GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„De Bijl aan den Wortel.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De Bijl aan den Wortel.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de bijl ligt ook aireede aan den wortel der boomen; alle boom dan, die geene goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Luc. 3 ; 9.

„Zooals de boom valt, blijf hij liggaa", is steeds op den mensch toegepast. Die vergelijking van den mensch met een boom loopt heel de Schrift door. Ia Jezus' gelijkenissen vindt ge haar terug. Jezus' zeggen: „Ik ben de wijnstok, en gij zijt de ranken" geeft gelijke beeldspraak. En zoo is het niet vreemd, dat ook Johannes de Dooper bij zijn boetpredicatie in diezelfde beeldspraak zijn gehoor toesprak, toen van den boom op den wortel ging, en bij dien wortel de bijl aanbracht, waarmee die boom zou geveld worden, zoo zijn vrucht uitbleef.

Er is een eigenaar van den hof, waarin die boom staat, en die bezitter heeft dien boom er geplant met een doel. Dat doel was om van dien boom zijn vrucht te gewinnen. Komt nu die vrucht niet, dan staat die breedgetakte boom daar alleen voor zichzelf, beslaat de plek en zuigt de sappen op, zonder dat 't den eigenaar eenig gewin brengt, Dan mist die boom het doel van zijn bestaan, en straks is de eigenaar besloten, om dien boom uit te roeien.

Toch toeft hij nog. Het kon nog betereu. Zelfs legt hij, om die beterschap uit te lokken, nog mest bij den boom. Maar als ook dit niet helpt, dan staat zijn besluit vast, dan moet die boom vallen. Eindelijk neemt hij de bijl op, en draagt die naar den onnutten boom toe, en legt die bijl neer op zijn wortel. Die bijl nu, zooals hij daar ligt, is het teeken, dat net vonnis niet slechts onherroepelijk is, maar

ook dat de uitvoering van dit vonnis zoo zoo te wacliten staat. En of die trotsche boom nu al nog zoo hoog zijn kroon omhoog heft, en breed zijn takken nitspreidt, en in den hof vertooning maakt, het baat niet met al. De bijl ligt dan aan den wortel, en door die bijl zal de boom, die alleen voor zichzelf wilde bestaan, vallen.

Op ons menschen overgebracht, beduidt dit alzoo, dat ook wij een eigenaar toebehooren, en dat onze Eigenaar God de Heere is, die ons in den hof van zijn schepping heeit geplant, maar geplat t voor Zichzelf, geplant om vrucht van ons te plukken, vrucht voor de eere Zijns Naams. Gaat nu de mensch hiertegen in; wil hij alleen voor zichzelf en niet voor zijn God bestaan; vergeet hij zijn Eigenaar; waant hij zichzelf toe te behooren; verliest hij geheel zijn bestaansdoel uit het oog, dat toch hierin gelegen is, dat hij voor xijn God zal leven; en houdt dit aan; en duurt dit voort, — dan laat God in het eind door zijn engelen de bijl ook naar den wortel van onze existentie uitdragen, en toont die bijl, dat ook voor ons het beslissend oogenblik nadert, waarin het zal moeten zijn een reuke des doods ten doode, of een reuke des levens ten leven,

Die bijl aan den wortel beteekent alzoo, dat een buitengewone spanning ophanden is. Er zijn in ons leven gewone tijden, dat het is of stil in hun vliet zich de wateren voortwiegelen; maar er zijn ook in ons leven tijden, dat trillingen en schokken den stillen gang vervangen en er een storm gaat opsteken die den stillen wind des daags wegzweept.

Bij het I] a deren van zulk een schok in Israels leven trad Johannes de Dooper op, en zijn eigen optreilen verhoogde de spanning. Hiervan was de Dooper zich helder bewust, en daarom strikte zijn prediking om het voorgevoel van dien komenden schok aan heel Israel mede te deelen. Zorgeloos leefde het volk in die dagen voort. Het had er geen vermoeden van, dat de groote gebeurtenis van de komst van Messias zoo na ophanden was, en het vermoedde van verre niet, welke ontzettende gebeurtenissen die komst van Messias voor Israël na zich zon sleepen. De Dooper is als iemand die ziet, dat de vlam reeds uit het venster slaat, en dat toch de bewoners in hun slaapvertrekken Dog rustig voortsluimeren. Zijn kreet is daarom een alarmkreet. Hij wil geen rust, maar onrust wekken. Hij schudt de gemoedeten wakker. Hij wijst schier in elk woord dat hij spreekt, op de dingen die komende zijn, en die nog bij zijn leven komen zullen. £n om nu die vlak ophanden zijnde nadering Van deze machtige dirgen diep aan zijn volk te doen gevoelen, grijpt hij 't beeld van de bijl aan, en roept het zijn hoorders toe, dat de bijl, die God in zijn oordeel hanteert, reeds aan den wortel van hun volksleven is aangelegd, en doet het volk in zijn verbeelding reeds het oogen blik zien, dat een engel van Godswege die bijl opheft, den wortel in tweeen kliett, en den hoogen trolschen boom van het eigen ik vooi den grond d.)et neerslaan.

Nog is hst af te wenden, maar dan zal de vrucht aan den boom nog in dit eigen seizoen moeten uitbotten. Tijd voor uitstel is er niet langer. Mtssias is er reeds en Nazareth herbergt hem. £Q nog slechts een korte wijle, en hij wordt aan heel Israël openbaar.

