Voor Kinderen.

AAN VRAGERS.

Hoe moet men toch begrijpen wat eeschreven staat in het 17de hoofdstuk van Richteren? Men mocht toch geen beelden oprichten en waartoe had de man Micha een godhuis? vraagt W.

In dit hoofdstuk wordt ons verhaald hoe zekere Micha die op het gebergte van Ephralm woonde, een moeder bad die in zijn huis inwoonde. Deze was op haar onbekende wijze een som geld kwijt geraakt, die later door middel van den zoon weer terecht kwam en nu lezen we in Richt. 17 vr. 4, 5, 6:

„Maar hij gaf dat geld aan zijne moeder weder. Eu zijne moeder nam twee honderd zilverlingen, en gaf ze den goudsmid; die maakte daarvan een gesneden beeld en een gegoten beeld; dat was in het buis van Micha.

En de man Micha had een godshuis; en hij maakte eenen E'phod, en Téraphim, en vulde de band van eenen uit zijne zonen, dat hij hem tot eenen priester ware.

In die zelve dagen was er geen koning in Israël; een iegelijk deed, wat recht was in zijne oogen".

De moeder Het dus van een gedeelte van het geld twee beelden maken, om daaraan godsdienstige eer te bewijzen. De plaats waar dit geschiedde, zeker vlak bij Micha's huis, is het godshuis in den tempel bedoeld. Daar had hij ook een Ephod of sierlijk priesterkleed gelijk de Hoogepriester droeg en Téraphim of huisgoden, zooals wtj die in Rachels geschiedenis vermeld vinden. Dat hij de band vulde aan een van zijn zonen tot priester, wil zeggen dat hij dezen daartoe wijdde.

Natuurlijk mocht dit alles niet geschieden. Dat blijkt duidelijk uit het 2de gebod der Wet. Een godshuis of plaats van eeredienst voor zich zelf op te richten streed tegen het bevel de» Heeren, en natuurlijk eveneens het aanstellen van een priester.

We moeten hierbij wel letten op hetgeen in het laatste vers staat, vs. 6: Een iegelijk deed wat recht was in zijn oogen. We weten hoe in den tijd der Richters het volk van Israël herhaaldelijk van God af iel. Wat hier verhaald word, bewijst hoezeer sommigen reeds verblind waren. Want Micha, als hij later weer een priester aanstelt, gelooft nog wel dat God hem daarvoor zegenen zal 1 Uu alles blijkt hoe droevig het in het land gesteld was.

Men zegt gemeenlijk dat de staartsterren of kometen onverwacht verschijnen. Maar is dit altijd zoo? (dezelfde).

Bij de meeste kometen is dit zoo, en veel wat de staartsterren betreft is nog aUijd niet veiklaard. Toch zijn er enkele kometen van welke men den tijd der verschijning kan voorspellen. De eerste, wier terugkomst de voorlaatste maal werd aangekondigd, is die welke genoemd werd naar den grooten sterrenkundige Halley. In 1708 berekende hij dat bedoelde staartster in 1758 weer zou verschijnen, wat ook gebeurde. De Nederlandsche sterrekundige Kaiser voorspelde dat de komeet weer zou te zien zijn op 16 Nov. 1835, wat ook gebeurd is. In 1912 wordt de komeet van Hallty weder verwacht. Menig lezer zal dus gelegenheid hebben te zien, of ook nu de voorspelling uitkomt.

Onze lezer P. te K. te vraagt, hoe het komt dat ons vorstelijk huis den naam van Oratje draagt, en of onze Prinsen daar over geregeerd hebben, daar immers Oranje in Frankrijk ligt.

Tot antwoord dient dat zeker Orange of Oranje in Zuid-Frankrijk ligt. Het was al voor 10 eeuwen een onafhankelijk vorstendom.

Nu regeerde daar in het begin der i6a eeuw een vorst Philibert geheeten, wiens zuster C'aude getrouwd was inet Hendrik van Nassau, Stadhouder van Holland tijdens keizer Karel V. Uit hun huwelijk sproot René van Chalons, die dus de eerste vorst van het stamhuis Nassau was, die in Oranje regeerde.

René liet zijn Prinsdom na aan zijn neef, onzen prins Willem I. Daarna kwam aan het bewind, Willems oudste zoon Philips Willem, doch daar deze in Spanje gevangen zat, was prins Maurits zijn stadhouder in Oranje en droeg den VA& X Prins van Oranje. Later regeerde Philips Willem zelf. Na hem kwam het vorstendom aan prins Frederik Hendrik, die het weer naliet aan zijn zoon prins Willem II; het vorstendom telde in dien tijd 7 steden en bijna 30 dorpen.

Ten slotte kwam het prinsdom Orarje onder het gezag van prins Willem III, die ook koning was van Engeland. Na Willems dood in 1702 lijfde koning Lodewijk XIV van Frankrijk het piinsdom Oraija bij z'jn rijs in en dat werd bij den vrede van Airecht in 1713 bevestigd.

De stadhouders uit het geslacht van Jan van Nassau die later aan het bewind kwamen, daar met prins Willem III de rechte lijn van prins Willem I was uitgestorven, namen den titel prins van Oranje-Nassau aan, die hnn later algemeen werd toegestaan. Deze onze stadhouders stamden van moederszijde af van prins Willem I, dus uit het huis van Oranje, gelijk van vaders zijde uit dat van Nassau. De titel prins van Oranje wordt bij ons gegeven aan den vermoedelijken troonopvolger, den oudsten ïoon van het regeerend huis.

Hiermee zal de vraag wel zijn beantwoord. Er kan nog bijgevoegd dat de eerste vorst van Oranje was Willem Ie Cornet d. i. de gehoornde, zoo bijgenaamd, wijl hij in zijn wapen een hoorn voerde, die er nog in staat. Hij versloeg omstreeks 800 de Arabieren, die uit Spanje in Frankrijk waren doorgedrongen en kreeg toen Oranje tot zijn gebied. In onzen tijd telt de stad Oranje een tienduizend inwoners, 't Is een zeer oude plaats, die een eeuw vóór Christus ontstond en nog allerlei overblijfselen uit den lijd der Romeinen heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen