GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIJAND EN VRIEND.

IX

OVERGANG.

Toen het gezelschap uiteen ging wist Kees wat hem te doen stond. Hij zou een anderen patroon zoeken. Dat kon hem niet moeilijk vallen dien te vinden, want, gelijk ik vroeger zei, hij was niet alleen een goed werkman, maar ook mochten velen hem gaarne dijden. Hij ging echter heen op een wijze, die voor baas Peter hinderlijk en grievend was. Behoorlijk zou geweest zijn als hij zelf naar den smid was gegaan, en dezen gezegd had, dat hij niet terug kwam. Zag hij daartegen op, dan had hij iemand kunnen sturen met een briefje. Briefjes sturen was hem immers toch niet vreemd. Maar hij deed eenvoudig niets. Zelfs den derden dag wist de smid nog niet hoe 'de zaken stonden, en schrapte toen Kees* naam maar-do8r op de lijst der werklui.

Had Kees gehoopt spoedig een nieuwen baas te vinden, daarin werd hij niet teleurgesteld. Twee uur verder op was een groote ijzergieterij. Men had hem vroeger reeds eens gevraagd daar te kómen werken, en hem een zeer hoog loon beloofd. Doch Kees wilde toen niet gaarne zoo ver van zijn ouderlijk huis en van zijn dorp werken, en de wandeling was nog al lang. Thans echter besloot hij zich bij de ijzergieterij aan te bieden als werkman. Hij ging er heen, sprak met den hoofdopzichter, die al lang den flinken, krachtigeu jonkman in dienst had willen hebben, en' nu met blijdschap zijn aanbod aanvaardde.

Reeds den volgenden dag kwam Kees in ziin nieuwe omgeving, die geheel verschilde van de vroegere, 't Was hier een tamelijk groote fabriek, met veel minder vrijheid dan bij baas Peter, aar die wat hföoger loon gaf. Er waren verscheiden afdeelingen, elk met een baas of opzichter. De werklui gingen niet bepaald vriendschappelijk met elkaar om, ook niet vijandig, maar onverschil ig. Men kende elkander weinig of niet.

^ij lezen in het boek Ruth, hoe Boaz als andeigenaar tot de werklieden de maaiers komt et een heilwensch in den naam des Heeren. De heer zegt tot zijn knechten: > De Heere zij et ulieden». En de knechts antwoordden: »De Heer zegene u».

Dat is de rechte toon die past tusschen heer n knecht, maar daarvan was op de fabriek aar Kees nu gekomen was, weinig sprake, t Verschil tusschen de vorige werkplaats en deze as zoo groot, dat de jonkman het wel irioest pmerken, hoe weinig hij zich anders om zulke dingen bekommerde.

Bij baas Peter was het gewoonte, dat de atroon met Zijn werkvolk den dag begon met et lezen van een hoofdstuk uit de Schrift, aarna hij in een kort gebed des Heeren zegen roeg over' den arbeid van den dag. Daarna ing ieder [aan zijn werk. Zoo werd elke dag

met Gk> d begonnen en ook weer geëindigd. En dat bracht een zegen mee voor aller leven en arbeid. Hier ging men eenvoudig aan het werk op het bepaalde uur, en legde zijn taak weer neer als daartoe de tijd gekomen was. Kees miste hier wat, en hij gevoelde dat, al wilde hij het zichzelf niet bekennen.

De taak die Kees te beurt viel was aanvankelijk voor hem niet gemakkelijk, wijl voor-dat soort werk zijn handen nog verkeerd stonden. Doch hij deed zijn |best, zoodat reeds na een maand het moeilijkste was overwonnen, en de opzichter tot hem zeggen kon: »het gaat goed». Wel had Kees een moeilijker leven, maar hij verdiende goed, en kon nu ook t'huis meer afdragen, zoodat vader en moeder recht tevreden waren, te meer wijl de eerste niet altijd geregeld werk had.

Vond Kees het leven op de fabriek minder aangenaam, al verzoette het loon den arbeid, hij trachtte zich te troosten in het gezelschap zijner vrienden. Wel ging dat niet zoo gemakkelijk als vroeger, want, zooals ik zei, de fabriek lag ver weg van het dorp. Kees moest altijd een lange wandeling maken. Rijwielen waren toen nog onbekend. Zoodoende kon hij altijd eerst laat het middagmaal nuttigen dat moeder bereid en zorgvuldig warm geljouden had. Maar na den maaltijd was het vaak te laat om nog uit te gaan, waarbij nog kwam dat Kees moede was, en allermeest begeerte had om te slapen.

