GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Calvijn en de gezangen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijn en de gezangen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eén lezer van ons blad vraagt ons, of het, argument van Calvijn, aan Augustitius ontleend, ^ dat men God het best verheerlijken kan door alleen die liederen in den éerédienst te zingen, die door God zelf geinspireerd zijn; wel opgaat, waar Calvijn zelf toch in den eeredienst de vrije prediking van 'het Woord en het vrije gebed tot God toeliet? .U'aarom, /.oo vraagt hij, mag, de prediker al.s mond der gemeente wel vriji naar de Geest der gebeden hem dit ingeeft, bidden tot God en evenzoo als tolk des llceren viij het Woord verkondigen naar het inzicht, dat de Pleilige Geest hem-geeft, maar waarom mag de gemeente "'-öp haar beurt geen gebruik maken van Christelijke liederen, die toch ook opder - de bezieling des Heiligen Geestes ontstaan^oagn

Nu .-ï'f& kt deze vraag niet een zuiver historische quaestie, maar het principieele geding van de Gezangen zelf, en we hebben reeds opgemerkt, dat wé na het besluit der'Synode ons" in dezfecjuaestie voorloopig niet wenschten te begeven. Ons doel was alleen om tegenover een minder juiste voorstelling van het gevoelen van Calvijn, zijn •gevoelen, in het jtiiste licht te stellen, maar over de vraag, of, het argument van Calvijn en Augustinus hout sneed, lieten we ons met opzet niet uit.

Toch 'ivillen we onzen lezer niet geheel onvoldaafi, , naar huis laten gaan, en daarom voor dit' eene maal pogen hem een antwoord-top isdie vraag te geven. De gelijkstelling ^kn"'hét "lied in den eeredienst met de prediking en het gebed, gaat daarom niet op, omdat God de Heere in Zijn Woord ons niet een collectie preeken en evèftmin een" stel gebeden voor den eeredienst schonk, maar wel een Psalmenbundel. Ondenkba.ir ware het natuurlijk niet •• geweest, dat God de Heere dit anders beschikt had. In de Luthersche Kerk heeft Luther een complete verzameling preeken gegeven, die de predikanten hadden voor te lezen op eiken Zondag; en in menige Kerk heeft men nog vaste formulier-gebeden, die door den predikant moeten gebeden worden, terwijl van een vrij gebed daar geen sprake is. Indien nu de Apostelen zulk een collectie preeken voor eiken Zondag en zulk een stel gebeden voor den eeredienst ons hadden nagelaten, dan zou het de vraag geweest zijn, of de vrije prediking en het vrije gebed wel geoorloofd zou zijn geweest. Dit is echter niet het geval. In het Nieuwe Testament is geen enkele prediking der Apostelen in eigenlijken zin ons bewaard, en wat de gebeden betreft, hebben we als formuliergebed alleen het Otiee Vader-, dat echter blijkens de usantie van de Apostolische gemeente zeker niet alleen in de saarrikomsten der gemeente gebruikt is geworden. Waar nu in de Apostoh'sche gemeente de vrije prediking van het Woord en evenzeer het vrije gebed regel Was, daar ligt daarin de regel' ^egevè'ri", dien ook wij bij de prediking én hëi gebed hebben na te volgen. A.nders staat het daarentegen met het lied. De prediking en het gebed regelt zich naar de oogenblikkelijke behoefte der gemeente, verandert daarom eiken Zondag en draagt altoos een min of meer subjectief karakter. Maar een spontaan uit het hart opkomend lied der gemeente is ondenkbaar ; voor hét lied beeft men daarom altoos, noodig ^tn vasten liederenbundel. En waar de Heilige - Schrift zulk een liederenbun: del ons geeft in de Psalmen, die door den Heiligen Geest zijn geïnspireerd, daar heeft het argument van Calvijn weldegelijk waarde, dat men het veiligst gaat met deze door den Heiligen Geest zelf ons geschonken liederen dan ook alleen bij den eeredienst te gebruiken.

Natuurlijk is met dit argument de zaak zelve niet tot beslissing gebracht. Indien we principieel op de quaestie wilden ingaan, zou ze veel breeder en dieper moeten behandeld worden. Wat we alleen wilden doen gevoeleii, is, dat het beroep op de i/rj? 'f prediking en het vrije gebed niet afdoende is tegenover het argument, dat door Calvijn en Augustinus is aangevoerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1915

De Heraut | 4 Pagina's

Calvijn en de gezangen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1915

De Heraut | 4 Pagina's