GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

een vorig maal toonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

een vorig maal toonden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vorig maal toonden we uit het artikel van Prof. Eerdmans^ in het Theologisch Tijdschrift (43e jaargang Afl. 11) aan, hoe deze hoogleeraar openlijk erkent, dat niet de historische kritiek de Evangelie-verhalen verwerpt, maar de critiek, die niet aan de mogelijkheid van wonderen gelooft.

Een critiek, die alleen rekent met de voorhanden zijnde documenten en vraagt, wat de bedoeling der schrijvers was, zal geheel anders moeten oordeelen:

De berichtgever!, die ons iu den Bijbel, unne documenten hebben nagelaten, waren onder eenigen twijfel van mecning, dat won-•iiiwiBiiinii.n III .[ I j.iii I iiiiiiiini inirii deren telkens gebeurden. Niemand, die weet op welke wijze zij zich de wereld dachten, betwijfelt dat. Zij hebben gemeend wonderen te beschrijven. Wanneer men zich dus aan hunne documenten houdt en die wil uitleggen naar hunne bedoeling, heeft men met deze wereld verklaring der schrijvers rekening te houden. In zeer vele gevallen zal men dan het wonder als feit hebben te aanvaarden, indien men zich alleen en uitsluitend op de documenten wil gronden.

De verwerping der Evangelieverhalen geschiedt dus niet op literaire of historische gronden, maar omdat men een andere wereldbeschouwing is toegedaan:

Wanneer men van oordeel is, dat deze wereldverklaring onjuist is, dat noch de wonde ren van het heden, noch die van het verleden, ook niet als ze in de Schrift staan, beschrijvingen van feiten kunnen zijn, omdat wat zich als een bovennatuurlijk ingrijpen voordoet aan df'n naiven waarnemer, inderdaad langs natuurlijken weg is te verklaren, of omdat de onderstelling van het bovennatuurlijke de waarneming kleurt — dan zal men een wonderverhaal niet als historie beschouwen. Men doet dit dan echter niet op grond van de documenten fnaar van de wereldopvatting, die men is toeg daan. Men komt daartoe dan wel op grond van de „historische kritiek", d.w.z. vankritiek over de historische < < yaarde van het beschrevene, maar niet op grond van de historische kritiek, sooals de oud-moderne school zich die dacht.

Maar omgekeerd zal ook ieder, die de mogelijkheid van het wonder wel aanneemt, de Evangelie-verhalen wel als historisch moeten opvatten:

Ieder, die aanneemt, dat nog in de tegen woordige wereld bovennatuuilijk ingrijpen plaats heeft en dus leeft in de wereldbeschouwing van de Bijbelschrijvers, zal op grond zijner historische waardeering als feit aanvaarden, wat een ander krachtens zijne historische kritiek als feit verwerpt.

Het droombeeld, dat men de documenten der Schrift onbevooroordeeld kan benaderen; dat op grond eener streng historisch-critische methode wetenschappelijk onwederlegbaar over dit geding uitspraak kan worden s gedaan, is daarmede vervlogen. „Het oog is open gegaan, zoo zegt Prof. Eerdmans, voor de juistheid van de opmerking, die van behoudende zijde reeds lang werd gemaakt en die er op wees, dat het onbevooroordeeld zijn, maar schijnbaar was" (pag. 174) Daardoor heeft men ook ingezien, „dat de maatstaf, die door ons aan de documenlen was aangelegd, dikwijls verkeerd is geweest". Men zal daarom wijs doen, „het roestige wapen, waarmede men heeft geschermd, van roest te ontdoen en té polijsten voor men er weder mee schermt".

Aan het slot vat Prof. Eerdmans aldus kort de punten van aanklacht saam, die hij in dit requistoir tegen de moderne richting heeft ingebracht:

De problemen waarvoor de moderne richting eens stond, zijn door haar niet op bevredigende wijze opgelost.

Zij he«ft zich laten misleiden door de Evolutie en zich vergist in hare leer van den mensch.

Zij heeft zich daardoor ook vergist in hare zielkundig wijsgeerige behandeling van den godsdienst in het algemeen.

Zij heeft gedwaald in haren waan van de mogelijkheid eener absoluut neutrale historische kritiek.

Zij heeft niet kunnen weten van allerlei, wat eerst door een dieper indringen in de gedachten en voorstellingen der oudheid duidelijk begint te worden, en daardoor menigmaal geheel on juist geïaterpreteerd, met de gevolgen van dien.

Natuurlijk mag uit dit alles geen oogenblik afgeleid, dat daarom Prof. Eerdmans voor zich zelf één schrede dichter bij de supranatureele beschouwing der Schrift is gekomen. Integendeel, hij spreekt zoo beslist mogelijk uit, dat h^ voor zich zelf niet aan de moge lijkheid der wonderen gelooft. Maar wel eert het hem, dat hg den moed heeft met de dwaze pretentie der vroegere modernen te breken, alsof de historische kritiek uitspraak gedaan had. „De vraag waarop het hier aankomt, zoo zegt hij terecht, wordt immers niet beslist door de historische kritiek, maar door het persoonlijk inzicht, de individueele wereldvoorstelling van hen, die zich met deze vraag bezig houden (p. 174).

Er behoort moed toe voor een moderne om zulk een getuigenis ai te leggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's

een vorig maal toonden

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 mei 1909

De Heraut | 4 Pagina's