GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

32 minuten leestijd Arcering uitzetten

GENERALE SYNODE GEREF. KERKEN.

Donderdag; 5 November.

11de zitting.

De vergadering wordt op gebruikelijke wijze geopend, en gaat over in Comité.

Aan de orde komt punt H. IS en 16. Ds. A. M. Donner rapporteert. Het bezwaarschrift van B. V. D. wordt niet ontvankelijk verklaard. Ds. Vonkenberg geeft advies inzake de bezwaarschriften H. 2, 22, en 12 en 10. Voor Werkendam wordt een-Commissie benoemd, bestaande uit de heeren Ds. A. M. Donner, Prof. H. Bouwman en Ds. v. d. Brink.

Ouderling Knol geeft advies inzake H. 11. Het besluit van de Generale Synode van Zwolle in dezen wordt gehandhaafd.

Ds. Huismans rapporteert in zake H. 13. Dit punt behoeft niet meer behandeld te .worden, wijl de zaak in orde 'is gekomen. Prof. H. H. Kuyper geeft advies in zake punt M. 2 en 20. Ds. Huismans in zake H. 17.

Voor Houtigehage wordt eene commissie aangewezen, en wel de heeren Ds. Vonkenberg, Prof. Ridderbos en Ouderling v. d. Bosch. Op voorstel van het moderamen zal er heden eene avondzitting worden gehouden.

Voegen wij hieraan nog toe, dat Dr. H. Bavinck inzake het promotierecht in zijne brochurer.ff'i? ^ Doctorenambt., ter Synode, niet heeft gezegd, wat de verslaggever van de. Rotterdammer vermeldt; slechts merkte Z. H. G. op, dat de inhoud van die brochure geheel buiten dit vraagstuk van hèt Doctoraat omgaat.

Donderdag S Novem'ber.

12de Zitting.

De middagzitting vangt aan met het lezen en vaststellen der notulen. Prof. H. H. Kuyper geeft advies in zake M 2. De conclusie luidt aldus:

De Generale Synode betuigt aan de Regeering haaf dank voor de toezending van het rapport der Staatscommissie en dringt naar aanleiding

van dit rapport er bij de Regeeriiig op aan, dat de voorstellen, door deze commissie op bl. 36 en 37 van haar rapport gedaan ter regeling van dg; -rechtspositie der Prótestantsché Gerneenten, . die geeti deel uitmaken vaii d^ door de Regeering-erkende Prótestantsché kerk^door de Regeeriflg mogen worden goedgekeurd in het belang van onze Gereforrrieerde Kerken in Indië; .

en hiervan kennis te geven aan de Gereformeerde Kerk van Batavia. Aldus wordt besloten. Prof. H. , H. Kuyper geeft advies inzake punt L, 2 en 3.. .

De. conclusie ia:

Iv.D.e Generale Synode dringt bij d.e particuliere „ Synoden er op aan, wanneer deze het' ' oordeel der Synode-over sbezwaren" vragen, dat ; zij deze bezwaren ook behoorlijk geformuleerd ter. kennis der Synode bïengen;

2. De Generale Synode, - gehoord de voorstellen van de particuliere Synode van Overijssel om bezwaren in te brengen tegen het ontwerp-Wet ter verlecning van ouderdomsrente aan behoeftigen met name tegen de uitsluiting in Art, 1 van degenen, die van 6Sste tot hun 70ste jaar onderstand van-de • diakonieën genoten hebben, spreekt. wel als hare overtuiging uit, dat^ gegeven het standpunt, waarop de Regeering in het wetsontwerp zich plaatste, het onbillijk is deze diakonaal bedeelden van de ouderdomsrente .uit te shiiten, maar acht het niet noodig, gezien de algemeene afkeuring, die deze bepaling gevonden heeft, daartegen bezwaren in te brengen bij de volksvertegenwoordiging, en ze oordeelt dit ook niet gewenscht, omdat daardoor de schijn kon gewekt worden, alsof zij staatsarmenzorg voor de armen van Christus' gemeente begeerde.

Nog rapporteert dezelfde inzake punt L, 4 en S (geestelijke verzorging van onze militairen). De conclusiën zijn:

Ie, de Generale Synode machtigt de Deputate.n voor . de correspondentie met de Hooge Overheid-, wanneer de Regeering nu of in de toekomst komt met het verzoek oin predikanten aan te wijzen voor het veldpredikerschap, aan dit verzoek te voldoen en daarvoor bepaalde personen aan te wijzen in overleg met de Kerken, die zij dienen.

2e. de Generale Synode, met dankbaarheid kennis genomen hebbende van hetgeen door onze Kerken met name in Noord-Brabant en Limburg geschied is voor de geestelijke verzorging onzer militairen, niet alleen wat de prediking maar .ook wat de herderlijke zorg betreft,

overwegende, dat de zwakheid van de Kerken in Noord-Brabant en Limburg maakt, dat de Kerken in het generaal deze Kerken finantieel en geestelijk bij haren arbeid hebben te steunen, waarop deze Kerken ook volkomen recht hebben, daar deze arbeid geschiedt ten bate van de zonen van geheel ons vaderland,

overwegende, dat ook eenige generale regeling van dezen arbeid, die. de, belangen van de leden al onzer Kerken aangaat, wenschelijk is, besluit, .

ecndrietaldeputatente benoemen met opdracht: lo. Uit naam der Synode aan alle Kerken, waar militairen zijn ingekwartierd of in wier nabijheid militairen zich bevinden, het. zij op de kustwacht of in de forten of ter bewaking der grenzen, een schrijven te richten, waarin haar de geestelijke belangen dezer militairen op het hart worden gebonden, de middelen worden aangewezen, "die dienstig kunnen zijn voor de geestelijke verzorging en de evangelisatie onder de militairen;

