GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nu het misverstand tusschen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nu het misverstand tusschen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 11 Maart 1910.

Nu het misverstand tusschen Z? e Nederlander en onze redactie, naar wre hopen, uit den-weg is geruimd, moge thans nog een slotwoord volgen over de quaestie zelve. De Nederlander zal thans wel gevoeld hebben, dat ons protest legen een „zoogenaamde" kerstening der Openbare School allerminst partij-politiek in den slechten zin des woords was. Alsof we de Openbare School liefst zoo slecht mogelijk wilden maken, om de Vrije School er boven op te helpen. Absolute neutraliteit schijnt ons ook voor de Openbare School nog altoos beter daa een „Christendom boven geloofsverdeeldheid", waardoor de Openbare School feitelijk een propagandaschool voor het modernisme zou worden.

Toch is hiermede de quaestie zelve nog niet opgelost. Zoolang de Regeerlag feitelijk in handen was van het liberalisme, kon niet anders gevraagd worden, dan dat de Staat op de Openbare School de neutraliteit stipt zou handhaven, om erger te voorkomen, en dat aan de Vrije School zooveel mogelijk rechtsgelijkheid zou geschonken worden, opdat e-en eerlijke concurrentie mogelijk zou zijn. Geheel anders daarentegen is het vraagstuk komen te staan, nu allengs de meerderheid m het parlement zich verplaatst heeft en dientengevolge de regeermacht ia handen van Christelijke staatslieden is gekomen. Immers deze Christelijke regeericg draagt mede de verantwoordelijkheid voor wat op de Openbare School aan ons volk geleerd wordt. Ze kan er zich niet afmaken met een beroep op de wet, die eischt, dat op de Openbar.e School een onderwijs moeten gegeven vrorden, dat niemands godsdienstige begrippen krenkt. Want ds Regeering kan, gerugsteund door de meerderheid in beide Kamers, de wet veraiïderen. Indien de Openbare School, die van den Staat uitgaat, op de ontwikkeling van ons volk een verkeerden inv! o ïd uitoefent, dan moet dus de vraag weloverwogen worden, boe aan dien verkeerden invloed een einde kon worden gemaakt. Een Christelijke regeering en een openbare neutrale staatsschool zijn twee begrippen, b die op den duur niet met elkaar te rijmen k zijn.

Drieerlei uitweg nu doet zich open om aan deze moeilijkheid te ontkomen. De eene uitweg zou wezen, dat de Overheid van ons land, uitgaande van het Christelijk karakter onzer natie, aan de Openbare School weer een positief Christelijk karakter schonk. Metterdaad is dit voorgesteld door een palitieke groep, die niet zoo heel ver van De Nederlander verwijderd staat. Ia het program door Dr, Hoedemaker ontworpen, werd met zoovele woorden gezegd, dat alle nationale instel­ e ingen, — waartoe toch ook zonder twijfel s e Openbare School behoort — het Christe­ d ijk, Pfotestantsch, Gereformeerd karakter h er natie hebben te vertoonen. Da Over­ h eid zou dan, met name wat de lagere h chool betreft, het toezicht daarop aan den e erkeraad der gemeente moeten opdragen, s et diea verstande, dat het dezen vrijstaat i et Brjbelsch onderricht aan dea onder-s qzer over te laten of dit van zgnentwege t e doen geven. En aan de ouders zou het z rijstaan hunne kinderen aan dit onderwijs O l of niet te laten deelnemen. De Nederlander g iet dus, dat het volstrekt geen „spotternij" C as, niet een belachelijk maken van zijn egenstanders, wanneer we beweerden, dat an Christelijke zijde was voorgesteld, dat o e Overheid den Bijbel weer op school zou t nvoeren, zou zorgen voor Christelijk onder­ S ijzerspersoneel op de Openbare Scholen h nz. Als ze schrijft: „door zulke zotheden w aa de tegenpartij toe te dichten, krijgt h en bij onnadenkende lezers licht gelijk. g aar De Heraut weet zeer goed, dat dit u iets anders is dan spotternij. Niemand denkt w an zoo iets, " — dan is ze wederom niet V eheel op de hoogte van wat in den kring d arer eigen geestverwanten omgaat. Er d teekt in dit systeem van Art. XXXVI een R eginsel, dat nog altoos in zeer breede G ringen weerklank vindt. De opkomst en S loei der Vrije school wordt in dezel n ringen niet zonder zekere bezorgdheid gadegeslagen Men wil liefst terug naar een Christelijke Protestantsche Openbare School onder toezicht van den Kerkeraad der Hervormde Kerk, Zoo zou de Hervormde Kerk, weer als de landskerk in eere worden hersteld en haar invloed op het onderwijs zijn hersteld.

Dat De Nederlander dit pogen zoo dwaas a< ; ht, dat ze aan de bestrijding van zulk een plan zelfs geen woord verspillen wil, verblijdt ons. Haar woord heeft in deze kringen allicht meer invloed dan het onze. 0»? erigens zijn we het volkomen met haar eens, dat geen Regeering aan de uitvoering van zulk een plan de hand zou leenen. Een tweede uitweg zou wezen, dat de Regeering de Openbare School splitste in gezindheidsscholen, aan de ouders der kinderen het recht gaf een schoolbestuur te kiezen, dat de onderwijzers aanstelde en door dit bestuur ook de richting der School liet beheerschen. De Overheid zou dan geen partij kiezen voor een bepaalde Kerk, maar aan de ouders de beslissing overlaten. Zoo zou men feitelijk openbare scholen krijgen, die óf een Roomsch of een Hervormd karakter dragen. Het bezwaar van een neutraal openbaar onderv/ijs zou daarmede verholpen wezen. In dien zin luidde o. a. het voorstel van baron Creutz in Onze Eeuw, waaraan De Nederlander niet geheel kaar sympathie onthield. Ongetwijfeld ligt er in dit voorstel veel meer wat ons aanlokt dan in het Hoedemakeriaatische denkbeeld. Een gesplitste openbare school met invloed van de ouders schijnt aan de, verschillende bezwaren tegemoet te komen. Nu hebban we ons niet op politiek gebied afs raadgevers op te werpen, en de vraag in hoeverre dit plan op staatkundig gebied kass van slagen heeft, laten we dus rusten. Alleen het geestelijke vraagstuk heeft voor ons belang. En dan veroorloven we ons De Nederlander op twee zeer ernstige bedenkingen te wijzen, die tegen dit plan zijn ingebracht. In de eerste plaats, dat de oprichting van zulke openbare gezindheidsscholen zeer nadeelig zou inwerken op dea ijver ora v*ije Christelijke scholen op te richten of in stand te houden. Er is in de historie van ons volk een leiding Gods, die we niet mogen miskennen. Hij schonk aan ons Christenvolk als vrucht van veel gebed, veel offervaardigheid, veel bange worsteling onze Christelijke school. ^Hij heeft het zoo geleid, dat deze school een vrije, zelfstandige plaats inneemt in ons volksleven. En al is het zeker waar, wat De Nederlander opmerkt, dat de Schrift nergens aan de Overheid w? 'tó^/om scholen op te richten, maar er is toch evenmin aan de Schrift eenig bewijs te ontkenen, dat de Overheid geroepen zou wezen dit te doen. Zelfs bq Israel was er van een Staatsschool geen sprake. De profeten-schoten, deeenige waarvan met name gesproken wordt, stonden geheel vrij tegenover de Overheid. Maar ook afgescheiden daarvan schijnt ons in de ontwikkeling van de Vrije School tzn zoo kostelijk element van vrijen burgerzin n energie van het volk te schuilen, dat de Overheid eer alles moet doen om de Vrije chool te steunen dan haar uitbreiding, zq het dan ook zijdelings, hinderpalen in den wsg te leggen. En in de tweede plaats houdt dit plan, naar het ons voorkomt, niet genoeg rekening met den werkelijken toetand. Indien metterdaad ons volk in zijn geheel nog een religieus volk was, zou de splitsing der openbare school in ezindheidsscholen mogelijk wezen, waneer aan de ouders de beslissing werd vergelaten. Edoch, De Nederlander weet dit even goed als wij, dit is niet zoo. a heele streken van ons land — Noord-Holand boven het IJ moge als voorbeeld trekken, — is de bevolking door het moderisme van alle religie vervreemd. Er zou hier geea Roomsche en geen Protestantsche taatsschool komen, maar een moderne, of nog erger, een anti-religieuse Staatsschool. En la onze steden, waar onder de lagere evolking het socialisme zoo sterk toeneemt, reeg men socialistische schoolbesturen, ocialistische onderwijzers en socialistische taatsscholen. Nu werpe men ons niet tegen, at dit evenzeer het geval zal wezen, wanneer e 0-/erheid de staatsschool loslaat en alleen oor ruime subsidie de ouders in staat stelt oor het onderwijs te zorgen. Want het roote verschil ligt hierin, dat de Overheid w oor de staatsschool, de school die het fficieel karakter der Overheid draagt en an haar uitgaat, ook de verantwoordelqkeid draagt en ze dat niet doet voor de Vrije School. Indien het thans reeds voor en Christelijke regeering een onhoudbaar tandpuat zou wesen, wanneer ze geoogde, dat op een openbare school et Christendom Werd aangevallen of voor et socialisme propaganda ward gemaakt, oeveel te mser zou dit niet gelden, wanneer en socialistisch schoolbestuur de openbare chool geheel in zijn macht kreeg en mocht nrichten naar het hem goeddacht. Daarin chuilt de moeilijkheid, die, naar het ons oeschijnt, onoplosbaar is, dat de Overheid edelijk verantwoordelijk blijft voor de penbare School en toch geen uitweg egeven is, om deze school werkelijk een hristelijk karakter te doen dragen.

Vandaar dat alleen de derde uitweg verblijft, dat de Overheid er zooveel mogelijk oe medewerkt om het opkomen der Vrije chool aan te moedigen en zich zelf van et onderwijsterrein terugtrekt. Hoe en op elke wijze dit geschieden kan, behoeft ier niet nader uiteen te worden gezet. Het ewqsigd Unie-rapport geeft daarvoor zeker itnemende wenken. Hoofdzaak is echter, elk doel de Regesring voor oogen staat. an harte heeft het ons daarom verblgd, at Minister Heemskerk bq de onderwijsebatten openlijk verklaard heeft, dat de egeering het eens is met de leuze van roen : de Vrije School regel, de Openbare chool aanvulling. Zoolang dat ideaal nog iet bereikt is, de Vrije School nog niet e School b i v d h g d P z v G d z t a e n van heel de natie is geworden, kan de vraag zeker ernstig overwogen worden, wat in dien tusschentijd geschieden moet om het kwaad van de Openbare School zooveel mogelijk te temperen. Mits dit maar niet geschiedt, om de Openbare School als de Nationale School in stand te houden. De Vrije School voor heel de natte, dat moet ons alter einddoel wezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Nu het misverstand tusschen

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's