GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN TWEEDE DE RUYTER.

X.

OORLOGSKANSEN.

Vergramd zag Tordenskiold hoe het toeging. Zóó moest zijn koen bedacht, vermetel plan wel mislukken.

In zijn grimmigheid wat ver gaande, liet hij den bevelhebber der kanonniers bij zich komen, en verweet hem met heftige woorden, dat zijn minderen hun plicht verzaakten, en hij de be-. langen van vorst en volk zoodoende niet bevorderde.

Dit was den aanvoerder te veel; ook hij werd toornig.

„Heer vlootvoogd", sprak hij hoogst ernstig, als gij mij een bevel des Konings kunt toonen, at gij het recht hebt mijn wakkere kanoniers aan een onbetwijfelbaren dood prijs te even, dan zal - ik mij daarin schikken. Zoo iet, dan trekken wij weg. Het is onzinnig zich ier te laten neerschieten".

„Gij zijt een lafaardu: , schreeuwde Tordensiold woedend.

„Voor dat woord zult gij mij later voldoening even!" antwoordde de bevelhebber koeltjes. Voorloopig doet gij wat ge wilt".

De overste liet de trom roeren en weldra rokken de kanonniers af.

Een oogenblik stond Tordenskiold als wezenoos. Wel had men op Karlsteen bemerkt wat r gebeurde en met het vuren opgehouden, aar wat baatte hem dit?

„Als de ellendige kerels ons in den steek ten", zoo barstte hij eensklaps los, " moeten ij het zaakje alleen opknappen. Laat dadelijk ijftig matrozen van elk schip aan land zetten."

Onmiddellijk werd het bevel opgevolgd.

De dappere „blauwjassen" landden, grepen chop en spa en begonnen het hun ongewone erk. Maar nauw had men dit op Karlsteen emerkt, of ook het moorddadig vuren begon pnieuw. De pikbroeken echter dachten er chter anders over dan de kanonniers. Zij ielden vol, schoon er velen vielen, en dood of ewond werden weggedragen.

Gelukte het den Denen hun verschansingen voltooien, dan — dat begonnen de Zweden et schrik te begrijpen, — was voor de aanvallenen de kans slecht geworden en. de derlaag der Zweden tamelijk zeker. Dat oest tot eiken prijs worden voorkomen. En o liet dan de Zweedsche admiraal alle barssen, sloepen en booten sterk bemannen, en f bevel het Koe-eiland aan te vallen.

Nu volgde een ontzettende, bloedige strijd sschen Denen en Zweden, De Deensche maozen, ziende wat hen dreigde, wierpen hun aden en houweelen weg, grepen, pistool, enterjl en mes, en weerden zich als leeuwen tegen n vijand die op het eiland vasten voet trachtte krijgen. Een geluk was, dat althans voor bet genblik het geschut van Karlsteen zweeg, wijl en daar bevreesd was, en met reden, dat de gels de Zweden zelf zouden treffen. Toch s het anders zoo stille eiland thans in de ootste beroering. Het geschreeuw der strijders rmengde zich met het gekerm der gewonden. ar tusschen door knalden de schoten, 't Was n ontzettend schouwspel, dat al het duivelsche n den oorlog toonde.

Lang bleef de strijd onbeslist, doch eindelijk

moesten toch de Zweden voor de dapperheid en de strijdhaftigheid der Denen wijken. Zij sprongen in hun schepen en trokken af. Zoodra de Denen dat zagen, begonnen zij volijverig opnieuw aan het graveiswerk. Doch tegelijk begon ook weer de Karlsteen vuur te spuwen, en menige kogel was raak.

Evenwel — toen de middag aanbrak was het werk volbracht, en woei de Deensche vlag boven de batterijen.

Doch de mannen waren van arbeid en strijd doodmoe. Uitgeput vielen ze neer en sliepen aanstonds op het gras in, al rommelden en donderden de luinonschoten van Karlsteen nog altijd voort, als wilde muziek bij het woeste oorlogsspel.

Tordenskiold verscheen. Hij zag de mannen liggen, die niet meer konden. Aanstonds liet hij bier, brood en vleesch brengen, en terwijl nog telkens dfS kogels om hen heen vielen, tastten de zeelieden, weldra uit hun slaap gewekt, hongerig toe, en verzadigden zich. Daarna konden ze weer een poos rust nemen.

Intusschen liet de vlootvoogd in allen haast voor zich zelt en zijn officieren op het Koeeiland een tent opslaan, en daar het noodige in brengen voor een haastigen maaltijd. Weldra waren allen aangezeten.

Juist zou men beginnen, toen een matroos zich aanmeldde met het bericht dat er een bode van het schip „LoUand" was gekomen, om den bevelhebber der vloot te spreken.

„Laat hem dadelijk bmnen!" sprak Tordenskiold.

De man verscheen, en tegelijk liet de bevelhebber een kreet van verwondering hooren. Want de binnentredende was een oude zeeman, Elias Wulff geheeten, onder wiens leiding Peter Wessel zijn eerste reizen had gedaan, in den tijd dien wij hierboven slechts even vermeld hebben.

„Wulff 1 riep Tordenskiold verrast en verblijd". „Kom hier oudel hoe gaat het? Had ik dat kunnen deakenl"

Wulff kwam nader. Zijn vroegere makker, thans bevelhebber der vloot reikte hem hartelijk de hand, schonk hem een glas wijn in, en sprak terwijl hij het Elias toereikte:

„Drink maar eerst dit glas wijn ter versterking 1"

Wulff nam het en sprak m^t luider stem:

„Dat zal ik mijn leven lang niet vergeten, heer Overste. Op uw gezondheid dan, ..."

Hij ging niet verder. Want op hetzelfde oogenblik snorde een Zweedsche kogel in de hut, en tl of den wakkeren zeeman vlak op de borst.

„Tordenskiold's vlag hoog!" riep Elias nog, ternijl hij-wankelde; toen viel hij neer iu de armen der officieren die hem opvingen. Hij was dood 1

Met ontzetting sprongen de aauzittenden op, Het was aangrijpend zelfs voor de aan den oorlog gewone mannen, wat daar zooeven was geschied.

Tordenskiold pinkte zich een traan uit het oog terwijl bij op het lijk blikte en sprak: „Ik xal u wieken, oude Elias".

In der haast werd iets genuttigd. Toen wendde zich de overste tot zijn officieren en zei kortaf: „De maaltijd is geëindigd, heeren; nu aan 't werkl"

Dit werd dus een nieuwe, geweldige strijd. .

Doch voor hij de beschieting, die in zijn plan lag, begon wilde Wessel althans beproeven, of langs anderen weg zijn doel was te b bereiken. Hij zond daarom een onderhandelaar naar den overste Dankwarth, den bevelhebber van Karlsteen, en een anderen naar admiraal Sjöblad. Aan hen werd gevraagd dat zij vloot en vesting zouden overgeven. Geschiedde dit niet dan zou de open stad Marstrand tengevolge hunner halstarigheid lijden. Wel kon Tordenskiold berekenen, dat een afwijzend antwoord volgen zou, doch hij wilde in zijn plicht niet tekort schieten.

Wat hij verwacht had gebeurde. De Zweden gaven den onderhandelaar kort en goed. de verzekering, dat er van overgave der sterkte en der vloot geen sprake kon zijn. Wat de stad Marstrand betreft, die zouden zij weten te be schermen.

(Ter wille der juiste lezing, gelieve men het cijfer, dat boven dit stuk staat, met dat van het vorige, om te, ruilen.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juli 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juli 1909

De Heraut | 4 Pagina's