2e. zich te vergewissen, dat de geestelijke verzorging der militairen door deze plaatselijke Kerken behoorlijk worde ter hand genomen en desgevraagd deze Kerken te dienen van advies en hulp;

3o. een schrijven in naam der Synode aan alle Kerken te richten hnet verzoek een collecte te houden, waarvan de opbrengst bestemd zal wezen om de zwakke Kerken met name in Noord-Brabant en Limburg bij dezen arbeid te steunen en haar op té wekken haar predikant (of een hunner) liefst vrij van reiskosten voor één Zondag of voor eene week af te staan om in Noord-Brabant en Limburg dezen Kerken hulpe te bieden;

en eindelijk besluite de Synode haren Deputaten tot correspondentie met de Hooge Overheid op té dragen, wanneer bij deze Deputaten klachten inkomen over geestelijke misstanden in het leger ' (zooals met name vloeken, het zonder noodzaak Weigefen van een Zondagsch verlof, dat op Maandag eindigt, enz.) met wijsheid en voorzichtigheid deze klachten ter kennis te brengerf vari'dé H. O. ( o

Prof. Lindeboom geeft advies in'zake het rapport over Art. 36 der Geloofsbel. (Q 25). Het volgende voorstel wordt aangenomen:

De Hoogleeraren der Theologische School, overwegend, dat de Commissie inzake het voorstel der-Heogleeraréh tot wijziging Vaii eene zinsnede in Art. 36 der Nedeylandsche Gereformeerde Geloofsbelijdédis wel-met belangstelling van genoemd voorstel kennis genomen heeft, maar van oordeel is, dat om verschillende redenen deze zaak door de Synode niet aan de orde moet gesteld wprden.;

overwegend, dat het ook niet hun bedoeling is, dat de voorgestelde wijziging reeds nu in behandeling worde genomen, maar voornamelijk, dat de aandacht der Kerken op de noodzakelijkheid van wijziging worde gevestigd en een doeltreffende. wijziging worde voorbereid; dat ook het rapport der • Commissie van Advies erkent, dat er in de opmerkingen der Hoogleeraren wel ïeenige waarheid* schuilt, ' alsmede dat, haars inziens, de zin en bedoeling dier zinsnede volstrekt niet duidelijkjs; waaruit volgt, dat grondig onderzoek beslist en dringend i noodzakelijk moet worden geacht,

zijn bereid; - hun voorstel vaiï deze Synodale i tafel terug te nemen, indien de Synode een bespreking thans niet geWenscht acht, hierbij volgend het verzoek, dat deze verklaring mét \ hun voorstel nevenS het rapport der Commissie in de Actai dezer Synode worde opgenomen.

aangenomen het voorstel aan­ i Nog wordt gaande Q J9.

De Synode besluit de leden der Gereformeerde Kerken op te wekken elk geval van vloeken in het leger nauwkeurig te omschrijven, wat betreft tijd, plaats en wijze van gebeuren, en zich alsdaii met een welomschreven klacht te wenden tot de Militaire - Overheid ter plaatse, die, naar verwacht mag worden, dan hare medewerking zal Aferleenèh óm het kwaad te bestrijden;

en zoo déze daaraitn geen gehoor geeft, zich daarmede te wenden tot de Deputaten voor de Correspondentie met de Hooge Overheid',

inzake het voorstel Zeist-Gouda-Oostzaan om H. M. de Koningin te versoeken om in dezer tijden nood een biddag in den lande te doen uitroepen^ ' , .

wordt besloten zulk een verzoek niet te doen:

Ie. omdat alle'" kerken in den lande reeds één of meer bidstonden hebbeij. doen houden; .

2e. omdat'ierïiï 'alle kerkelijke samehkómsten nog voortdirrènfl voor "den. nood der tijden wordt gebeden. ' "' * * .

Dr. Esser rapporteert over punt F. 5 en 6 (Zending in de Buitenbezittingen).

De conclusiën zijn:

lo. het bezwaarschrift der Algemeene Vergadering van Zendingarbeiders in pleno op te nemen in de Acta der Synode; »

2o. te verklaren, dat de Kerken het zendingsterrein op Java niet behooren te verlaten of den arbeid aldaar in te krimpen om daardoor gelegenheid te krijgen een nieuw terrein in de Buitenbezittingen te kunnen aanvaarden;

3o. uit te spreken, dat het wel gewenscht is naast de deugdelijke bearbeiding der reeds bezette terreinen op Java en Soemba een zendingsterrein in de Buitenbezittingen te bezetten, mits daartoe de krachten toereikende blijken te zijn ;

4o. aan de te benoemen deputaten voor de zending onder de Heidenen en Mohammedanen op te dragen te overwegen, of, met inachtneming van het onder 2o. genoemde, middelen zouden kunnen gevonden worden om een nieuwen arbeid in de Buitenbezittingen te beginnen en voor zooveel noodig de eerstkomende Generale Synode te dezer zake te dienen van gemotiveerd advies;

5o. aan de Particuliere Synode van Friesland ten Noorden en aan de Algemeene 'Vergadering der Zendingsarbeiders op Midden-Java van de besluiten sub. 1 tot 4 kennis te geven.

De Synode heeft voorts goedgevonden en vastgesteld, dat Dr. A. Kuyper Sr., gelet op de omstandigheid, dat Z..H.G. met een eigen gevoelen omtrent de Zendingsterreinen publiek is opgetreden, deze discussie op gezag der Synode zal overbrengen naar de vergaderingen der Zendingsdeputaten. Dr. K. zal de punten aangeven, waaromtrent Depp, ter volgende Synode van. advies zullen dienen.