Er is in dit optreden van den Dooper geen opwinding, er klinkt in zijn woord geen zenuwachtige overdrijving. Rustig staat hij daar in de woestijn en kalm is zijn houding. Een ernst uit hooger sfeer spreekt in zijn woord. En zoo kon hij daar staan, omdat hij niet optrad uit zichzelf, maar omdat God hem zond

Ea zeg EU niet, dat deze aangrijpende ernst van dt bijl aan den wortel uit had, toen Jezus verscheen en Johannes de Dooper straks van het tooneel aftrad. Zoo was het, ja, voor Israel. Voor Israel was het in die ure vallen of opstaan. Maar wat de enkele personen aangaat, trilt die stem van den Dooper, sinds, alle eeuwen door tot een iegelijk die wel vóór het Koninkrijk staat, maar er nog niet inging; die wel een trekken naar Jezus voelt, maar zich nog niet aan hem overgaf; die wel het Hallelujah meê wil zingen, maar onbekeerd bleef van hart.

Tot zulk een komt altoos eerst de Dooper met zijn: „Bekeer u, want het Koninkrijk is nabij u gekomen, " en gaat nog steeds de straffe boetpredicatie uit, om niet met het heilige te spelen, en niet maar steeds zijn bekeering uit te stellen, maar het wel te verstaan, dat het nu of nooit is, want dat de bijl reeds aan den wortel ligt, en dat dien wortel de doodelijke bijlslag zal treffen, zoo de bekeering niet voetstoots volgt.

Laat behoeft ook hier nog niet te-laat te zijn; maar ten slotte komt het oogenblik dat geen uitstel meer baten kan; dat het er nu toe komen moet, of het komt nooit; en dat het neerslaan van den boom niet meer is te ontwijken, zoo nu de vrucht zich niet zet, en rijpt, en Gode gewijd wordt.

Niet een ander kan voor u beoordeelen, wanneer dit beslissend oogenblik voor u gekomen is. Of de bijl reeds aan den wortel ligt, zien we niet van elkander; dat weet en voelt en ziet een iegelijk alleen voor zichzelf. Dat oogenblik, dat Jezus de bijl aan den wortel van uwe existentie doet neerleggen, kan door velerlei bepaald worden. Door een ongemeen krachtige roepstem die tot u komt, door een buitengewoon betoon van Gods goedertierenheid in uw leven, door een machtige aangrijping, als een heftige ramp uw leven scliokt, door een machtige gebeurtenis die ge om u heen ziet gebeuren, kortom, door alles wat u schokt en schudt tot in uw ingewand. Dat zijn de oogenblikken dat de bijl bij den wortel van ons leven neerploft. En dan gaat 't om dood of leven, dan staan we voor den „steen des aanstoots" waaraan ge u opricht, of die u ten val zal worden. Dan klinkt het u nog eens diep door de ziel: Bjkeer u, want nu is het Koninkrijk der hemelen nabij u gekomen! En zoo ge dan niet hoort, gaat de deur van het Koninkrijk voor altoos voor u dicht.

Er zijn er ook, voor wie dit beslissend oogenblik van de bijl aan den wortel eerst in hun laatste krankheid en op hun sterfbed komt. God is hierin vrijmacötig. En zijn lankmoedigheid laat, wanneer lang en veel verzuimd werd, dit ontzettend oogenblik vaak eerst dan komen, als het voor deze wereld met ons gedaan is. s

Bij dezulken komt dan de Dooper eerst, als hun dagen geteld zijn, en het sterven voor de deur staat. Zijn zieldoorsnijdende vraag blijft dan: Hebt ge in uw leven vrucht voor uw God gedragen, of alleen in tak en loover voor u zei ven gebloeid? En dan kan hun nog de vrucht ia die laatste levensdagen komen, zoo ze in d a lt boete en berouw wegzinken, aan hun God de eer geven, en het Kruis van hun Heiland kussen. Maar dan kan er ook geen uitstel meer zijn. Dan moet 't diep uit de ziel, dan moet 't met heel 't hart, dan moet het uit den wortel zelf van hun leven één willig en in heiligen ernst zich zelf wegwerpen zijn, een met beide handen aangrijpen van de genade die in Jezus is.

Nu weet ge nooit vooruit of het krankbed, waarop men u neerlegt, uwsterfbed zal worden. Werk er daarom nooit overheen. Denk niet; ik zal weer worden opgericht. Vat het van meet af ernstig, ten volle ernstig, op. Versta het, dat uw God in die krankheid zijn Dooper tot u zendt, om, als ge nog te redden zijt, u nu te redden.

En zie dan, even als Israel bij den Jordaan, achter den Dooper uw Heiland staan. Hoor dan ook van den Dooper het woord dat ook u aangaat: Zie het Lam Gods dat de zonde der der wereld, en ook uw zonde, draagt. Daal dan af tot in den wortel van uw leven, en zie de bijl, die Gods engel er reeds bij heeft neergelegd. Toef dan niet, en aarzel niet. Laat het dan nu of nooit ook voor u wezen. En zij dan de zalige uitkomst, dat ge niet meer terugtreedt, maar u gewonnen geeft, en zalig in Jezus' armen uw ziel in eeuwigen dank laat uitvloeien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's

„De Bijl aan den Wortel.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's