GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Zuider Kerkbode schrijft Ds. Kerkhof over het huisbezoek menig belangrijk artikel. Mogen we daaraan het volgende hier ontleenen:

Het ondenoek door de Opzieners in te stellen, moet evenwel over nog meer zaken gaan dan uitsluitend over het getrouw kerkgaan en avondmaalvieren.

De Opzieners hebben opzicht over heel den levenswandel dergenen, die tot de gemeente behooren. Dus zijn ze ook gerechtigd navraag te doen omtrent alles, wat behoort tot eene christelijke levensopenbaring.

Een voornaam stuk is 't onderzoek naar het gezinsleven. Er moet op des Christens gezin een stempel staan, dat in de wereldsche gezinnen ontbreekt. En aangezien de Opzieners niet een tijdlang bij iemand kunnen gaan logeeren, om te zien hoe dat gezin leeft, trachten zij vragenderwijze er achter te komen. Op den voorgrond staat, dat minstens eens, liefst meermalen, daags het geheele gezin zich aan tafel vereenige en er voorlezing gedaan worde uit den Bijbel door het gezinshoofd. Dat moet vader doen; alleen bij hooge uitzonderingen kan hij die taak aan een ander overlaten. En hiernaar hebben de Opzieners een onderzoek in te stellen, opdat zij bij afwijkingen van den goeden regel een gepaste vermaning doen hooren. Er zijn toch wel eens vaders, die uit gemakzucht of uit aardigheid hun kinderen, die pas beginnen te lezen, uit den Bijbel laten voorlezen. Zoo iets is ongepast. De ernst van Gods Woord eischt dat het gezinshoofd, dat met gezag van Godswege is beldeed, ook het Woord Gods late hooren in zijn gezin. Voorts worde ook door de Opzieners er naar gevraagd, of wel geregeld de geheele Bgbel — behoudens enkele hoofdstukken, die voor voorlezing in 't gezin min geschikt geacht kunnen worden omdat ze niet tot stichting zouden bijdragen — zoowel Oud-als Nieuw Testament, wordt gelezen. Die goede gewoonte maakt zoowel kinderen als ouders bijbelvast, terwijl het ongeregeld lezen: nu eens hier een hoofdstuk, dan daar een brokstuk, en het liefst een korten psalm, — weinig vrucht draagt. Jaar op jaar de gansche Schrift doorlezen geeft eene kostelijke zielespijze. En niet nauwgezet genoeg kunnen de Ouderlingen er op toe zien, dat dit in al de gezinnen der gemeente geschiede. Nu tegenwoordig voor enkele stuivers zelfs bijbeltjes met mooien duidelijken druk verkrijgbaar zijn, verdient het zelfs aanbeveling, dat ieder gezinslid een eigen bijbeltje voor zich hebbe om het gelezene hoofdstuk gemakkelijk te kunnen volgen.

Het ware ook wel wenschelijk, dat in de kerk ieder een eigen Bijbel bij zich had om de voorlezing der Schrift en de bediening des Woords goed te knnnen volgen. Waarom wordt over zulke onderwerpen niet gesproken bij het huisbezoek ? Dat zou meer vrucht afwerpen dan gemoedelijke praatjes. Laten de Ouderlingen er meer op aandringen jaar op jaar, dat de gemeenteleden bij de Schrift leeren leven. En als hun woord niet bij eersten rondgang ingang vindt, dat zij aanhouden 1 De aanhouder ^nt, vooral wanneer hij een goede zaak voor heeft. Én een druppel holt ten langen leste wel een steen uit. En weet ge wat de goede vrucht daarvan wezen zal? Dat de gemeente hare vastigheid gaat zoeken en inderdaad zal vinden in Gods Woord, en al langer zoo meer smaak zal krijgen in de v a s t e spijze, en niet hunkeren zal naar gezalfde toespraakjes van den kansel, waarbij men zijn Bijbel wel thuis kan laten.

Als in vele onzer gemeenten nog ongezonde toestanden gevonden worden, zien wij niet voorbij, dat de Opzieners voor een groot deel daarvan de schuld dragen. Zij treden niet op als Opzieners. Zij leiden de gemeenteleden, niet tot de H. Schrift. Zij doen bij 't huisbezoek niet al wat zij kunnen om de leden der gemeente bijbelvast te maken. Ons dunkt, wanneer daarop meer acht geslagen werd, zou ie gezonde schriftprediking meer gewaardeerd worden, 2e de gemeente meer gefundeerd raken op den vasten grondslag van het Woord, 3e de beginselvastheid in de praktijk des levens toenemen, 4e de geloofszekerheid meer dan tot nog toe in onze provincie het geval is, aangetroffen kunnen worden.

We zijn in Zeeland te los van den Bijbel en te tuk op gezalfde toespraken. Zou het niet liggen allereerst op den weg van hen, die het opzicht over de gemeente hebben, dat zij bij het huisbezoek de gemeenteleden den band aan het Woord doen gevoelen, en die zaak haar steeds meer op 't hart te binden, met ernst, met aandrang, met kracht?

Als Ouderlingen er aan twijfelen, of wel geregeld de Bijbel gelezen wordt, vragen ze maar eens den huisbijbel te mogen zien, of uit welk gedeelte van Gods Woord het laatst gelezen werd.

Voorts worde niet verzuimd te onderzoeken of de vader als priester in zijn huis zijn gezin voorgaat in gebed en dankzeggug, niet door achter zijn pet met wat brouwende lippen het sOnse Vader* af te brabbelen, maar door oprecht, eenmmtm oudig, ootmotdig, hartelijk de nooden van zijn ezta den Heere op te dragen. Wijst er uw geeenteleden toch op, gij Opzieners, dat men bij od niet met hoogdravende woorden moet aankoen, en geeft zélven aan de gemeente het vooreeld, door alle hoogdravende en langgerekte ebeden na te laten en, in korte en eenvoudige oorden, uw huisbezoek met gebed en dankzegging e besluiten. Wanneer sommige huisvaders zich rachten te verontschuldigen voor hun nalatigheid n het voorgaan in den gebede, door te beweren at zij daarvoor de vrijmoedigheid missen, dan is et de taak der Opzieners, hen nochtans met een arm broederwoord daartoe aan te sporen. De edeesde vange aan desnoods met een formulierebed, doch niet om op de onderste sport van de adder heel zijn leven lang te blijven staan.

Langzamerhand vlechte hij ook in die gebeden n de bizondere behoeften van zijn gezin, en ook aarbij zal de regel worden bevestigd: al doende leert men.

De voorbeelden zijn niet zeldzaam, dat wenken in dit opzicht bij 't huisbezoek met een hartelijk broederwoord gegeven, werden opgevolgd en later door de gezinshoofden met dankbaarheid de zegen werd arkend, dien ze daarvan genoten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1912

De Heraut | 4 Pagina's