'^^^' Donderdag 5 November.

13de Zitting.

Ds. W. Breukelaar brengt advies uit over punt F 10. (Voorstel van de Kerk van Amsterdam in zake Zending onder de Chineezen). Het is zeker wel de tijd, om zoo mogelijk de Zending onder de Chineezen op ons Zendingsterrein ter hand te nemen. Zij zijn er in grooten getale, een afzonderlijke Missionaire Dienaar is voor dezen arbeid noodig, wijl deze arbeid gansch andere eischen stelt dan die onder de Javanen en Mohammedanen. De Kerk van Amsterdam is bijzonder voor deze Zending aangewezen, wijl de meeste Chineezen op haar terrein wonen.

Na eenige discussie wordt het volgende aan de Synode voorgesteld:

1. in 't algemeen instemming uit te spreken met de gedachte in het voorstel van de Gereformeerde Kerk.te Amsterdam uitgedrukt;

2. de missive van den Kerkeraad met de beide bijlagen op te nemen onder de bijlagen van de Acta: der Synode;

3. aan de te benoemen Deputaten van de Zending op te dragen:

a. op daartoe strekkend verzoek van eenige Kerk hier te lande meê te werken aan het ontwerpen en vaststellen van een concept-contract van samenwerking voor den arbeid der Zending onder de Chineezen op Midden-Java, en zulks in de richting van het door de Kerk te Amsterdam ingediende voorstel en met inachtneming van de punten sub 1 tot 6 in dit rapport uwer commissie genoemd en daarbij tevens behoorlijk overleg te plegen met de zendende Kerken, die oj) Java arbeiden, en met de afzonderlijke vergadering van Dienaren des.Woords op Midden-Java;

en.i^. zoodra het sub a genoemde concept is vastgesteld, met de Kerk, die als zendende Kerk optreedt, naar dit concept een accoord aan te gaan en deze Kerk voor de kosten van uitzending en traqtement te steunen met eene subsidie uit de Generale kas tot een maximum van / 2500 per jaar, doch daartoe niet eerder over te gaan, dan wanneer naar hun oordeel de tijdsomstandigheden, ook met het oog op de finantieele gevolgen, de aanvaarding van den afzonderlijk georganiseerden Zendingsarbeid onder de - Chineezen op Midden-Java toelaten;

4. aan de Kerk van Amsterdam te berichten, dat de Synode met waardeering van haar voorstel heeft kennis genomen, en haar mededeeling te doen van wat sub 1, 2 en 3 is besloten. Aldus wordt besloten. m o i

Ds. Kok rapporteert in zake A 11—141 G: ezangen). Het voorstel is om er niet nader p in te gaan, wijl het niet urgent is. w t

. %tn ander-voorstel wordt ingediend door Ds. Huismans, gesteund door Prof. Lindeboom, Prof Bavinck en Prof. A. Kuyper Sr., van den volgenden inhoud:

De Synode benoeme een commissie:

a. om te onderzoeken, of het vermeerderen van kerkliederen in de Geref. Kerken geoorloofd en gewenscht is, en om

. b. indien zij acht hiertoe te kunnen adviseeren, bij haar rapport, als proeve, eenige kerkliederen te voegpn, die aan haar bedoeling zullen beantwoorden, en die zij acht conform de Geref Belijdenis te zijn.

Het Voorstel der commissie wórdt met 36 tegen 12 stemmen aangenomen.

Ds. Kok rapporteert ook over punt A No. 14 II. Deze zaak wordt niet in behandeling genomen, wijl ze te algerneen gesteld is.

De voorzitter leest een afscheidsbrief van Ds. VV. Pera aan de Génerale Synode.

Na het zingen van Ps. 106 : 3 en dankgebed sluit de voorzitter deze avondvergadering.

' Vrijdag 6 November.

14de Zitting.

De Veïgadering wordt door den Voorzitter i geopend. Gezang en gebed. De notulen der vorige vergaderingen worden gelezen en gear­ i resteerd. 'VVij deelen hierbij nog even mede, dat j gisteren bij de verdere behandeling van het ; Zendingsrapport de Voorzitter den grooten dank \ der Synode heeft gebracht aan Ds. H. Dijkstra voor al den arbeid .in de Zending (bijzonder ook voor de bewerking van den Zendingskalender, die geestelijk en stoffelijk zoo goede vrucht i afwerpt) zooals deze nu jaren door hem wordt verricht. Deze morgenzitting is niet openbaar. De zaak Ds. C. wordt behandeld. De morgenvergadering wordt gesloten.

Bij de opening van de middagzitting concludeert de commissie in zake Ds. C. als volgt:

Wat nu de taak betreft die uwe vergadering thans heeft te vérvullen nopens de zaak C, die na rneer dan 9 jaar door het protest der classis Grootegast bij U is aanhangig gemaakt, is de meening uwer commissie, dat de Synode daarop niet mag ingaan. Ook al zou uwe commissie overtuigd zijn, ; dat de afzetting in 1905 niet wettig ware geschied, dan zou nóg haar oordeel blijven, dat uwe vergadering de zaak niet meer in behandeling moet nemen, en daar ook geen verandering in zou kunnen brengen. Zelfs al zou uwe, vergadering 't haar plicht achten om de procedure . dezer zaak te revideerèn, en tot h.< ; t besluit komen dat de afzetting moest worden ppgeheven, wat tian-zou insluiten r^/^w 'inzetten in het ambt waaruit hij gezet is, het zou haar volstrekt onmogelijk zijn gemaakt, doordat de heerC. geen lid is van eenige Geref. kerk.

