„Die neergedaald is, is dezelfde ook, die opgevaren is”.

EFEZE 4 : 10..

2001ste MEDITATIE Dr. K., 28-MEI 1916.

Hsmalvaartsdag 1816.

1.

Een engel, die zijn last volbracht, keert naar den hemel weer. Zoo zoekt^ .elk creatuur altoos zijn eigen sfeer, Al gaan ze naar hun aard een wijle heen, Zij keeren straks terug, 'tzij boven of beneên.

Een vogel aan de lucht gehecht, de visch aan beek of zee. Het kruipdier hoort op aard, de weide is voor het vee. En wil de leeuwrik wel Verwijlen op de aard', Hij stijgt toch weer omhoog en gaat weer hemelwaart.

In 't leven van den mensch kunt g'ook wel 't zelfde zien; In duikboot zoekt men weer het water te ontvliên, In vliegtuig stijgt van d'aard de strijder in de lucht, Maar spoedig neemt hij van omhoog omlaag de vlucht.

Let op 't natuurlijk beeld dat u d'apostel leert. Van Christus neergedaald die naar den hemel keert; Naar d'eigen levenssfeer die Hij voor ons verliet. Keert Hij terug, en dat met d'opvaart toen geschied.

2.

En dit nu, waar Hij eenmaal steeg omhoog, Wat., anders is 't dan die ook neerdaald, voor ~ ons oog. Hij die is neergedaald in liefdevol ontferming, Dezelfde voer nu op tot Zijner kerk bescherming. mj die op aard' verscheeii, Hij was Gods eigen Zoon Die naar den hemel voer. Hij hoorde op Gods troon. Hij die den zoen volbracht. Hij hoorde hier niet meer. En daarom heengegaan tot zijne eigne sfeer.

3.

Ja Jezus die zijn werk volbracht, keert naar den hemel weer. Maar legde niet op aard' zijn-menschlijk lichaam neer. Zijn jongren zagen Hem, terwijl Hij van hen scheidde, In menschelijk ggdaant', en merk wat d'Engel zeide.

Sloot Jezus Jjij zijn komst op aard' zich bij ons aan. Hij laat ons nimmer los bij zijn ten hemel gaan. De in Maria's schoot zoo teer gelegde band, Houdt immers eeuwig in den Middelaar Jezus stand!

O welk een zegen dan en vrucht die hemelvaart voorspelt, Gelijk zijn zegenend gaan ons klaar voor oogen stelt!

Hij voer ten hemel op. Hij zit ter rechterhand Van God, en houdt zijn kerk steeds wonderbaar in stand!

Hij trekt ze naar zich toe. Hij dekt ze met Zijn schild. Hij blijft haar steeds getrouw, Hij is haar goed en mild!

goed en mild! Hij leidt ze op den weg waar 't Vaderhuis haar wenkt En eenmaal is voltooid, 't genawerk dat Hij schenkt!

En keert Hij eenmaal weer, zal zond en vloek verdwijnen. En zal Gods Kind ook weer als 't beeld van God verschijnen!

Dan zullen in dien Middelaar en Koning, Gansch d'aard en hemel zijn vereend als Gódes zaal'ge woning!

D.

D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen