GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het is een verblijdend

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het is een verblijdend

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 4 April 1913.

Het is een verblijdend teeken, dat ook in de Hervormde Kerk al meer het besef begint door te dringen, dat de zendingsatbeid niet aan de particuliere genootschappen mag worden overgelaten, maar dat de Kerk van Christus hier in de eerste plaats een roeping heeft te vervullen.

De classis Rotterdam heeft van de bevoegdheid, haar door een w^ziging in het Reglement geschonken, om buitengewone vergaderingen te houden, *gebruik gemaakt om een aparte samenkomst aan de zending te wgdei«. Ze had daarbij als raadsman uitgenoodigd Ds. J. H, Gunning, die door zijn betrskkiag tot het Nederduitsch en Utrtchtgeh Zendiagsgenootschap geacht werd l e K g G n d e K het belt voorlichting te kannen geven. Volgens het verslag in de N. Xotttrdammtr vatte hi^ aan het. slot s^ner rede zijne con« clusies aldus saam;

De kerk heeft allereerst tot taak een dak te bonwen over de verschillende zendingscorporaties. De Classicale Zendingscommissie moet zich op de hoogte stellen van alles, wat er in haar ressort voor de zending wordt gedaan. In de tweede plaats moet zij trachten voor een of meer (een drietal is voor Rotterdam zeker niet te veel) zendingsposten het noodige geld bijeen te brengen, zonder zich te binden aan een bepaalde cendingsvereeniging. De kerkelijke zendingscommissie t behonde zich de vrije beschikking over het door haar bijeengebrachte geld voor.

Spr. wijst op een actie voor de zending, die reeds sedert eeuige jtren in de stad Rotterdam, en in Vlaardingen, Schiedam en Maassluis aan den gang is. Aanvankelijk was het doel, het geld bijeen te brengen voor een post van het Nederlandsch Zendelinggenootschap en een post van de Utrechtsche Zendingsvereeniging; onlangs is besloten ook een post van de Nederlandsche Zendingsvereeniging in het werk op te nemen. Deze actie is voorioopig reeds in kerkelijke banen geleid, en wanneer de kerk de leiding van dit werk in handen wil nemen, dan zal men zich daarover verblijden.

Bij de discussies over dit referaat bleek men algemeen de overtuiging te zijn toegedaan, „dat de Hervormde Synode wel zou doen, door de instelling van een centralen zendingsraad aan de ontwaakte kerkelijke 'actie voor de zending de mogel^kheid te openen, haar idealen te verwezeni^ken", en dat de zendingscorporaties de Synode behoorden aan te moedigen om hiertoe de noodige stappen te doen.

Ten slotte werd besloten drie zendings posten van de drie in Rotterdam werkzame zendingscorporaties (N. Z. G., N. Z. V. en U. Z. V.) voor rekening der Classis te nemen.

Indien met dit laatste bedoeld ware, dat de Kerken der Classis Rotterdam drie Zendingsposten zouden overnemen in dien zin, dat de zendelingen door deee Kerken zouden worden uitgezonden en van de Kerkeraden hun instructie zouden ontvangen, dan zou metterdaad een üinke stap in de goede richting zi^n gedaan.

Voorzoover we uit het verslag kunnen afleiden, is dit echter niet de bedoeling. Voor-rekening-nemen sch^nt alleen te willen zeggen, dat de Classis finantieel voor deze drie Zendingsposten zorgen zal, maar dat de uitzending en het bestuur aan de betrokken Zendingsgenootschappen overgelaten zal worden. Hier ligt, indien we het besluit juist vertolkt hebben, de grondfout. In plaats dat de Zendingsgenootschappen dienen zullen om het geld b^een te brengen, en de Kerken het Zendingswerk, dat rechtens haar alleen toekomt, ter hand zuilen nemen, wordt de verhouding juist omgekeerd; de Kerken zullen het geld betalen en de Zendingsgenootschappen zullen het heft in handen houden. Dat op dien weg van een leiden der Zending in kerkelijke banen geen sprake kan wezen, behoeft wel niet betoogd. KerkelQk wordt de 2^nd!ng eerst, wanneer ie van de Kerk uitgaat, niet wanneer de Kerk er het geld voor betaalt.

Ook de rede van den heer Gunning liet op dat punt aan helderheid en duidelijkheid veel te wenschen over. De ietwat zonderlinge beeldspraak, dat de Kerk allereerst tot taak heeft een dak te bouwen over de verschillende Zendingsgenootschappen, was feitelijk een loochening van de principieele roeping der Kerk om zelf zending te draven. Wie een dak bouwt boven iemands hoofd, tracht hem te bewaren voor ongevallen, en de Kerk heeft „wel een andere roeping van God ontvangen dan om den Zendingsarbeid aan particuliere genootschappen over te laten. Men versta ons wel. Dat. zoolang de Kerk geen Zending dreef, particuliere genootschappen deze taak hebben overgenomen, was goed en recht. Maar zoodra in de Kerk de Zendingsaacdrift begint te verlevendigen en de Kerk weer gevoelen gaat, dat Christus' bevel: predikt het Evangelie aan alle creaturen den ZendingspUcht haar op de schouderen legt, is het de averechtsche wereld, wanneer een geestelijk adviseur haar zeggen komt: g^ hebt de Zendingsgenootschappen met uw belangstelling en met uw geld te steunen. De raad had moeten wezen: neem het werk der Zending van ons Zendingsgenootschappen uit handen; w^ hebben ais noodhulp dienst gedaan, maar de roeping behoort aan u. Kerk van Christus. En juist dat element ontbrak in de rede van Ds. Gunning.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1913

De Heraut | 4 Pagina's

Het is een verblijdend

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 april 1913

De Heraut | 4 Pagina's