En nu is het verklaarbaar dat de classis Grootegast de zaak opnieuw ter hand heeft genomen, ook wegens de ruchtbaarheid die de zaak heeft verkregen, vooral in de prov. Groningen. Toch had ook zij, welbezien, voor nieuwe behandeling geen voldoende gronden, omdat de zaak voor wat de Classis kon doen, door haar afgehandeld was, en omdat de heer C. in haar besluit dier afzetting heeft berust. Wel heeft hij tegen de afzetting geprotesteerd, naar zijne meening zelfs zeer krachtig, door voor zijn lidmaatschap der Geref. kerk van Oldekerk te bedanken. Maar dat was toch feitelijk berusten in de afzetting.

De rechte weg om te toonen dat hij niet in die afzetting wilde berusten, ware geweest om zich te beroepen op de part. Syn. Die weg moest den heer C. als dienaar des Woords bekend zijn en was hem ook zeer goed bekend, want hij had reeds zijn voornemen te kennen gegeven om zelfs van het Classisbesluit van Januari zich op de Part. Synode te beroepen, zoodat van dwaling uit onkunde geen sprake kon zijn. Dien weg heeft de heer C. willens en wetens niet gekozen. Had hij dat wel gedaan, dan zou te rechter tijd en op de rechte plaats over het wettige of onwettige van zijn afzetting zijn geoordeeld en het vermeende onrecht kunnen zijn hersteld, en indien ook ter Part. Syn. niet, dan op de Generale Synode, wanneer een dier vergaderingen de afzetting onwettig had geacht. Maar dien weg heeft de heer C. niet willen bewandelen, den tijd van appèl, die niet eindeloos kan duren, laten voorbijgaan, en in plaats van te appelleeren, even dwaas als schuldig gebroken met de Geref. kerk van Oldekerk, om zich te voegen bij de Ned. Herv. kerk van Twello. Dat heeft verdere behandeling formeel onmogelijk gemaakt. Zou de zaak, die in 1905 is afgehandeld, in 1914 worden gerevideerd, zooals nu beproefd is buiten den betrokken persoon om, dan moesten heden zaken aan het licht zijn gekomen of in het geding zijn gebracht, die in 1905 niet bekend waren. Daarvan is echter noch op de Meivergadering dezes jaars der Classis Grootegast, noch ter Part. Syn. van Groningen iets gebleken.

Zal de zaak van den heer C. nog eens kerkelijk behandeld worden, dan dient dat van hem zelf uit te gaan. Wanneer hij het werkelijk ernstig begeert, dan dient hij dat te toonen door den eenigen weg te bewandelen, die daartoe kan leiden. Die weg is dat hij terugkeert tot een onzer kerken, schuldbelijdenis doet over zijn verkeerde handelingen, met name zijn breken met de Kerk, en daarna metterdaad toont zijn verkeerde wegen te willen verlaten. Eerst dan is hij in eene positie, die opheffing der afzetting, wanneer eventueele revisie der procedure die mocht noodig achten, mogelijk maakt. Zoolang hij [zelf weigert dien weg te bewandelen, kan naar de meening uwer commissie uwe vergadering niets aan het besluit dier afzetting veranderen en adviseert u op de aangevoerde gronden te besluiten:

a. dat Ket op dit oogenblik en onder de thans bestaande omstandigheden om formeele reden niet doenlijk is om terug te komen op het besluit der Classis Grootegast (nu Enumatil), waardoor de heer: , ; , C., , m-Mei 1905 is afgezet van zijn dienst. '--.^KSSv" ' .

b. hiervan kennis tè' geven aan de Classis Grootegast en de Part. Syn. van Groningen en den.heer J. J. Schuylênburg te Groningen.

c. dit besluit met de gronden waarop het rust op te nemen in de acta en te publiceeren in het persverslag dezer Synode.

Nog valt de volgende beslissing:

De Generale Synode benoemt eene Commissie van drie leden om met de Classis Grootegast te spreken, ten einde het daarheen te leiden, dat deze Classis toekenne aan den heer C. een toelage van 300 gulden, van jaar tot jaar uit te keeren, en machtigt de Commissie om zich, ingeval de Classis hiertoe niet gezind mocht blijken zich te wenden tot de Kerken der provincie Groningen.

In zake G 5 van de agenda besluit de Generale Synode van Friesland ten Z., die vroeg of en iemand, die den kinderdoop verwerpt, maar verigens geheel met de Gereformeerde leer nstemt én als lidmaat tot het Avondmaal enscht toegelaten te worden, daarin dragen zal, e antwoorden:

vooreerst, dat de Generale Synode over dit epaalde geval geen beslissing kan geven omdat aar daartoe de. noodige gegevens ontbreken en en generale uitspraak, dat afwijking van een epaald leerstuk der Kerk geen beletsel behoeft e wezen, orh iemand tot de gemeenschap der erk toe te laten, niet wenschelijk zou wezen; w

te7i tweede, dat de Generale Synode echter el wil uitspreken, dat onze Gereformeerde erken steeds hebben geoordeeld, dat naar het voorbeeld der Apostolische Kerken tolerantie an worden geoefend jegens broeders, die in enig stuk der leer ter goeder trouw dwalen, its dat niet eenig fundamenteel stuk der aarheid raakt, de dwalenden bereid zijn zich eter te laten onderrichten en beloven voor dit evoelen geen propaganda te zullen drijven, aarbij het natuurlijk van zelf spreekt, dat zulke roeders, zoolang ze in dit gevoelen volharden, n geen geval voor eenig ambt in , de Kerk verkiesbaar zijn;

ten derde dat de Generale Synode aan den etrokken Kerkeraad, desnoods met advies der Classis, de beslissing moet overlaten, of in het ier bedoelde geval zulk een tolerantie wenscheijk en geoorloofd is.

