Ingezonden Stukken.

(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.)

Hooggeachte Redactie^

Zou mij met allen dank voor Uw opheldering over Ps. 8:3 (zie »Van de "Voleinding* in No. 1872), toch in alle bescheidenheid niet een enkele opmerking daarop geoorloofd zijn? Ik heb hiermede gewacht tot mij bleek, dat het onderhavige punt afgehandeld was.

Bij mij bestaat nl. bedenking, of Uw con» clusie hieruit, dat de Heere niet later Zijn uitverkorenen wederbaart, maar dit als regel, of immer, reeds bij of kort na de geboorte doet, wel opgaat. Immers waar staat hier, dat de Heere dit na verloop van eenige meerdere of mindere jaren niet meer doet?

Immers in dezen Psalm wordt in korte trekken geschilderd, hoe heerlijk de Naam des Heeren is op de gansche aarde, nl. hoe groot die heerlijkheid is, hoe ver die gaat. De hoogste schittering van de heerlijkheid des Heeren is op de aarde in den menseh. En dan worden twee machtige trekken naar voren gebracht. Éérst dit. . . en hierbij alleen hebben wij ons hier op te houden: »Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest om uwer tegenpartijen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden*. Reeds uit den mond der kinderkens en der

zuigelingen! Hij gaat alles te boven. Hij ver­ a wekt door Zijn machtwoord tegenover het heir Zijner bittere vijanden de strijders voor Zijn Naam, en eer niet eerst uit de volwasse? i mannen en vrouwen, maar uit hèn ook, tot wie het Woord Gods om hen voor den Heere te overwinnen, niet op uitwendige wijze en door menschenmond nog kan gebracht worden. Want hier is geen verhindering voor den Heere 1 Reeds ook tot de kinderkens en zuigelingen strekt zijn macht zich uit, om uit hun mond zich sterkte te grondvesten om zijner wederpartijen wil.

Maar immers, dit laat nog volle plaats voor de gedachte dat niet alleen reeds onder de zuigelingen de Heere de Zijnen verwekt, om, naarmate dat zij opwassen, te dienen in het leger Gods tegen de vijanden, maar dat de Heere ook op later leeftijd er toe brengt. En waarom kan het getal van dézen niet zóó groot zijn, dat 't het getal der reeds als kinderkens of zuigelingen wedergeborenen, die niet jong sterven, nog overtreft ? Dat dit zoo is, wordt hier niet gezegd, maar het tegendeel evenmin.

U zegt: zulk een gedachte is in strijd met de idee van het organisme. Is dit wel wezenlijk zoo? Immers dat nietiwe leven is geheel andersoortig dan het door de natuurlijke geboorte verkregene, al is het er ook juist passend voor, n.l. om het op te heffen en te verheerlijken. Het is een vernieuwing, neen, een grondige omzetting van het leven. Al het natuurlijke in kiem reeds in de geboorte, ja vroeger ontvangen! Doch wat voor aan Gods Woord ontleenden en dus waarlijk objectieven grond hebben wij, dat ook die henielsche geboorte reeds geheel, of bijna geheel, mèt de natuurlijke geboorte moet samen vallen, althans wat den geldenden regel aangaat, even alsof het hemelsche niet iets was, dat als iets anders daar weer /«gebracht moet worden. Immers het beginsel van den natuurlijken mensch en dat van den nieuwen staan radikaal tegen elkander over, al is het waar dat de mensch het beeld Gods in ruimeren zin nog bezit.

Dat het leven met brokstukken in elkander zou gezet worden, dit beveelt zich aan ons verstand niet aan. Doch het gaat hier waarlijk om twee levens, hoewel het in alles denzelfden persoon en al zijn natuurlijke gaven betreft. Het natuurlijke wordt in de natuurlijke geboorte gegeven, en is daar in kiem reeds compleet. En zoo ook het geestelijke in zijn kiem volledig in de geestelijke geboorte, hetzij dan vroeger geschiedende, of later.

Immers, waar de leer dat de uitverkoren Verbondskinderen, wat den regel betreft, reeds wedergeboren zijn, in zijn gevolgen zeer • gewichtig is, is het te meer noodig, er zulke bewijzen voor te hebben, die de zaak waarlijk uitmaken.

Bij voorbaat mijn dank voor verleende plaatsruimte.

Met beleefden groet, en alle hoogachting. Uw dw. br.,

A. M. DIERMANSE.

Den Haag, 18 Deo. 1913.

[Hier sloop misverstand in. We zijn 't er geheel mede eens, dat de Heere geheel vrijmachtig is, om de wedergeboorte óf reeds bij 't kind óf eerst later bij den volwassene te laten intreden.

Alleen zij opgemerkt, dat ons Doopsformulier de te doopen kinderen neemt als waren ze reeds wedergeboren. RED.]

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen