wanneer een predikant zich schuldig maakt aan onnatuurlijkheid in uitspraak, toon of gebaar, dat hem dan eigen eer en de bewondering zijner hoorders als welbewust doel voor oogen staan. Veeleer geloof ik, dat men er van lieverlede, hoe langer hoe meer ongemerkt, toe komt, om zich nu dit, dan dat, aan te leeren en aan te wennen totdat tenslotte het geheele optreden zich kenmerkt door onnatuurlijkheiden effectbejag. Toch neemt dit niet weg, dat de wortel, de oorsprong, is en blijft: hoogmoed, zucht om menschen te behagen. En zou er nu iets zijn, waarbij deze zonden meer gemeden, geschuwd moeten worden, dan bij de verkondiging des Evangelies? zou het geen groot kwaad zijn, als Gods heilig woord in zulk een onheiligen vorm wordt gebracht?

Diarbij, hoe zou men mogen verwachten, dat zulk een prediking het werk zal doen, dat God haar heett opgelegd? Als daar iemand onder den dienst des Woords zit die ten opzichte der Waarheid nog geen besliste keuze heeft gedaan, en de dienaar spreekt een woord van vermaan, dat blijkens den inhoud ernstig bedoeld is, maar gebracht wordt in een votm die met allen waarachtigen ernst spot - hoe zal, menschelijkerwijze gesproken, zulk een woord dan indruk maken, tot het hart spreken? zal het er niet juist toe bijdragen om bij een dergelijken hoorder den indruk te wekken, dat godsdienst geen zaak van ernst is, maar een soort kunst, die de predikanten beoefenen, een uitstekende gelegenheid om redenaarsgaven (? J te doen schitteren.

Ook met het oog hierop acht ik alle gemaaktheid zulk een verschrikkelijk kwaad, En - ga nu bij uw medekerkgangers in 't algemeen uw nood eens klagen. Hoe weinigen zijn er dan bij wie ge weerklank vindt. De een zegt: „Daar heb ik nu niets van bemerkt" en hij herhaalt het, nadat ge in bijzonderheden hebt uitgelegd, wat u hinderde in de preek. Een tweede neemt het u kwalijk dat ge u ergert aan wat hij noemt: eigenaardigheden van den predikant, iets dat zijn karakter of temperament medebrengt. Alle menBchen kunnen toch niet eender zijn! Hij schrijft uw bezwaren aan vitzucht toe, en hij keurt het sterk af dat ge door het noemen ervan een ander ook nog zijn „stichting" zoudt ontnemen. Deze beide soorten van menschen zijn dikwerf zelf geheel vrij van alles wat naar gemaaktheid of aanstellerij zweemt.

Een derde vindt, wat gij afkeurt, juist mooi. Hij noemt het kunst, talent. Van een predikant die eenvoudig, zonder mooidosnerij optreedt, ^6gt hij, als ge naar zijn oordeel vraagt: „Nog »1 saai, de man heeft geen talent". Dat eenvoud een kenmerk van 't ware is, wil er bij hem — > lthans in de praktijk — niet in, en hij verbaast Mh over u, als ge niet met hem geniet van de Dovenomschrevene „kunst". Dat ik hier niet Overdrijf, zie het aan zoovelen onzer voorlezers, wn jongelingen oponzejongelingsvereenigingen, aie ook bij hun optreden een dergelijk „talent" «n toon trachten te spreiden.

Meermalen heb ik er mij over verwonderd, dat in uw geacht blad, aangewezen als 't ware voor het bespreken van dit onderwerp, zelden iu°°''-.'*'^ verscheen, in welken vorm en van ? ^lke zijde dan ook, dat op dit kwaad wees. J'int het is niet een enkel predikant, hier en °Mr, die er aan mank gaat, het zijn er zoo Mtreurenswaardig veel, al moet ook dankbaar e«end worden, dat er daarnaast nog velen staan, o'e door hun eenvoud en ernst het hart der Morders rooven, het Evangelie brengende zooals "«waarlijk is: liefelijk en schoon!

Als ik, tegen mijn bedoeling in, hier en daar sctierp geweest ben, of gewond heb, dan vraag • "**''TOor vergeving. Mijn schrijven is niet egen personen, maar tegen de zonde der on-"s^urlijkheid gericht.

Mocht het eens ten gevolge hebben, dat vaark» 4 Pooien in beweging kwamen, en dit »aad hekelden, tot geen enkele predikant er zou i"*^' **•* sehuldig durfde maken! Dat " de grootste voldoening zijn, die ik kan wenschen!

Ontvang mijn hartelijken dank voor de ver-''«"de plaatsruimte.

Um dw. dr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Bij uitspraak en toon

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's