Naar aanleiding van het verzoek der Part. ynode van Groningen inzake de positie der eestelijke verzorgers concludeert de Commissie ij monde van Dr. H. H. Kuyper als volgt: K n d

Ie, dat de Generale Synode aan het verzoek an de particuUere Synode van Groningen niet oldoen kan, aangezien Art. 6 en 11 K.O. met eze geestelijke verzorgers in stichtingen niets e maken hebben, hun arbeid als geestelijk verorger ook niet door de Kerk kan geregeld orden, omdat deze arbeid geheel buiten de erk omgaat, gelijk reeds de Synode van Utrecht 1905 Art. 88 heeft uitgesproken en voorzoover eze geestelijke verzorgers vroeger predikant ijn geweest in onze Kerken en emeritaat hebben erkregen, het van zelf spreekt, dat hun kerkeijke positie dezelfde is als van eiken emeritusredikant, d. w. z. dat ze op uitnoodiging van en Kerkeraad in een gemeente het Woord en e Sacramenten mogen bedienen;

2e dat de Generale Synode een nadere aanulling van Art. 13 K.O. om duidelijk uit te spreken, dat degenen, die emeritaat ontvangen m tot een anderen geestelijk arbeid over te aan, geen recht hebben op pensioen noch voor ich zelf noch voor hun weduwen en weezen, iet noodig acht, aangezien het in den aard der aak ligt, dat in zulke gevallen het slotgedeelte van dit artikel niet van toepassing is en deberokken Kerk dit een bijzonder geval uitdrukkelijk stipüleeren kon in de acte van ontslag uit den dienst. m W o k d b d d b p De Commissie voor G. 6, 7 en 9 concludeert bij monde van Dr. H; H. Kuyper:

De Generale Synode verklaart op grond van de in het-rapport ontwikkelde gronden, de voorstellen van de particuliere Synode van Zuid-Holland 'ten N. en van de Classis Edam in zake degenen, die voortdurend elders kerken, maar zich niet met een uitdrukkelijke verklaring afscheiden, onaannemelijk en besluit op een vraag van de Classis Edam over een dergelijk geval te antwoorden, dat waimeer de Kerkeraad den inhoud van het Formulier van den Ban niet op deze personen toepasselijk acht, den Kerkeraad alleen kan worden aangeraden met het vermanen van deze personen voort te gaan en hun desnoodig van het Avondmaal af te houden.

De conclusie inzake de grenskwestie-Niezijl liftdt als volgt:

De Synode, gehoord het rapport harer commissie, keurt het besluit van de Particuliere Synode van Groningen goed, en verwerpt het protest van de Kerk van Niezijl en besluit tevens om hiervan kennis te geven aan de Kerk van Niezijl en aan de ParticuUere Synode van Groningen.

De conclusie wordt aangenomen.

Ds. Goris rapporteert omtrent I. No. 1. De conclusie wordt aangenomen. Ze luidt als volgt:

lo. De handelingen der Deputaten voor deze Generale kas, zooals die in dit rapport zijn vermeld, goed te keuren en het volledig rapport met den staat van ontvangst en uitgaaf in de acta op te nemen;

2o. De Deputaten dank te zeggen voor hun belangrijken en omvangrijken arbeid en voor de verbetering der administratie;

3o. Aan de te benoemen Deputaten op te dragen, de Kerken, die tot nu toe geen acte van emeriteering en pensionneering aan hare Dienaren des Woords uitreikten, door de Classis op te wekken, alsnog naar den wensch der Generale Synoden van ^Utrecht en Amsterdam, die stipulatie te geven.

Ds. Renkema rapporteert in zake punt I, no. 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8. (Verzorging van Emeritipredikanten, pred.-weduwen en weezenj. De conclusiën zijn:

I. de ingekomen voorstellen en verzoeken in zake Art. 13 K. O. ter zijde te leggen;

IL de regeling der verzorging van Emeritipredikanten, pred.'s weduwen en weezen, zooals zij door de Synode van Utrecht en Amsterdam is vastgesteld, onveranderd te handhaven en ook in de cijfers met het oog op de tijdsomstandigheden geene wijziging te brengen;

III. met het oog op de ingebrachte bezwaren, de kerken ernstig op het hart te binden om geene bepalingen te maken, waarin alleen uit hoofde van de emeritaatsregeling een vaste grens gesteld wordt voor den leeftijd van de te beroepen predikanten, daar zulke bepalingen tot nadeel strekken van de emeritaatsregeling en een ongeestelijk element in de heilige zaak van het beroepingswerk mengen;

IV. bij de Kerken er vriendelijk op aan te dringen, dat zij de zake van de verzorging naar Art. 13 K. O., die van zoo verreikende beteekenis is voor het leven der Kerken en aan stabiliteit zoo groote behoefte heeft, ook den tijd geve om naar de bestaande regeling tot volle doorwerking te geraken.

De praeses dankt Ds. R. voor zijn veelvuldigen arbeid in dezen. Deze conclusies zijn aangenomen. •««, ?

