GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

De Zonnekoning. — Hand. 23.

Onlangs las ik: De Zonnekoning strekt zijn handen Naar 't rijk der vrije Nederlanden, En spreekt: vne is mijn Lelierijk In macht gelijk.

Wat wordt hiermee bedoeld vraagt P. In de tweede helft der zeventiende eeuw regeerde over FraQkrijk koning Lodewijk de veertiende.

Hij had tot zinnebeeld een opgaande zon, die op zijn gedenkpenningen enz. voorkomt. •Er onder staat: Nee pluribus impar. Dat is: Ik sta met de grootsten gelijk. Zoo wordt duidelijk dat vleiers hem den Zonnekoning konden noemen, in het Fransch; Roi—Soleil.

Het versje doelt op het benauwde jaar 1672, toen Frankrijk onze Republiek wilde vermeesteren. Het Lelierijk is Frankrijk. Dit had toen tot wapenschild drie witte lelies op een blauw veld. Er wordt beweerd dat in de tijden der oudste koningen van Frankrijk drie kikvorschen in het wapenschild voorkwamen, die later zijn vervormd tol leliën. Of dit waar is valt v/e! te betwijfelen.

W. S. vraagt inlichtingen over het eerste gedeelte van Hand.:23. (vs. 1, 2, 3, 4, 5.) Men leest aldaar: En Paulus, de oogen op den Raad houdenden, zeide: annen broeders, ik heb met alle goed geweten voor God gewandeld tot op dezen dag.

Maar de hoogepriester Ananias beval dengenen die bij hem stonden, dat zij hem op den mond zouden slaan.

Toen zeide Paulus tot hem: God zal u slaan, gij gewitte wand. Zit gij ook om mij te oordeelen naar de wet, en beveelt gij, tegen de wet, dat men mij zal staan ? En die daarbij stonden, zeiden: Scheldt gij den hoogenpriester Gods? En Paulus zeide: Ik wist niet, "broeders, dat het de hoogepriester was; want er is geschreven: Den Overste uws volks zult ge niet vloeken».

De Apostel Paulus was door de Romeinen gevangen genomen, gelijk het vorige hoofdstuk meldt, en werd nu voor den Joodschen raad gebracht om zich te verantwoorden. Hij begon met te verklaren dat hij met een zuiver geweten voor hen stond. Nauwelijks had hij dit gezegd of de hoogepriester Ananias gaf bevel hem op den mond te slaan. Paulus te recht vertoornd over zoo iets ongeoorloofds en laags sprak tot Ananias: God zal-u slaan, gij gewitte wand gij moogt zoo niet handelen.

Het is duidelijk dat de hoogepriester slechts toegaf aan zijn feilen haat tegen het Evangelie dat Paulus predikte. Hierbij dient opgemerkt, dat de hoogepriesters in dien tijd niet meer waren uit het geslacht van Aaron, maar gekozen werden uit enkele aanzienlijke geslachten. Wat soort van mannen hèt waren zien we o.a. aan Annas en Kajafas. Ook Ananias was zulk een.

Met een gewitte wand wordt bedoeld een wand met kalk overpleisterd, zoodat men reten, scheuren en vuile plekken niet ziet. Men denke hier ook aan de wit gepleisterde graven waarmee de Heere Jezus de Phairizeeërs mee vergeleek. Zoo ook hier. Voor het uiterlijk was Ananias Hoogepriester, maar innerlijk een goddeloos mensch.

De omstanders bestraften Paulus over zijn woorden. Nu zegt de Apostel dat hij niet wist te spreken tot den Hoogepriester, anders zou hij het niet gedaan hebben.

Sommigen gelooven, dat de apostel echter wel degelijk wist dat hij den hoogepriester voor zich had, maar zeggen wilde: een man die zoo handelt als deze kan onmogelijk de hoogepriester zijn. Zijn daden zijn geheel met zijn verheven ambt in strijd. Ik kon niet denken dat hij de hoogepriester was.

Anderen echter nemen de woorden in den gewonen zin Paulus wil zeggen: om der wille van het ambt dat Ananias bekleedt, had. ik niet alzoo tot hem moeten spreken.

Hij vraagt: Wat wordt bedoeld met »de vier beroemde appels".

Naar ik meen is die vraag reeds indertijd beantwoord. We moeten dus nu kort zijn. De eerste appel is de verboden vrucht die Adam at.

De tweede is de twistappel. De Grieksche goden gaven namelijk eens een feest, waarbij echter begrijpelijkerwijs de twistgodin Eris niet was gevraagd. Uit boosheid wierp zij toen een gouden appel in de feestzaal, op welken stondjsvoor de schoonste". De godinnen raakten nu over den appel in strijd en weg was de feestvreugde. ^ De derde appel is. die welken Willem Teil van het hoofd van zijn zoontje schoot. De vierde eindelijk is die welke van een boom viel, waaronder Newton, de beroemde natuurkundige, zat. De val van den appel bracht hem tot de ontdekking van de wet der zwaartekracht.

Er is echter een jmaar" bij. Want dat Adam juist een appel heeft gegeten, blijkt nergens uit. Eris behoort met' haar appel tot het rijk der fabelen. Dat Willem Teil ooit heeft bestaan, is zeer onzeker. En wat den appel van Newton betreft, ook dit verhaal is niet bepaald zeker. Er blijft dus niet veel van de vier beroemde appelen over!

BRIEFWISSELING.

G. G. te A. In orde ontvangen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's