GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„In den naam van den Heere Jezus”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„In den naam van den Heere Jezus”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door hem. Col. 3:17

Van oudsher placht de Christelijke gemeente h»»r openbare gebeden tot God te besluiten met een beroep op den Middelaar. Dit kleedde zich in breeder of in korter vorm. Het kortst wel in 't eenvoudige zeggen : „Om Christus' wil, " of om uws lieven Zoons wil". Ook bij het huisgebed hield men die goede gewoonte in het Christelijk gezin nog steeds aan. Ook wel bezigt men de formule: „Om uws lieven Naams wille", doelende dit dan op den „lieven Vadernaam, " m*ar dan is de Zoon, als wiens „broederen" we voor onzen God mogen verschijnen, er van zelf bij ondersteld en er mee inbegrepen.

Dat we onze gebeden in Jezus naam zouden opzendes, hetft Jezus zelf gewild. In zijn laatste gesprekken met zijn elven, eer hij naar Gethsemané ging, sprak Jezus herhaaldelijk van het bidden in zijn naam, en kende aan een gebed in zijn naam opgezonden, een bijzondere kracht ter verhooring toe. Tot dusver hadden zijn jDDgeren dit niet gedaan, omdat Jezus bij hen was, gelijk dan ook in het Onze Vader zoo'ms niet voorkomt, maar toen liet Jezus zelf zich in dezer voege hierover uit (Joh. 16 - .2^): „Voorwaar, voorwaar zeg ik u, al wat gij den Vader 2ult bidden in mijnen naam, dat zal Hij u geven. Tot nog toe hebt gij niet gebeden in mijnen naam, bidt, en gij zult ontvangen, opda uwe blijdschap vervuld worde". Eu dit binden van onze innigste zielsuiting aan den naam van Jezus werd, op Jeïus' last, door de apostelen zelf op heel ons leven overgedragen, het breedst wel in wat de apostel Paulus aan de Kerk te Colosse schreef: „En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den naam Mn den Heere Jezus, dankende God en den Vader door hem”.

Strekking hiervan is allerminst om deonmid delijke gemeenschap met den Vader af te snijden. iDtegendeel. Jezus betuigt het met nadruk: „Ik zeg u niet dat ik den Vader voor u bidden zal, want de Vader heeft u lief." Alleen maar, deze onze gemeenschap met den Vader mag nooit voor ons besef buiten Jezus omgaan, en als we voor onzen zullen God verschijnen, mogen we dit nooit doen op eigen autoriteit, noch ook als waren we daartoe zelf gerechtigd, maar altoos als hebbende door Jezus de toeleiding tot den Vader verkregen. Vandaar dat we nooit anders tot den Vader naderen kunnen dan in Jezus naam. Te zeggen dat men wel eigener beweging tot zijn God kan gaan, en daarvoor Jezus niet noodig heeft, is een vermetele aanmatiging die bij een in zonde geboren menschenkind geen zin heeft. Een zondig menschenkind kan tot den driemaal Heilige geen toegang in waarachtig-heilige zielsgemeensciiap verkrijgen. Het heilige in God stoot den zondaar af, en wie als zondaar van die afstooling niets ontwaart, toont noch van Gods heiligheid, noch van eigen zondestaat 't fliuürst besef te hebben. Wie ook maar iets van Gods heiligheid verstaat, en ook maar iets van eigen zondestaat kent, kan niet buiten Jezus, en verschijnt nooit anders dan door Jezus gedekt voor den Vader.

Toch zult ge toezien, dat' ge dit bidden in Jezus' naam nooit kunstmatig verstaat. Het is geen tooverformule, zoodat uw gebed, zonder dit er bij te voegen, werkeloos zou blijven, en door liie woorden er aan te haken, op eens uitwer-Mng zou erlangen.

Eer kunt ge zeggen, dat die woorden: „Om Jezus wille"', of „om Uws lieven Zoons wille" maar al te vaak geuit worden zonder dat ze eenige wacht oefenen. Wie gedachtenloos, op den klank if) als slotphrase die woorden aan het Amen laat 'oorafgaan, en alzoo bidt zonder indegebedsstem-""ifg te zijn, kon ze evengoed weglaten. Het prevelen van woorden, waar de ziel niet bij is, Bust voor God alle beteekenis en waardij.

En omgekeerd staat het evenzoo vast, dat we aan het slot van zijn gebed die woorden Wgliet, maar onder zijn bidden teederlijk in ^ mystieke gemeenschap met zijn Heiland verwerde, en in die stemming zijn gebed opzond, 5, '61 om 't uitlaten van die woorden, door zijn "Od zal worden teruggestooten. Bij het over-'"'d meteen voor anderen bidden in kerk, ver Swering of gezin, zal het meer ook op de uiting Van die woorden aankomen; in het persoonlijk gebed, als men alleen en met zijn God gemeen-'Mffl is, hangt alles meer aan de rustige stem-*"ig der ziel.

Het is daarom dat de apostel er zoo met nadruk "P wijsl, dat niet alleen ons gebed, maar al ons 'Pteken, en zelfs al 'ons doen, in den naam van Jfi Heere Jezus moet geschieden. Iets waarmee "Wuurlijk niet bedoeld is, dat we bij alles zul-'«zeggen: „Dit spreek ik of dit doe ik in den ^w van den Heere Jezus", maar heel anders, dat * "ij al ons doen en al ons spreken er ons en k ^^^^^ van hebben te zijn, dat we spreken IJ 'l? : "'delen moeten, zooals een vrijgekochte en »8'lijfde in Christus spreekt en handelt, zoodat 8t ons te moede is of Jezus, als ons heerlijk oofd, het ons, als leden van zijn mystiek U ™' voortdurend ingeeft en er ons toe be-Wmt. Wie dit steeds meer op alzijn„woor-™ en werken" toepast, blijft in de gemeenwj P, ? ^' ïijn Heiland en beschikt over al de Lt^' kracht die deze gemeenschap onstort.

Maar toch, in het gebed blijft dit „in den naam ^van den Heere Jezus" zijn hoogste beteekenis behouden, omdat ons bidden, zoo het dien naam waard zal zijn, een persoonlijk verkeeren met den Almachtige is, en hierin alle religie, ja, heel oas leven, tot het hoog'ste opbloeit, aat voor een schepsel bereikbaar is.

En dit nu laat zich voor een zondaar geen . oogenblik buiten Christus denken.

Vergeet toch niet, dat ge tweeërlei bestaan hebt, en dat ge eerst met uw sterven afsterft van uw zondig wezen. Tot aan dat sterven toe blijft gij, in uzelf genomen, een zondig mensch, waarin telkens weer zondige neigingen opwoe len. Dat is uw natuurlijk bestaan tot aan uw dood toe. Maar door dit natuurlijk bestaan schuift nu uw geloofsbestaan heen. En in dit geloofsbestaan is het alles vlak omgekeerd. In het geloofsbestaan zijt ge geen zondaar meer, maar een heilige. Dat is het wat Johannes zegt: „Een iegelijk die uit God geboren is, die doet de zonde niet, en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren." Wel te verstaan, in zijn geloofsbestaan, want in dit bestaan belijdt elk kind van God, dat „al is hef, dat hij al Gods geboden overtreden en geene derzelve gehouden heeft, en nog steeds tot alle boos beid geneigd is, God hem schenkt ea toerekent al wat Christus voor hem volbracht heeft, voor zoover hij zulk met een geloovig hart aanneemt.”

Niet dus een gemengd bestaan, half natuurlijk en half uit het geloot. Neen, tweeërlei bestaan tot aan onzen dood tos. In ons natuurlijk bestaan als zondaar geboren, met een zondig verleden achter ons, en nog steeds de zondige neiging in ons opwoelend, en dit zo 3 blijvend tot ons sterven toe. Miar in ons geloofs­ t bestaan heilig, uit God geboren, geen enkele zonde meer ten onzen laste, een van Gods lieve kinderen.

Hoe zult ge nu voor uw God verschijnen ? Hoe den verborgen omgang van den Alwetende zoeken? Hoe in het gebed gaan? Hoe bidden ?

In uw natuurlijk of in uw geloofsbestaan?

Het eerste kan niet. Voor den natuurlijken mensch is er geen toeleiding, is er geen toegang, massr is er toorn en afstooting.

Toegang en toeleiding hebt ge alleen in uw geloofsbestaan, als verzoe> ide, als heilige, als kind van God, maar dan ook vanzelf alleen in den naam des Heeren Jezus.

Immers uw geloofsbestaan is geen op en neer zwibberen tusschen geloof en ongeloof, maar het is een bestaan, en wel een bestaan in Jezus. De rank bloeit in den wijnstok, maar zit dan ook met zijn vezelen in den wijnstok ingevlochten. Of om 't beeld van het mystieke Lichaam te nemen: als kind van God zijt ge als een lid in dat Lichaam ingelijfd. Niet gij houdt u zelven daarin, maar Christus houdt u daarin vast. En zooals Jezus u in zijn mystiek Lichaam vasthoudt, vasthoudt met zulk een kracht, dat satan er u niet meer uit kan ruk ken, zóó is uw geloofsbestaan.

Maar dat geloofsbestaan kent twee wijzen. De ééne onbewust, de andere bewust. Ook 's nachts, als ge slaapt, zijt ge in Jezus, maar ge weet 't niet. Ea zoo kunt ge, ook als ge wakker zijt, verre met uw besef en uw bewustzijn van Jezus afdolen. Dat ge wel van Jezus zijt, maar er niet aan denkt, en zoodoende uw geloof werkeloos maakt.

Doch dit joist mag in uw gebed niet. Za.1 uw bidden waarlijk bidden zijn, dan moet ge onder 't bidden u klaarlijk van uw geloofsbestaan in Jezus bewust zijn. Ge moet weten, dat ge de toeleiding en den toegang tot uw God hebt, ge moet van u stooten uw natuurlijk, zondig bestaan. Ge moet'geheel in uw geloofs bestaan ingaan. Ge moet, om 't zoo uit te drukken, op 't oogenblik dat ge bidt, voelen dat ge in Jezus voor uw God verschijnt, voelen dat 't kind tot zijn Vader nadert, voelen dat de liefde van den Vader u opwacht.

En overmits dit nu vóór ons bidden zoo dikwijls in ons gemist wordt, en onder ons bidden toch in ons moet zijn, daafom is het zoo noodig, is het geestelijk zoo vruchtbaar, en ÜOO bijna on misbaar, dat we in ons bidden het uitspreken: „Vader, ik kom tot u in den naam van uw lieven Zoon.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1909

De Heraut | 2 Pagina's

„In den naam van den Heere Jezus”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 september 1909

De Heraut | 2 Pagina's