Naar aanleiding van F. 7 rapporteert Ds. Breukelaar. De volgende conclusies worden aan genomen:

1. Aan de Kerk van Amsterdam dank te betuigen voor de toezending van het verslag van haren Medischen dienst, het overzicht der financiën en het exemplaar der instructiën;

2. het sub 1 genoemde verslag en overzicht in extenso ö'p te nemen onder de bijlagen der Acte der Synode;

3. niet te voldoen aan het verzoek van de Kerk van Amsterdam, om vrijstelling van de storting der 10 pCt. in de Generale Ka.s van hetgeen door de Vereeniging Scheurer's Hospitaal wordt bijeengebracht, wijl dit niet als een verkregen recht behoort te worden beschouwd;

4. aan de te benoemen deputaten voor de Zending op te dragen, telken jare, tot aan de e.k. Generale Synode, op daartoe strekkend gemotiveerd verzoek, aan de Kerk van Amsterdam voor den Medischen dienst te Djogjaeene subsidie te verleenen tot een maximum van f 1500 per jaar, met dien verstande evenwel, dat van een dringende behoefte aan deze subsidie uit de ingediende rekening en verantwoording over het laatstverloopen jaar en de begrooting van het jaar waarvoor de subsidie aangevraagd ordt, ten duidelijkste blijke ;

en 5. van de besluiten sub 1 tot 4, kennis e geven aan den Raad der Gereformeerde Kerk e Amsterdam.

Nog worden naar aanleiding van F. 1 der genda Zendingsrapport § 18 punt 15 en bijlage VI e volgende conclusie aangenomen:

Aan de te benoemen deputaten voor de.Zening wordt opgedragen:

Ie. de zaak der splitsing van de Keucheniuschool naar het door de Algemeene Vergadering ngediende voorstel in ernstige overweging te emen;

2e. te dezer zake in nadere correspondentie e treden met • de Algemeene Vergadering bereffende de urgentie en de uitvoerbaarheid van it plan, alsmede alle inlichtingen in te winnen, ie zij voor eene grondige beoordeeling noodig z chten;

3e. te beoordeelen of eene reorganisatie der v eucheniusschool in de aangegeven richting z oodig en uitvoerbaar is; inzonderheid ook wat v e finantieele zijde der zaak betreft; z

en 4e. bijaldien naar hun oordeel de invoeing van tweeërlei kweekschool-opleiding urgent n uitvoerbaar is, deze zaak voor te bereiden n een gemotiveerd voorstel aan de eerstvolgende enerale Synode ter besUssing voor te leggen. b l b

Omtrent § 18 punt 23 besluit de Synode:

Ie. In 't algemeen instemming uit te spreken et het voornemen om een Christelijk Javaansch oekenfonds op te richten;

2e. in beginsel het verzoek der Bizondere ergadering van Dienaren des Woords op Miden-Java toe te staan, doch onder voorwaarde, at een behoorlijke regeling dezer zaak ontworen worde en het bedrag der bijdrage uit de enerale kas later worde vastgesteld;

3e. aan de te benoemen deputaten voor de ending op te dragen:

a. te dezer zake in correspondentie te treden et de Bizondere Vergadering van Dienaren des oords op Midden-Java;

b. de in te dienen regeling dezer zaak te verwegen

en c. bijaldien zij zich met deze regehng wel unnen vereenigen, het bedrag te bepalen, dat oor de Generale kas voor dit doel zal worden ijgedragen, onder voorbehoud echter, dat ook e zendende kerken die op Midden-Java arbeien, deze zaak ffnantieel steunen, en dat de ijdrage uit de Generale kas de som van ƒ500 er jaar niet mag te boven gaan.

Eindelijk worden nog in verband met de financieele aangelegenheden der Zending de volgende conclusie aangenomen :

De Synode besluit:

Ie Dank te betuigen aan den 2e. en 3e. quaestor, de heeren L. G. Weisz en F. D.J.Theijse, alsmede aan de deskundigen, die telkenjare de administratie hebben nagezien, de heeren J. C. van Schaick H. D. von Meijenfeldt en H. v. d. Grampel, voor al hunnen arbeid in het belang der Zending:

2e. de overgelegde rekening en verantwoording betreffende de Generale Kas goed te keuren en aan de deputaten voor de Zending dé­

charge te verleenen; 3e. al de Kerken op te wekken van alle inkomsten voor de zending, zonder onderscheid, getrouwelijk 10 pCt. te storten in de Generale Kas;

4e. aan de te benoemen deputaten voor de zending geen mandaat te verleenen, de Christelijke HoU. Inl. school te Magalang te steunen met subsidie uit de Generale Kas;

5e. de benoeming van quaestores naar Art. 27 der Zendingsorde op te dragen aan de te benoemen deputaten voor de Zending;

6e. ter uitvoering van het bepaalde in Art. 18 al. 2 der Zendingsorde aan de te benoemen deputaten voor de Zending dezelfde instructiën te, verstrekken, die de Generale Synode van Zwolle in navolging van die te Amsterdam, Utrecht en Arnhem hare deputaten gaf (zie Acta Synode van Arnhem bl. 130).

7 e. de te benoemen deputaten voor de Zending te machtigen, des noodig in de komende drie jaren tweemaal een extra-collecte uit te schrijven ten behoeve van de Generale Kas;

8e. last en macht te geven aan de te benoemen deputaten voor de Zending om in geval, van besliste noodzakelijkheid ter voorkoming van stagnatie in den gang der zaken, gelden te mogen opnemen voor rekening van de gezamenlijke Kerken tot een maximum van ƒ 10.000; en

9e. de te benoemen deputaten voor de Zending op te dragen verdere pogingen aan te wenden opdat op de Balans de reëele waarde der bezittingen in Indië mogen worden geboekt.