Zoo dreigde het verband met de vrienden verbroken te worden. Ook Kee» was te zeer in trek bij velen, dan dat ze hem zoo spoedig lieten schieten, gelijk hij zijn bsas gedaan had, kon hij niet zoo trouw in hun gezelschap zijn als vroeger, en zorgden wel dat hij niet geheel gemist werd, hielden hem dikwijls vrij in de herberg 'en.... brachten|hem al meer van den rechten weg. Want opnieuw bleek het hier. »Kwade samensprekingen bederven goede zeden».

De herberg! Daar werd Kees op zijn vrije avonden meer en meer een trouwe gast, tot zelfs op Zondag toe. In het eerst was Kees daar niet geheel gerust onder geweest. Hij had op school en soms ook in huis allerlei gehoord, dat maakte dat hij den dag des Heeren maar niet kon beschouwen ali eiken anderen. Er waren er trouwens meer op het dorp die in de week geregeld hun borreltje dronken, maar des Zondags voor geen prijs een voet in de herberg zouden gezet hebben. Kees' geweten sprak dan ook eerst nog toen hij begon een paar uur Zondags in de kroeg door te brengen. Maar weldra stelde hij zich, zelf gerust. Als zooveel brave menschen sterken drank dronken, kon daar op zich zelf geen kwaad in zijn, en dat hij. Kees Zondags in de herberg zijn deel kwam halen — nu ja in de week had hij er immers geen tijd voor!

Evenzoo ging het met heel het besteden van den Rustdag. In de Kerk werd Kees al minder gezien. In de week was er geen tijd om ter ontspanning uit te gaan, en dus moest het wel op Zondag. Dat men dan niet op een droogje iep, sprak van zelf. En zob werd, de dag des ^Heeren voor Kees allengs tot een pretdag, maar ook tot groote schade voor lichaam en ziel.

Maar, zult ge zeggen, waren de ouders van Kees dan daarmee tevreden? Eigenlijk niet. Zij hadden liever gezien, dat hij 's Zondags de kerk had bezocht, om daarna rustig met hen huiswaarts te keeren. Maar toch dorsten zij er niet veel van zeggen. Kees was vriendelijk en voorkomend; hij verdiende nu veel, en daarbij maakte hij het niemand lastig. Mettertijd, dachten zij, zou alles wel weer in orde komen. Zeker, het ging eigenlijk niet aan, dat de oudste zoon den Zondagavond in de herberg sleet, en straks vromelijk neerzat, als de huisvader, meer uit sleur dan uit behoefte, een hoofdstuk, uit den Bijbel las. Doch de ouders waren als Eli de hoogepriester, van wien de Schrift zegt, dat hij zijn zonen, die booze dingen deden, niet eens zuur aankeek. Dat was dan ook wel zoo makkelijk dan hen te bestraffen, maar de gevolgen waren verschrikkelijk.

Intusschen ging Kees, wat zijn werk betreft, goed vooruit. Hij verdiende veel voor zijn leeftijd, en werd steeds bekwamer in zijn vak, en al wat er bij behoort. Daarvoor was hier trouwens een schoone gelegenheid.

Zooals ik reeds vroeger zei, had de fabriek verschillende afdeelingen. Een van deze was èen kleine smederij, waar allerlei karreweitjes verricht werden, ook voor hen die anders met de fabriek niet te maken hadden. Er werkten in den regel slechts twee of drie man, en dikwijls werd Kees te hulp geroepen daar het smeden zijn eigenlijk vak was, en hij hulpvaardig gaarne ieder ter zijde stond. Zoo maakte hij zich van zelf onmisbaar en won ook onder het vreemde werkvolk tal van vrienden.

Op zekeren dag werd Kees opgedragen naar een heer te gaan die op een buitenplaats dicht bij woonde. Toen hij er kwam stond de heer des huizes hem reeds op te wachten. Kees werd gebracht in een kamer die wel een museum leek. Wat hij hier doen moest, begreep hij niet recht, maar werd hem spoedig duidelijk gemaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 januari 1919

De Heraut | 4 Pagina's