De praeses brengt Ds. Breukelaar een bijzonder woord van dank voor zijn gewaardeerden arbeid.

Besloten wordt de wijziging der Zendingsorde niet ter hand te nemen. Zendingsdeputaten worden ten volle gedechargeerd.

De vergadering wordt tot hedenavond half acht geschorst.

Vrijdag 6 November.

Slotzitting.

De praeses heropent de vergadering en deelt mee, dat G 4 door de afgevaardigden van Groningen is teruggenomen, wijl men met het advies der Commissie wenscht winst te doen. Het protest van den Kerkeraad van Stadsmusselkanaal wordt met zekere restrictiën ontvankelijk verklaard.

Een ontwerp-petitie van de Geref. kerken in N.-Amerika aan de Ned. Regeering om te waarschuwen tegen de Mormonistische propaganda, zal in handen van de Deputaten voor Correspondentie met de Overheid worden gesteld.

In betrekking tot een doopvraag uit Grootegast wordt besloten in het aangegeven geval den Doop niet te onthouden.

Naar aanleiding van M 21 ra])porteert Ds. de Geus. De conclusies van zijn rapport worden overgenomen door de Synode. Zij luiden als volgt:

Ie. den broeder deputaat Ds. C. L. P'. van Schelven dank te zeggen voor de welwillendheid, waarmee hij deze drie jaren zijn mandaat heeft gedragen;

2e. hem dank te zeggen voor de toezending van het Verslag over den arbeid in igi2-ij en dit voor kennisgeving aan te nemen;

3e. de Classis Arnhem te verzoeken, een van hare Deputaten voor den arbeid onder de Gereformeerde Nederlanders in Rijn-Pruisen en Westfalen aan te wijzen; waartoe de Generale Synode gaarne Ds. C. L. F. van Schelven van harte aanbeveelt; aan welken Deputaat de Generale Synode het-mandaat geeft, op te treden ter behartiging van de belangen der Nederlandsche Gereformeerden bij de overheidspersonen in Duitschland, naar Art. 138 van de Acta der Generale Synode van Utrecht van 1905. •

Ds. Kuiper van Delft rapporteert over M. 12.

De conslusies worden aangenomen. Ze luiden als volgt:

Ie. Dat de Synode het op hoogen prijs stelt, om aan de afgevaardigden der buitenlandsche Kerken, die onze taal machtig zijn, de gelegenheid te geven om in zaken, het algemeen belang der Kerken rakende, van advies te dienen, wanneer zij zulks mochten begeeren;

2e. Dat ook wij ons verplicht achten, om naar den Woorde Gods op elkander acht te geven, dat men noch in leer, noch in dienst en tucht, afwijke van de Geref. beginselen, terwijl wij bovendien oordeelen, dat de correspondentie tusschen beide Kerken, die verplichting reeds op ons legt;

3e. Dat het onderling overleg, hoe zich jegens derden te houden, in de practijk zeer moeilijk zal zijn te treffen:

a. om den verren afstand, waarin wij van elkander leven;

b. omdat de verhoudingen in beide landen oo zeer verschillend zijn;

4e. Wat betreft het dienen van elkander met oorlichting, vooral waar er sprake is van wijiging van} Confessie en van de Liturgie, oor zoover daarbij de leer betrokken mocht ijn.

Ds. L. A. Smilde rapporteert over Letter H. 8, ehelzende een bezwaarschrift inzake grensregeing tusschen de Kerken Gapinge en Veere.

Om^ een viertal overwegingen wordt over dit ezwaarschrift afwijzend beschikt.

De vraag om een statistiek saam te stellen, s behandeld. De conclusie luidt:

De Generale Synode besluit op deze zaak (de samenstelling eener statistiek der Geref. Kerken in Nederland) vooralsnog niet in te gaan.

De volgende Deputaatschappen worden benoemd :

als Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid: Prof. Dr. Bavinck (met de samenroeping belast), H. Colijn te 's-Gravenhage. en Prof. Mr. D. P. D. Fabius te Amsterdam; als hunne secundi: Prof. Dr. J. Woltjer, Prof. Dr. H. Bouwman en Prof Dr. A. G. Honig;

als Deputaten voor de correspondentie met de Buitenlandsche Kerken : Prof. L. Lindeboom, Ds. J. van der Linden, Ds. B. van Schelven (met de samenroeping belast) en br. A. W. Schippers van 's-Gravenhage;

als Deputaten voor de Generale Kas van Emeriti-predikanten, Predikants-weduwen en weezen: Ds. D. Pol van Vlissingen, Ds. W. B. Renkema, (met de samenroeping belast). Ds. A» Schweitzer, br. G. J. Brugma van Leeuwarden en br. H. Brink van Beilen;

als Deputaten voor de Zending onder dq

Joden : Ds. H. C. van den Brink, Ds. J. Douma (met de samenroeping belast), Ds. J. J. Miedema, Ds. J. P. Tazelaar en Ds. J. D. \ an der Velden ; als deputaten voor de Zending onder de Heidenen en Mohammedanen : Ds. J. D. van Munnik, Ds. J. P. Klaarhamer, Ds. H. Scholten, Ds. H. Dijkstra (met de samenroeping belast), Ds. J. Hania, Ds. W. B. Renkema, Ds. J. Kruger van Maarssen, Ds. W. Breukelaar, Ds. C. W. E. Ploos van Amstel van Delft, Ds. F. W. Sluyter, Ds. G. F. Kerkhof, Ds. T. Gerber, van 's-Hertogenbosch;

als Deputaten voor de oefening van het verband tusschen de Gereformeerde kerken en de Theologische P'aculteit der Vrije Universiteit te Amsterdam: Ds. W. Breukelaar, Ds. W. H. Gispen, Ds. H. Hoekstra, Ds. P. J. W. Klaarhamer (met de samenroeping belast), Dr. J. C. de Moor en Ds. J. D. van der Munnik; als hunne secundi (naar volgorde) Ds. K. Fernhout, Ds. J. H. Landwehr en Dr. J. Hania.

Voor het uitschrijven van een bededagi de Classis 's-Gravenhage; als deputaten voor de bijwoning van het examen in de Kerkelijke vergadering van Bentheim: Dr. W. A. van Es, Ds. H. W. Laman van Assen, Ds. W. Meijering, Ds. C. L. F. van Schelven en Dr. C. C. Schot, (met de samenroeping belast).

Als deputaten voor art. IV der Zendingsorde: Ds. H. Dijkstra (met samenroeping belast). Prof. Dr. W. Geesink, Prof. Dr. T. Hoekstra, Prof. Dr. A. G. Honig en Prof. Dr. H. H. Kuyper; als hunne secundi: Dr. J. Hania, Prof. Dr. H. Bouwman, Prof. Dr. J. Ridderbos, Prof. M. Noordtzij en Prof. Dr. P. A. E. Sillevis Smitt.

Als deputaten voor de geestelijke belangen van de Gereformeerden in Argentinië: Ds. K. Fernhout, Ds. J. H. Landwehr (met de samenroeping belast) en br. T. Plantinga, van Kampen;

als deputaten voor de zaak der Bijbelvertaling; Prof. Dr. H. Bavinck, Prof. Dr. F. W. Grosheide, Ds. J. H. Landwehr, Dr. J. C. de Moor, Prof. Dr. A. Noordtzij, Prof Dr. J. Ridderbos en Ds. B. van Schelven (met de samenroeping belast);

als deputaten voor de behartiging der geestelijke belangen onzer Militairen, Ds. T. Gerber te 's-Hertogenbosch, Ds. A. H. van Minnen te 's-Gravenzande en Ds. J. E. Vonkenberg (met de samenroeping belast) te Zwijndrecht, als deputaten voor de zaak van de verbetering der predikantstractementen: Prof. L. Lindeboom (met de samenroeping belast), Prof. Dr. P. A. E. Sillevis Smitt en Dr. J. G. Scheurer, te Ermelo;

voor de samenroeping der eerstvolgende Generale Synode, de Kerk van Rotterdam; voor de bewaring van het Archief, de Kerk van Amsterdam.

Aan Ds. C. L. F. van Schelven, als Deputaat van de Classis Arnhem voor de Rijnprovincie en Westfalen, wordt weder machtiging verleend om als Deputaat der Gereformeerde Kerken op te treden ter behartiging van de belangen der Nederlandsche Gereformeerden bij de overheidspersonen in Duitschland, naar Art. 138 van de Acta der Generale Synode van Utrecht (1905).

Na het zingen van ps. 99:7 spreekt de Voorzitter de sluitingsrede. Hij wijst op het voorrecht, dat wij in deze roerige en zware tijden rustig mochten bouwen aan 'sHeeren Huis. Ondanks onze schuld, 't Is enkel genade.

De praeses geelt een terugblik op het werk, dat achter den rug is, en wijst op de lichtzijde van de verdaging der Synode. Hij ziet in deze Synode meer diepgang en meer samenbinding, aanvankelijk vrucht van gebedsverhooring. Er was een broederlijke toon, een steeds meer elkaar leeren kennen en waardeeren.

Goede hope mag gekoesterd worden op gewenschte uitkomsten van deze vergaderingen.

Goede wenschen voor de aanwezige Miss. Dien. des W., voor de afgevaardigden van buitenlandsche Kerken spreekt de vt)orzitter uit en voegt daaraan de betuiging zijner erkentelijkheid voor hem bewezen medewerking.

Voorts brengt hij den leden van het moderamen dank voor hun steun, den Hoogleeraren voor hun adviezen, den voorzitters der commissiën met hun staf, de Perscommissie, de voorbereidingscommissie, te 's Hage, den gastheeren en gastvrouwen en allen, die op eenige wijze in het belang der Synode hebben gearbeid, en eindigt met een teeder slotwoord.

De assessor Ds. Landwehr spreekt in een kort en krachtig woord de waardeering der Synode uit voor de uitnemende leiding, door den praeses aan de Synode gegeven. * •

Prof. Dr. H. Bavinck acht het een voorrecht namens de hoogleeraren te kunnen spreken. Hij verklaart met zijn ambtgenooten verrijkt naar hoofd en hart tot de Collegezalen terug te ketren. Niet weinig heeft de leiding der Synode tot het welslagen der Synode meegewerkt. Het was ons hier goed: de Heere was kennelijk in ons midden.

Gezongen wordt Ps. 105 : 24. De Synode wordt met dankgebed gesloten.

HULP-VELDPREDIKING.

Hangende de nadere regeling, die getroffen zal worden door de van de zijde der Synode aangewezen deputaten, vraagt de kerkeraad der Geref. Kerk te 's-Hertogenbosch (adres Ds. T. Gerber) inmiddels reeds weer opgave van de kerken in het vaderland, die gratis één Zondag haar Dienaar(s) willen-afstaan, en bereid zijn de reiskosten voor hare rekening te nemen.

Omreden meerdere H. H. Veldpredikers voor de eerstvolgende Zondagen onze hulp hebben gevraagd, schieten we ongedacht nog krachten te kort, zoodat spoedige opgave zeer gewenscht is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 november 1914

De Heraut | 4 Pagina's